Ge schreeft me:
"als ge me niet kunt schrijven tik me dan."[2] Ik tik:
Met
Simons gesproken over Uw belangen.
[3] Hij is voor 2 jaar bezet. Dus, helaas, geen denken aan. Maar het toeval heeft me wel gediend. Ik heb achteraf op het diner
De Meester 2 Hollandsche uitgevers ontmoet, die zich beiden in princiep bereid verklaren het boek uit te geven. De eerste is Mr.
Zijlstra, firma Nijgh en Ditmar. De tweede, en misschien, in dit geval, de zekerste, is de heer
R.J. Goddard, adres Jacob Gillisstraat 20, Den Haag (Firma "Boek en Periodiek"). Mijn indruk is: een zeer betrouwbaar man die bovendien verwachtte, dat mijnerzijds een voorstel voor het bedrag van het honorarium zou gedaan worden, iets waar ik niet aan voldaan heb daar ik wellicht te weinig zou gevraagd hebben. Ik geloof wel dat gij in deze zijn voorstel kunt afwachten. Ik heb van zijn uitgaven gezien, heel aardig, en onder Uw toezicht merkelijk te verfraaien. Gij kunt hem alvast den tekst ter beoordeling opsturen.
Wat Zijlstra betreft, die wou na mijn terugkeer, de eerste helft van Juni, me komen opzoeken te Antwerpen. Moest het niet vlotten met Goddard, dan kunt ge dus nog altijd met hem probeeren. Ziedaar.
Zooals ge misschien uit de "Rotte" gezien hebt,
Ochtendbl[ad] van Zondag, heb ik gespeecht, waarbij ik medegedeeld heb, dat gij het te warm en te ver vondt om
Johan dien dag in Uw armen te komen drukken.
[4] De zoenen van zijn dochter heb ik voor U in ontvangst genomen. Dat zal U leeren. En nu ben ik er mee weg.
Bien dormir.
Groeten van harte aan U allen.
Ik heb genoteerd, dat Uw boek aan mij opgedragen is.
[5] N.B. Daardoor wordt de afzet vertiendubbeld.
Aanvaard de verzekering aan mijn hoogachting.
Uw,
(Emmanuel de Bom)
Annotations
[1] Van deze brief is een getikte versie bewaard waarin correcties zijn aangebracht. Het valt niet met zekerheid te bepalen wie die correcties heeft gemaakt, maar in deze editie wordt ervan uitgegaan dat het De Bom zelf is geweest.
[3] 'Uw belangen': de uitgave van het kritische werk van Van de Woestijne.
[4] In het ochtendblad van de
NRC van 8 mei 1927 verscheen een verslag van het feestmaal voor
Johan de Meester, die afscheid nam van de krant. Het feest werd georganiseerd door de Rotterdamsche Kunstkring en vond plaats in de grote zaal van die kunstkring in Rotterdam. Tijdens dat feestmaal hield De Bom een tafelrede waarin hij herinneringen aan zijn samenwerking met
De Meester ophaalde. De
NRC parafraseerde zijn slotwoorden als volgt:
'De groeten ook van Karel van de Woestijne en wel bedankt zulle, vive onze Johan, hij mag er wezen!'