<Resultaat 1384 van 1419

>

GENT 1A [GA]ND 1A 27 V 1927 18-19
Afz[ender]: "la Frondaie"
Zwijnaarde-Gent
Aan den Heer
Emmanuël de Bom
Huyze ten Heuvel
te
Calmpthout
prov[incie] Antwerpen
 
La Frondaie

Beste Spitsbroeder,
Ik hoop dat gij de oevers van den zoetvloeienden Arno voor die van vader Scaldis verlaten hebt,[*] en de gevaarvolle wellusten van Capua hebt weten te ontvlieden voor de strengere geneuchten van de plichtsbetrachting.[1] In deze hoop wil ik leven en sterven, en daarenboven schrijven wat hier volgt.
Manuël, herinnert gij u nog den brief dien gij mij toetiktet op 9 dezer maand?[2] Gij waart in Rotterdam geweest, en hadt er gesproken met twee uitgevers over het drukken en in-het-licht-zenden van een zeer konstig werk van mij, daarin men verzameld zal vinden spreuken en sproken, gedichten en gedachten, den kloosterlingen der Oosterlingen afgeluisterd en nagefluisterd. Eén van die uitgevers was — stel u mijne blijde verrassing voor! — de heer Benjamin Goddard, uitvinder van muziek en van het sausje dat u toelaat met een luchtballon op te stijgen.[3] Gewapend met uwe aanbeveling, heb ik dezen man uitvoeriglijk geschreven al waar mijn mond van overliep, daar de bodem van mijn hart er van was vervuld.[4] Ben ik te lyrisch geweest? "Drie weken zijn daarheen gevloden", zooals Van Beers eens zong,[5] en die Goddard heeft mij nog steeds geen antwoord gegeven.
Aandringen wil ik niet: ik ben bang scheldwoorden naar mijn kop te krijgen, en dat laat ik liever aan U over. "Hoog tijd is 't, Willem, dat ge op 't werk uw zinnen zet", zong voornoemde Van Beers op een anderen keer,[6] namelijk uw zinnen op mijn werk. Ziet gij er bezwaar in, Manuël, aan dien muziekalen en gesausten voorlooper van Lindbergh om eenig bescheid te vragen?[7] Ik zou in deze spoedig bescheid willen hebben, en ziehier waarom.
Paul is bezig aan zijne doctorale dissertatie, die vol stoute nieuwigheden steekt. Een paar Gentsche professoren houden niet van wetenschappelijke nieuwheid; een paar andere — de besten —, wél. En die geven Paul den raad, in de Vacantie te gaan werken te Parijs, bij den beste der tegenwoordige specialisten: prof. Carcopino, dien hij reeds kent.[8] Geeft deze Carcopino Paul gelijk, dan mogen de Gentsche hoogleeraren zwijgen. — Nu kunnen studenten, die een goeden graad hebben bekomen in het examen, doorgaans rekenen op eene reisbeurs. Dit jaar zijn er echter geen reisbeurzen: al het geld is op, en verteerd aan het aankoopen van papyrussen (dat kost tegenwoordig de oogen uit het hoofd; en zeggen dat men ze in den tijd van Toet-en-Kamen voor een appel en een ei had![9] 't Is altijd hetzelfde liedje: de regeering komt altijd te laat!). Wil ik dus Paul voor die maand naar Parijs sturen, dan zal ik dat zelf mogen bekostigen. Een daarom juist zou ik graag cito cito een handschrift verkoopen.
Ik weet wel, naast die karper van een Goddard is daar nog Nijgh-&-van­Ditmar. Ik geloof wel dat ik met dezen spoedig klaar zou komen: ik heb al zaakjes met hem gedaan. Maar ik ken ook zijne prijzen, en... het zijn geen papyrusprijzen. En daarom zou het voor mij van het grootste gewicht zijn, eerst eens den adem te polsen van Goddard, als ik mij in der voege uitdrukken durf. En daarom ook lig ik als een smeekeling aan uwe voeten, en omhels ik uwe knieën, zooals in de Ilias-zaliger Hera deed met Zeus.
Wilt gij dat eens spoedig doen voor mij, o Manuël? Ik druk U en Nora teederlijk de hand, terwijl mijne huisgenooten beminnelijk met hun zakdoek wuiven.
Uw
Karel.

Annotations

[*] 'Scaldis': Schelde.
[3] Van de Woestijne verwart met opzet uitgever R.J. Goddard (over wie het eigenlijk gaat), met componist Benjamin Godard en luchtvaartpionier Robert Hutchings Goddard.
[4] De brief van Van de Woestijne aan Goddard is niet bewaard.
[5] Het citaat is niet achterhaald.
[7] Van de Woestijne bedoelt Charles Lindbergh, naar wie hij verwijst om de naamverwarring van Goddard (zie [3]) voort te zetten: Lindbergh was net als R.H. Goddard een luchtvaartpionier.
[8] Van de Woestijne bedoelt professor Jérôme Carcopino.
[9] 'Toet-en-Kamen': Toetanchamon.

Register

Naam - persoon

Beers, Jan van (° 1821 - ✝ 1888)

Liberale flamingant die actief was in de Antwerpse gemeenteraad. Als dichter was hij een overgangsfiguur tussen romantiek en realisme.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Carcopino, Jérôme (° 1881 - ✝ 1970)

Franse historicus die tussen 1920 en 1937 aan de Sorbonne Romeinse geschiedenis doceerde. Nadien was hij nog directeur van de 'Ecole Française' in Rome, en tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij ook even minister van onderwijs.

Godard, (Paul Louis) Benjamin (° 1849 - ✝ 1895)

Franse violist en componist die voornamelijk vanwege zijn salonmuziek vrij populair was.

Goddard, Robert John

Haagse uitgever die onder meer werkzaam was bij 'Boek en Periodiek'.

Goddard, Robert Hutchings (° 1882 - ✝ 1945)

Amerikaanse physicus en raketgeleerde. In 1926 lanceerde hij voor het eerst een raket met vloeibare brandstof.

Lindbergh, Charles (° 1902 - ✝ 1974)

Amerikaanse luchtvaartpionier die in mei 1927 als eerste solopiloot zonder te stoppen de Atlantische Oceaan met een vliegtuig overstak. Zijn historische vlucht duurde minder dan vierendertig uur en maakte hem tot een internationale held.

Toetanchamon

Farao van de XVIIIde dynastie. Zijn regeerperiode is te situeren omstreeks 1330 voor Christus.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.