<Resultaat 12 van 1419

>

Den Heere
E[mmanuel Karel] de Bom
Olijftakstraat 171
 
Amice!
[1]
Ik zag uwen broeder[2] dezen morgend niet en kon hem uwe zaken aldus niet ter hand stellen, zegt Lapalisse [3]
Hopende, morgen gelukkiger te zijn, voeg ik er een paar regeltjes aan toe.
Toekomst & Volkskunde,[4] aflev[ering] 2, Februari, verscheen gisteren avond. Gij laast ze wellicht reeds en troft in 't eerste, met dezelfde teleurstelling als ik en Rooses, 't artikel van Temmerman[5].
Naar allen schijn vestigt gij de aandacht der Oberen Zehntausend[6] weer op deze n[umme]rs, en wel in De Koophandel.[7] Zoo ja, laat dan niet na, de allerverderfelijkste tendenz van Temm[erman]'s stuk met nadruk even te weerleggen, in afwachting dat zulks in De Toek[omst] zelve, desnoods door twee of drie andere pennen, gedaan worde.[8]
Wanneer heeft onze volgende Taalverbond–zitting plaats.[9] Als het noodig is, kunt gij mij aankrijten[*] voor de reeds eens aangekondigd[[e]] lezing over Idealisme & Realisme.[10] Alleen, maak van die lezing dan niet het feuilleton of het advertentiehoekje der zitting! Ik wacht ongaerne tot middernacht, het uur van verschrikking en spoken, waarop de meesten nog enkel aandacht genoeg over hebben, pour vous en faire 1'aumône!!![*] Ook op uitstel ben ik niet uit: dan wordt het al te gek!
Eerlang volgt deel III van Losse Schetsen.[11]
Hierbij 1 ex[emplaar] Beren van G. Segers.[12] Hélène Swarth[13] beslaat het eerstvolgend n[umme]r: zij zelve duidde de te nemen stukken aan. Dan volgen Winkler–Prins[14], Michiel De Swaen[15] P.C. Hooft[16], enz... Wilt gij voor H[élèn]e Swarth één bladzijde biographie schrijven,[17] — gij moogt, — een aanbod, voor 't geval, dat gij er lust mocht toe hebben.
Hand & groet van
Pol de Mont

Annotations

[1] Waarschijnlijk werd de dichtgevouwen brief door Pol de Mont zelf in de bus gestopt bij Emmanuel de Bom thuis. Beiden woonden op ongeveer tien minuten van elkaar. De Mont woonde in de Van Geertstraat (nr. 43), De Bom in de Olijftakstraat, nummer 10 (en niet nummer 171, zoals De Mont schreef).
[2] Joris de Bom, lid van de Antwerpse groep van het Taalverbond, was werkzaam in de afdeling Volkskunde onder leiding van Pol de Mont.
[3] Allusie op de uitdrukking: "Une vérité de monsieur de la Palisse" (een waarheid als een koe).
[4] Vanaf februari 1888 werd Volkskundeals bijvoegsel in De toekomst ingelast, maar het werd ook als afzonderlijk tijdschrift uitgegeven. Op de binnenzijde van de achterflap van De toekomst (7de reeks, jrg. II, nr. 2, febr. 1888) werd meegedeeld dat dit nummer het tijdschrift Volkskunde bevatte, aflevering 1 en 2 van de eerste jaargang. Ook zou dit tijdschrift de inschrijvers op De toekomst kosteloos bezorgd worden, en werden de bladzijden ervan afzonderlijk genummerd, zodat Volkskunde op het einde van het jaar afzonderlijk kon worden ingenaaid.
Op de kaft van het apart uitgegeven tijdschrift Volkskunde (jrg. I afl. 1 en 2, 1888) las men dat het tijdschrift voor 'Nederlansche Folklore' onder redactie stond van Pol de Mont en August Gittée, respectievelijk leraar aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen en te Charleroi.
[5] Hippolyte Temmerman, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 2 (febr. 1890), p. 62-68. Voor meer gegevens, zie [8]. Temmerman was directeur van de normaalschool te Lier en redigeerde samen met Arthur Cornette en Pol de Mont De toekomst.
[6] In zijn redevoering Beschaving door het Nederlandsch, uitgegeven ter gelegenheid van de huldebetoging Edward Coremans op de Vlaamse landdag van 10 februari 1889 sprak Pol de Mont van 'oberen Zehntausend' in de zin van 'geestelijke aristocratie der natie'. Hij zag dit begrip voornamelijk negatief, omdat hij de mening toegedaan was dat precies deze geestelijke aristocratie de beschaving niet voor zich alleen kon houden. Zie Pol de Mont, 'Beschaving door het Nederlandsch', in: De Vlaamsche kunstbode, nr. XIX, nr. 3 (maart 1889), p. 130-139, en Pol de Mont, Een–en–twintig redevoeringen (Antwerpen, Gust Janssens, 1921), p. 23-33 (p. 26). In die laatste publicatie veranderde Pol de Mont 'oberen Zehntausend' in 'upper ten'.
[7] In de Koophandel van Antwerpen is daarover nooit iets verschenen, noch van Emmanuel de Bom, noch van een andere medewerker.
[8] De polemiek in De toekomst rond de vraag of er al dan niet Frans moest onderwezen worden in de lagere school, kende volgend verloop: Arthur Cornette, 'Over taalstudie in 't middelbaar en 't lager onderwijs', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 1 (jan. 1890) p. 5–11, noemde het aanleren van een tweede taal in een tweetalig land, hoewel maatschappelijke noodzaak, toch een kwaad omdat dit de ontwikkeling van hart en geest bij het kind remt. Hippolyte Temmerman, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen' in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 2 (febr. 1890), p. 62-68, verklaarde hierop dat wegcijferen van het Frans in de lagere school onrealistisch was, want Frans was nodig om een winstgevende betrekking te bekleden. Ook was Frans hét middel tot verbroedering met de Walen.
Temmerman wilde daarom meer lesuren onderricht in de Franse taal. Onmiddellijk zond Hippoliet Meert een repliek op dit artikel naar De toekomst, maar die moest toen de plaats inruimen voor Max Rooses, 'Het Fransch in onze lagere scholen', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 3 (maart 1890), p. 89-98. Het artikel van Hippoliet Meert werd na afloop van de polemiek Max RoosesHippoliet Temmerman gepubliceerd. Max Rooses toonde aan hoe de opzet van Temmerman de lagere school verfranste, want meer uren Frans betekende minder uren Nederlands, zodat men het kind gedeeltelijk zijn geestesvoedsel ontnam en op die manier het nationaal weerstandsvermogen verzwakte. Ook zou de verfransing van het lager onderwijs zich uitbreiden tot alle sectoren van het openbare leven en zo het gevaar voor annexatie met Frankrijk doen toenemen. Indien enkelen (5%) Frans nodig hadden om een winstgevende betrekking te bekleden, moest hun gelegenheid geboden worden om Frans buiten het leerprogramma te leren.
Temmerman, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen', De toekomst 7de reeks, IV, nr. 4 (april 1890), p. 144-149, begon met zijn Vlaamsgezindheid te verdedigen en herhaalde dat hij uitging van het feit dat de ouders het aanleren van het Frans eisten. Omdat er onvoldoende tijd aan het Frans werd besteed, kenden de leerlingen die taal slechts gebrekkig. Aangezien men dus gedwongen werd de leerlingen een voldoende kennis van het Frans bij te brengen, was er maar één manier om het 'Vlaams' zijn rechten te laten behouden: meer uren Frans, maar niet dulden dat andere vakken in het Frans aan Vlaamse kinderen werden gegeven. Max Rooses, 'Het Fransch in de lagere scholen', De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 5 (mei 1890) p. 181-191, toonde door middel van statistieken de achterstand aan van Vlaamse kinderen op Waalse, omdat teveel uren Frans het programma van algemene ontwikkelingsvakken in Vlaanderen in het gedrang brachten. Andermaal legde Rooses de nadruk op het gevaar van verbastering die leiden zou tot algemene verfransing, en meende hij dat de Vlamingen die Frans nodig zouden hebben om tot de hogere standen op te klimmen dit buiten de programma-uren moesten leren.
Het antwoord van Temmerman, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 6 (juni 1890), p. 221-223, werd gevolgd door een brief van A. Ausloos uit Luik, waar hij waarschijnlijk in het onderwijs stond; zie A. Ausloos, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 6 (juni 1890) p. 223-225. Temmerman meende dat sporen van verbastering eerder te wijten waren aan de gebrekkige kennis van het Nederlands en niet aan verbasterde kennis van het Frans. De betere uitslagen in Wallonië waren volgens hem een gevolg van het langere schoolgaan, en geen gevolg van tijd verknoeien in de Vlaamse scholen door het aanleren van een tweede taal, zoals Rooses beweerde. Temmerman besloot: wij hebben nu beiden ons standpunt uitgelegd, maar de argumenten van Rooses hebben ons niet aan het wankelen gebracht. De brief van A. Ausloos, gedateerd te Luik op 10 april 1890, was een persoonlijke getuigenis. Uit zijn eigen ervaring toonde hij aan dat het onnodig was Frans te leren vóór de hoogste klas van de lagere school.
Na het eerste artikel van Temmerman kwam er zoals gezegd opnieuw reactie. Zie Hippoliet Meert, 'Het Fransch in de lagere school', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 7 (juli 1890) p. 281-290. Het artikel werd gepubliceerd na afloop van de polemiek tussen Rooses en Temmerman. Meert toonde aan dat, zelfs al kende men na de lagere school een mondje Frans, het aantal winstgevende betrekkingen toch zeer klein bleef, zodat het aanleren van het Frans eender overbodig was voor de ontwikkeling van ons volk. Volgens Meert was het volk reeds op sleeptouw genomen door de burgerij, zodat het Frans een officieel karakter kreeg. Aanleren van het Frans leidde tot na-aperij, verbastering, en totaal verlies van het nationale bewustzijn, zodat Vlaanderen een Frans wingewest dreigde te worden.
[9] De eerstvolgende zitting van de Antwerpse groep van het Taalverbond na 11 februari had plaats op 20 februari 1890. Zie brief 5, noot 6.
[*] Uit welwillendheid.
[11] Pol de Mont, 'Losse schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd' (3 delen, Hasselt, W. Klock, 1889–1890). De eerste bundel draagt de titel Duitschland (1889). De tweede bundel heet Frankrijk en Provence (1889), en de derde Nederland (1890). Bundel III is het 'deel III' waaraan in deze brief gerefereerd wordt. Het was voor 6 maart 1890 verschenen, want in een brief van die datum dankte Hélène Swarth Pol de Mont voor zijn bundel Losse schetsen, die zijn uitgever haar "dezer dagen zond". Zie Herman Liebaers, Hélène Swarth. Brieven aan Pol de Mont (Gent, KVATL, 1964, p. 172.
[12] Om de werken van onze oude en jonge schrijvers onder het volk te verspreiden, stelde Pol de Mont van 1888 tot 1891 kleine bloemlezingen samen van ongeveer 32 bladzijden, die hij tegen zeer lage prijs liet uitgeven. De reeks heette Onze nationale letterkunde. Ieder bundeltje voorzag hij van een korte inleiding, waarin het leven en het werk van de schrijver werden geschetst. Vanaf 1893 gebeurde hetzelfde in de reeks Bibliotheek van Nederlandsche Letteren, eveneens onder redactie van 13 nummers gewijd aan werken van Willem Bilderdijk, Gentil Theodoor Antheunis, Karel Lodewijk Ledeganck, Pieter Ecrevisse, Guido Gezelle, Joost van den Vondel, Domien Sleeckx, Servaes Daems, J.H. van der Palm, Gustaaf Segers, Hélène Swarth, J. Winkler Prins. Het nummer 11 in de reeks was: Gustaaf Segers, De beren (Onze nationale letterkunde nr. 11, Ninove, Wwe P. Jacobs en zonen, 1890). Het nummer werd ingeleid door een korte levensschets van de schrijver door Pol de Mont.
[13] H. Swarth, Liederen en gedichten, in: Onze nationale letterkunde, nr. 12 (Ninove, Wwe P. Jacobs en zonen, 1890). Met voorwoord van Pol de Mont.
[14] J. Winkler Prins, Gedichten (Onze nationale letterkunde, nr. 13 (Ninove, Wwe P. Jacobs en zonen, 1890). Met voorwoord van Teunis Pluim.
[15] Noch in Onze nationale letterkunde, noch in de Bibliotheek van Nederlandsche Letteren verscheen een nummer over Michiel de Swaen. De laatste van die twee reeksen werd in 1903 gestaakt na nummer 21 (Hendrik Baelden, Varli de zanger). op de laatste pagina van dat nummer werd echter nog aangekondigd dat meerdere dicht– en prozawerken het licht zouden zien, onder meer werk van Michiel de Swaen.
[16] P.C. Hooft, Sonnetten en liederen (Bibliotheek van Nederlandsche Letteren, nr. 4, Gent, A. Hoste, 1893). De inleiding was van Pol de Mont.
[17] De Bom is daar niet op ingegaan. Zie [14].
[*] 'Aankrijten': vgl. Duits 'ankreiden': met krijt optekenen. Hier betekent het dus: 'mij(n naam) noteren'.

Register

Naam - persoon

Antheunis, Gentil Theodoor (° Oudenaarde, 1840-09-09 - ✝ Elsene, 1907-08-05)

Jurist, dichter en musicus.

Baelden, Hendrik (° Bulskamp, 1851-10-19 - ✝ Antwerpen, 1901-08-12)

Burgerlijk ingenieur en toneelschrijver.

Leerling van het Koninklijk Atheneum in Brugge, waar hij kennismaakte met A.Cornette Sr., wiens intieme vriend hij bleef. Studeerde aan de Gentse universiteit, waar hij lid was van het Taalminnend Studentengenootschap 't Zal Wel Gaan en van 1872 tot 1880 talrijke bijdragen publiceerde in de Gentsche studentenalmanak. Werd in 1881 benoemd tot afdelingsoverste in de technische dienst van de Belgische Spoorwegen te Antwerpen. Was militant vrijzinnig en overtuigd vlaamsgezind.

Werkte mee aan De kleine gazet, waarin hij anti-papistische artikeltjes schreef. Was lid van het Taalverbond en van de Zuid-Nederlandsche Tooneelbond. Zijn literaire oeuvre is beperkt; het bestrijkt slechts dertien jaren (1874-1887). Hoogtepunten hierin zijn de drama's Varli de zanger (1884) en Christina Borluut (1886), beide in verzen.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bom, Georgius Franciscus De (gen. Joris) (° Antwerpen, 1866-06-03 - ✝ Antwerpen, 1926-11-10)

Broer van Emmanuel. Onderwijzer, componist en dirigent.

Gehuwd met Louisa Theresia Joris op 11/08/1892.

Coremans, (andries) Eduard (° Antwerpen, 1835-02-01 - ✝ Antwerpen, 1910-11-02)

Advocaat en politicus.

Oom van de gelijknamige toneelcriticus.

Cornette Sr., Arthur (° Brugge, 1852-03-27 - ✝ Antwerpen, 1907-03-09)

Leraar en politicus.

Daems, Servaas Domien (° Noorderwijk, 1838-06-04 - ✝ Tongerlo, 1903-07-30)

Kanunnik, schrijver en redenaar.

Ecrevisse, Pieter (° Obbicht, 1804-06-03 - ✝ Eeklo, 1879-12-16)

Jurist, publicist en schrijver.

Gittee, August (° Gent, 1858-01-05 - ✝ Bosvoorde,)

Volkskundige.

Ledeganck, Karel Lodewijk (° Eeklo, 1805-11-09 - ✝ Gent, 1847-03-19)

Dichter, vrederechter, provincieraadslid en schoolinspecteur.

Meert, Hippoliet (° Aalst, 1865-04-01 - ✝ Middelburg, 1924-11-20)

Leraar en stichter van het Algemeen Nederlands Verbond.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Palm, Johannes Henricus Van Der (° Rotterdam, 1763-06-17 - ✝ Leiden, 1840-09-08)

Politicus, theoloog en schrijver.

Pluim, Teunis (° Renswoude, 1864-01-08 - ✝ Baarn, 1931-10-21)

Onderwijzer en schrijver.

Publiceerde gedichten, novellen en letterkundige studies. Werkte mee aan diverse tijdschriften, o.m. aan Goeverneur's oude huisvriend, Leeswijzer, Eigen haard en Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle. Was in 1888 een der oprichters van Holland -Vlaanderen, en sedertdien ook mederedacteur van de Leeswijzer. Bezorgde in 1890 o.m. de inleiding tot de gedichten van J.Winkler Prins in de reeks Onze nationale letterkunde.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Segers, Gustaaf (° Hoogstraten, 1848-12-29 - ✝ Hoogstraten, 1930-04-03)

Leraar en schrijver.

Sleeckx, (jan Lambrecht) Domien (° Antwerpen, 1818-02-02 - ✝ Luik, 1901-10-15)

Onderwijzer, journalist en schrijver.

Swaen, Michiel De (° Duinkerke, 1654-01-20 - ✝ Duinkerke, 1707-05-03)

Heelmeester en schrijver.

Swarth, (stéphanie) Hélène (° Amsterdam, 1359-10-25 - ✝ Velp, 1941-06-20)

Schrijfster.

Temmerman, Hippolyte (° Wichelen, 1847-03-16 - ✝ Schaarbeek, 1930-06-31)

Pedagoog.

Naam - uitgever

Koninklijke Vlaamsche Academie Voor Taal- En Letterkunde

Titel - boek

Nederland (° 1849 - ✝ 1944)

Nederlands literair tijdschrift.

Tijdens de tweede wereldoorlog "gelijkgeschakeld" tijdschrift, onder redactie van o.m. Willem Haighton, broer van de fascist Alfred Haighton. Van 1849 tot 1853 had het blad de ondertitel "proza en poëzy van Nederlandsche auteurs", daarna "verzameling van oorspronkelijke bijdragen van Nederlandsche auteurs". Mr. M.G.L. van Loghem (pseudoniem: Fiore della Neve) was redacteur van 1887 tot 1920.

Titel - krant/tijdschrift

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Toekomst, De (° 1857 - ✝ 1898)

Maandschrift dat door J.M.Dautzenberg en J.F.Jacobs gesticht werd als "tijdschrift voor onderwijzers". Achtereenvolgens te Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en opnieuw te Gent uitgegeven, breidde het zijn interessesfeer uit tot het in 1894 "tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, taal- en letterkunde, land- en volkenkunde, kunst en wetenschappen" werd, dat tweemaal per maand verscheen en een tijdlang elke maand in bijlage een exemplaar van Volkskunde van P.de Mont en A.de Cock bevatte. Het motto bleef doorheen de negen reeksen gelijk: "Onderwijs door de moedertaal". Vanaf 1879 propageerde het voornamelijk de liberale onderwijsopvattingen. Redacteurs waren o.a. A.Cornette, P.de Mont en A.de Cock.

Vlaamsche Kunstbode, De (° 1870 - ✝ 1913)

Maandblad.

Volkskunde. Tijdschrift Voor Nederlandsche Folklore. (° 1888 - ✝ 1914)

'Tijdschrift Voor Nederlandsche Folklore'.

Door P.de Mont en A.Gittée gesticht. A.de Cock werd in 1894 redacteur en bleef tot zijn dood in 1921 aan het tijdschrift verbonden. Van 1914 tot 1920 hield het tijdschrift op te verschijnen. Sedert 1920 verscheen het opnieuw onder de titel Nederlandsch tijdschrift voor volkskunde. Van 1936 tot 1938 werd de redactie geleid door V.de Meyere en J.de Vries. In 1940 begon een nieuwe reeks, getiteld Volkskunde. Driemaandelijks tijdschrift voor de studie van het volksleven, onder redactie van J.de Vries, J.Fr.Gessler, P.de Keyser en M.de Meyer. Redactiesecretarissen waren P.J.Mertens en K.C.Peeters.

Naam - instituut/vereniging

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

Koninklijk Atheneum Antwerpen
Koninklijk Atheneum Charleroi
Normaalschool Lier
Taalverbond

Naam - persoon

Antheunis, Gentil
Ausloos, A.
Baelden, Hendrik
Bilderdijk, Willem
Bom, Emmanuel de
Bom, Georgius Franciscus (Joris) de
Coremans, (Andries) Edward
Cornette, Arthur Sr.
Daems, Servaas
Ecrevisse, Pieter
Gezelle, Guido
Gittée, August
Hooft, Pieter Cornelisz
Janssens, Gust
Ledeganck, Karel Lodewijk
Liebaers, Herman
Meert, Hippoliet
Mont, Pol de
Palm, Johannes Hendricus van der
Pluim, Teunis
Rooses, Max
Segers, Gustaaf
Sleeckx, Domien
Swaen, Michiel de
Swarth, Hélène
Temmerman, Hippolyte
Vondel, Joost van den
Winkler Prins, Jacob

Naam - plaats

Antwerpen
Charleroi
Gent
Hasselt
Lier
Luik
Ninove

Naam - uitgever

Hoste, Ad.
Jacobs en Zonen, Wwe P.
Klock, Winand
Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde

Titel - artikel

Beschaving door het Nederlandsch
Fransch in de lagere scholen, Het
Fransch in de lagere school, Het
Fransch in onze lagere scholen, Het
Fransch in onze Vlaamsche scholen, Het
Over taalstudie in 't middelbaar en 't lager onderwijs

Titel - boek

Beren, De
Duitschland
Een-en-twintig redevoeringen
Frankrijk en de Provence
Gedichten
Hélène Swarth. Brieven aan Pol de Mont
Liederen en gedichten
Losse schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd
Nederland
Sonnetten en liederen
Varli de zanger

Titel - cyclus/reeks

Bibliotheek van Nederlandsche Letteren
Onze nationale letterkunde

Titel - evenement

Huldebetoging Edward Coremans
Vlaamse landdag

Titel - krant/tijdschrift

Koophandel van Antwerpen, De
Toekomst, De
Vlaamsche Kunstbode, De
Volkskunde

Titel - lezing

Beschaving door het Nederlandsch
Idealisme en Realisme