Olijftakstraat, 10
Antwerpen
< | Resultaat 53 van 1419 | > |
---|
Blockhuys, Jozef (° Vorselaar, 1825-05-03 - ✝ Antwerpen, 1907-01-25)
Onderwijzer, journalist, bibliothecaris en schrijver. Werd in de wandeling "vader Blockhuys" genoemd. Genoot zijn opleiding aan de Rijksnormaalschool te Lier. Was eerst hoofdonderwijzer te Schaarbeek, waar hij zich inzette voor de inrichting van het beroepsonderwijs, daarna (1863 - 1865) hoofdredacteur van het pas opgerichte Antwerpse liberale dagblad De Koophandel van Antwerpen en van 1877 af beambte aan de Antwerpse Stadsbibliotheek, waar hij het tot onderbibliothecaris bracht. Stichtte in 1857 met H.Bauduin, J.Dautzenberg, Pr.van Duysse, J.F.J.Heremans, B.Rigaux en J.F.Jacobs het tijdschrift voor onderwijzers De toekomst. Schreef liederen en gedichten met moraliserende inslag, kindertoneel, schoolboeken (o.m. met Karel Weyler) en een bekroond werk over kunstnijverheid. Behoorde tot de pioniers van het Taalverbond, waarvan hij tijdens het eerste bestaansjaar penningmeester was. Was ook een der stichters van de Algemeene Belgische Onderwijzersbond (1857), in het kader waarvan hij zich een vinnig voorvechter toonde van het officieel onderwijs.
Ons Tooneel (° 1890 - ✝ 1891)
Antwerps weekblad onder redactie van L. Krinkels (hoofdopsteller), E. de Bom en A. Vermeylen. Bracht informatie over de toestand van het toneel in binnen- en buitenland. Naast de drie redacteurs leverden verder nog bijdragen: J. de Bom (onder pseudoniem Zors), J.T. Grein, Panurge (pseudoniem van A. Vermeylen?) en enkele onbekenden (misschien, de redacteurs zelf) die schreven onder de pseudoniemen Ariestark, R. Cavalier, Diecsar Sandor. Van het tijdschrift verschenen zeventien nummers.
Vrije Kunst
Tijdschrift dat in 1890 werd gepland doch nooit werd uitgegeven. Initiatiefnemer daartoe was P.van Assche. De redactie zou bestaan uit P.van Assche, E.de Bom en A.Vermeylen. De opname van P.de Mont werd in beraad gehouden. Ook C.Buysse en H.Langerock werden uitgenodigd om aan de redactie deel te nemen. Buysse aanvaardde en Langerock weigerde. Als leuzen werden voorgesteld: "Hoogmoedighlic!" en "Volg de vrije bane waarop de vrije geest U leidt!" (Poesjkin). Voor het drukken en uitgeven werd aan X.Havermans (later uitgever van Van Nu en Straks, 1ste reeks), A.Hoste en S.Warendorf (Ned.) gedacht. Het eerste nummer was gepland als dubbelnummer waarin bijdragen zouden voorkomen van A.Vermeylen, P.van Assche, E.de Bom, C.Buysse en H.Bossiers die eveneens deel zou uitmaken van de redactie. Het plan in bovenstaande vorm viel definitief in duigen, toen bleek dat P.van Assche tijdens de onderhandelingen i.v.m. Vrije kunst, zonder de medewerkers hierin te kennen, De vrije vlucht op touw had gezet. A.Vermeylen en E.de Bom werkten nochtans in stilte verder aan Vrije-kunst-plannen: einde 1890 stelden Vermeylen en De Bom een nieuw project op voor de wedergeboorte van Vrije kunst. Hieruit bleek hoe het geplande tijdschrift, hoewel grootser en ruimer opgevat, in het verlengde zou liggen van Jong Vlaanderen en reeds anticipeerde op het latere Van Nu en Straks.