Facsimile's
Amsterdam, 29 Aug[ustus] 1890
JanvdHeyden straat 259.WelEdelgeb: Heer,
In antwoord op uw schrijven van 29 Juli l[aatstleden][1] kan ik U thans, tot mijn genoegen, mededeelen, dat de Redactie van De Nieuwe Gids, in hare laatstgehoudene vergadering besloten heeft, U voor uwe bijdrage "de Biezenstekker" een honorarium toe te kennen van twintig gulden per vel van zestien bladzijden druks, invorderbaar bij onzen penningmeester, den heer P.L. Tak te Bussum.[2]
Daar deze heer, evenwel, bezig is onze finantiëele administratie te hervormen, en o[nder andere] bezig is een besluit der redactie uit te voeren, waarbij ongeveer [gulden] 700 ter verdeeling werd toegewezen onder een aantal medewerkers, die tot dusverre geen honorarium hadden genoten, zoo verzoeken wij u beleefdelijk nog een paar maanden te willen wachten, totdat aan u de beurt van uitbetaling is gekomen. Voor 1 Januari kunt gij zeker zijn, dat het geld in uwe handen is.
Intusschen zou het mij zeer verheugen, als gij nog eens iets dergelijks hadt als uwe laatste bijdrage. Deze is hier in Holland met zeer veel genoegen gelezen, hetgeen te opmerkelijker is, omdat er hier in de geavanceerd literaire kringen een zekere antipathie bestaat tegen alles wat Vlaamsch is. Ik moet dan ook bekennen, dat ik nooit zoo iets krachtigs en natuurlijks in het Vlaamsch heb gelezen als uwen "Biezenstekker" en dat dit stuk mij de hoop geeft, dat de Vlamingen ook eerlang een mooie literatuur zullen krijgen.
En nu ik toch zoo met u spreek — ik ben misschien onbescheiden — maar ik zou graag wat meer over u willen weten. Vooral deze twee dingen interesseeren mij: "Hoe oud zijt gij en hebt gij meer geschreven?" Als kroniekschrijver van mijn tijdschrift ben ik gaarne op de hoogte van zulke bijzonderheden over de nieuwere letterkundigen.
En nu nog iets. Een tijdje geleden zijn er eenige nummers verschenen van een weekblad: Jong Vlaanderen. Het eerste nummer trof mij door twee sonnetten van "Kees Droes" en een prozastuk "Rosse Lokken" van Aug[ust] Vermeylen.[3] Verder heb ik er niets leesbaars meer in gevonden, en nu is het dood.[4] Hebt gij ooit die twee namen gehoord en zoo ja, kunt gij mij dan hun woonplaats meêdeelen. Met een paar woorden terug op een en ander, zoudt gij mij zeer verplichten
Met hoogachting en waardeering
Uw[ ]d[ienst]w[illige]
Willem Kloos.
Den Heer Cyriel BuysseDe afdrukjes hebt gij zeker ontvangen?
[1] Niet teruggevonden.
[2] Tijdens de redactievergadering van De Nieuwe Gids van 22 augustus 1890 werd besloten om Cyriel Buysse "te gelegener tijd" [gulden] 20 per vel toe te kennen als honorarium voor zijn De Biezenstekker. Zie G.H. 's Gravesande, 'De betrekkingen van Vlaamse schrijvers tot De Nieuwe Gids', in: De Vlaamse gids, XXXVIII, nr. 5 (mei 1954), p. 314.
[3] Kees Droes, 'Het klinkdicht van den vedelaar' en 'Het klinkdicht der worsteneters', in: Jong Vlaanderen (jrg. I, nr. 1, zondag 29 september 1889, p. 2. Zie ook Vermeylen, Rosse lokken, Jong Vlaanderen (jrg. I, nr. 1, zondag 29 september 1889,p. 3-4.
[4] Het laatste nummer van Jong Vlaanderen verscheen op zondag 23 maart 1890.
Indextermen
Naam - persoon
's-Gravesande, G.H.Buysse, Cyriel
Kloos, Willem
Tak, Pieter Lodewijk
Vermeylen, August
Naam - plaats
AmsterdamBussum
Titel - artikel
Betrekkingen van Vlaamse schrijvers tot De nieuwe Gids, DeTitel - gedicht
Klinkdicht der worsteneters, HetKlinkdicht van den vedelaar, Het
Titel - krant/tijdschrift
Jong VlaanderenNieuwe Gids, De
Vlaamsche Gids, De