<Resultaat 1402 van 1419

>

5 u., in de "stameneie" den Arend, rechtover de Hoogeschol (!), op een engelsch biljard geschreven.
Mijn eerste indrukken van het pet–dragen en pret–maken, o Mane? Veelzijdig zijn ze!
Ik vaarde in 't studentenleven met woelig stormwêer. De dagbladen (leest ge dat nog?) hebben gedurende twee weken gesproken van de "plechtige" (?!) openingzitting.[1] Dus zal ik u dat niet meer vertellen. Eindelijk is de jeugd opgeschokt, eindelijk is ze wêer geestdriftig geworden, eindelijk zijn de studenten wêer studenten! We zijn in volle revolutie, al de studenten — en studentinnen! — zijn vrienden voor 't oogenblik, houden meetings, geven elkâar de hand om tegen de professors op te komen, schreeuwen, jubelen, vechten tegen de gardevils.[2] En daar men heesch wordt door het heftig roepen van "Vive le Libre-examen!!!!", licht men nog veel pinten op tot aan de hoogte van de lippen. Sedert twee weken heeft die zaak PhilippsonDwelshauvers[3] al mijn scepticism en mijn nihilism weggejaagd, en ik ben wêeral eens jong geworden.
De meeste studenten, ik moet het wel bekennen, zijn oesters en mosselachtige philisters. Ze spelen den wallebak zonder geest, en zijn middelmatig tot in het rollen. O, die middelmatigheid!! Ze lezen feuilletons (o.a.: "La Vengeance du Maître de Forges"!!!),[4] zijn gekleed als de ouwe en weinig beduidende ventjes van de "haute gomme", hebben niet het minste kunstgevoel en wedden op renpaarden! Voor bijna al de studenten is het ideaal: dóór het examen slibberen. Dàt is hun eenig doel, ze leeren daarom alleen. Daàraan komt het, dat België opgepropt zit met kleingeestige maar gediplomeerde tweevoetigen. Weet ge wat België doodt? De kleingeestigheid en (nog éens!) de middelmatigheid!!!
Dat hebt ge ook moeten voelen in die kiezingen van zondag?[5] Ik heb in die smeerlapperij mijn neus niet gestoken, maar ik heb ze toch moeten rieken, 'lijk de reuk van vetten kost tot u opwalmt uit de keldervensters, in 't voorbijgaan. En zeggen dat de Pol in dàt moeras ging zwemmen![6] Sacré nom de mille milliards d'canon!!! 'lijk men in de Wolvin van Nestor roept.[7]
Schrijf mij éens de voorwaarden nêer van die wedstrijden in N.–Nederland, of geeft me ten minste eenige uitleggingen.
Tibi, Mane!
Gust

Annotations

[1] De academische openingszitting van de Brusselse universiteit vond plaats op 13 oktober 1890. De zitting werd verstoord door de studenten die protesteerden tegen de aanstelling van de nieuwe rector, Martin Philippson. Zie het artikel 'De academische zitting der Brusselsche hoogeschool', in: De Koophandel van Antwerpen, 14 oktober 1890, p. 3.
Deze brief kan gedateerd worden omstreeks 25 oktober 1890, aangezien August Vermeylen schrijft dat de dagbladen reeds twee weken schrijven over de "plechtige" openingszitting en hij verder in de brief spreekt over "de kiezingen van zondag" (zie [5]).
Over de rellen aan de Brusselse hogeschool, zie het Rapport sur l'année académique 1890–1891 (Brussel, Bruylant–Christophe & Cie., 1892).
[2] Zie ook de Koophandel van Antwerpen van 15, 17 en 30 oktober 1890. Op dezelfde toon spreekt ook J[acques Mesnil] in Journal des étudiants de l'Université de Bruxelles, jrg. II, nr. 16 (5 november 1890).
[3] De zaak PhilippsonDwelshauvers speelde zich af in 1889 en 1890 aan de universiteit van Brussel.
Martin Philippson, die er gewoon hoogleraar was, weigerde het proefschrift van Georges Dwelshauvers over experimentele psychologie — Dwelshauvers had in Duitsland bij Wilhelm Wundt gestudeerd — omdat het te streng positivistisch was. Daardoor kwam hij in botsing met de studenten, en nam hij ontslag. Uiteindelijk diende Dwelshauvers een nieuw proefschrift in dat wel de academische goedkeuring wegdroeg. Op 3 december 1892 werd hij "docteur spécial en philosophie" met de dissertatie Les principes de l'idéalisme scientifique.
Zie daarover nog Le conflit universitaire, in L' almanach des étudiants. Almananch de l'Université Libre de Bruxelles (1891), p. 7–16. Die bijdrage is niet ondertekend, maar ze is bijna zeker van de hand van August Vermeylen, die toen (volgens Rob Roemans, Het werk van Prof. Dr. A. Vermeylen. Analytische bibliografie (Amsterdam–Antwerpen, Wereldbibliotheek, 1963), p. 304) 'sécrétaire–adjoint' van de Cercle Universitaire was.
De briefwisseling die gevoerd werd naar aanleiding van deze zaak tussen Georges Dwelshauvers en hoogleraar Guillaume Tiberghien werd afgedrukt in het proefschrift van die eerste, Dwelshauvers, Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique (Brussel, E. Guyot, 1890). Het was dus dat doctoraat dat afgekeurd werd en naar aanleiding waarvan de hele rel was ontstaan. Zie nog de Journal des étudiants de l'Université de Bruxelles, jrg. II, nrs. 15, 16, 17, 18 en 22 (oktober 1890–maart 1891).
[4] La Vengeance du Maître de Forges was een populaire roman van Georges Ohnet die ook in feuilletonvorm verscheen, onder meer (vanaf 15 mei) in de Koophandel van Antwerpen, onder de titel De meester der smeltovens. Als toneelstuk werd het o.m. gespeeld door de Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen in 1889 en op 16 oktober 1890 in het Théâtre des Variétés in Antwerpen. Voor een korte inhoud van het stuk, zie Het Nederlandsch Tooneel, jrg. I, nr. 79 (20 januari 1889).
[5] Over de verkiezingen van 19 oktober 1890, zie ook brief 96, noot 3.
[7] Nestor de Tière, De wolvin uit 't Zwartbosch (1890).

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)

Filosoof.

Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Ohnet, Georges (° Parijs, 1848 - ✝ Parijs, 1918)

Romanschrijver.

Debuteerde als journalist. Schreef een grote romanserie (10 delen), Batailles de la vie (1881-1889), waarvan o.m. Le maître des forges (1882) deel uitmaakt. Maakte theaterbewerkingen van het merendeel van zijn romans.

Philippson, Martin (° Maagdenburg, 1846 - ✝ Berlijn, 1916)

Historicus.

Was van 1875 tot 1878 hoogleraar te Bonn en van 1878 tot 1890 aan de ULB, waar hij van juni tot december 1890 ook rector was. Nam ontslag in 1891. Vestigde zich daarna te Berlijn, waar hij de stichter en voorzitter was van het Gesellschaft zur Förderung der Wissenschaft des Judentums.

Tiberghien, Guillaume (° Brussel, 1819-08-09 - ✝ St.-Joost-ten-Node, 1901-12-28)

Filosoof.

Studeerde aan de Brusselse universiteit: trad in haar dienst in 1846; buitengewoon hoogleraar vanaf 1848; gewoon hoogleraar sedert 1853. Permanent lid van de Raad van Beheer van 1878 tot 1901. Strijdend vrijzinnig wijsgeer, die vulgariserende werken schreef over lekenmo-raal. Verspreidde de ideeën van de Duitse filosoof Karl Christian Friedrich Krause. Doceerde achtereenvolgens archeologie, esthetica, antropologie, moraalfilosofie, geschiedenis van de filosofie, metafysica, logica en psychologie. Schreef o.a. Théorie de l'infini (1846), Logigue de la science de la connaissance (1864), Eléments de la morale universelle (1879), Krause en Spencer (1882).

Tiere, Nestor De (° Eine (thans Oudenaarde), 1856-08-06 - ✝ Vorst (Brussel), 1920-09-28)

Ambtenaar en schrijver.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Wundt, Wilhelm (° Neckaran, 1832 - ✝ Grossbothen, 1920)

Filosoof en psycholoog.

Naam - uitgever

Guyot, (désiré Victor) Eugène (emile)

Leuven 18/07/1820 - Brussel 16/02/1875

Drukker.

Nam omstreeks 1852 de leiding over van de firma Adolphe Wahlen & Co, die in 1856 definitief zijn naam kreeg (op dat ogenblik telde de drukkerij 80 werknemers). Was leverancier van de Senaat, het Brabants provinciebestuur en het Brussels stadsbestuur. Drukte ook lange tijd de postgids, het spoorboekje e.a. officiële drukwerken. Verder verzorgde hij, voor export, het drukken van Spaanse en Portugese werken (in 1870 werd op dat stuk een totaal van 400.000 vol. bereikt). Na zijn dood nam zijn zoon Frederic Victor Gustave (° Brussel 1852) de zaak over, maar die werd in de registers van Brussel geschrapt in 1878. Ze bestond echter zeker tot 1914 (uitgave van de Moniteur des Administrations Communales); ze was gevestigd aan de Pachecostraat 12 in

Brussel. Bronnen: AMVC, G 979. Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique des origines à nos jours t.VI Bruxelles, Musée du livre, 1934, 152. Vermeersch (Repertorium).

Titel - krant/tijdschrift

Journal Des Etudiants De L'universite De Bruxelles (° 1889 - ✝ –, 1906)

Tijdschrift.

Kreeg na een fusie met L'Etudiant libéral in 1906 de titel L'Echo des étudiants (bald dat in 1914 werd opgeheven). Was rond 1894 socialistisch geïnspireerd.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Nederlandsch Tooneel, Het. Weekblad Voor Tooneelbelangen

Informatief weekblad dat los van elke politieke strekking theaterinformatie bracht, en te Antwerpen verscheen in de jaren 1888-1889 en 1891-1892.

De redactie berustte bij L. Krinkels die er o.m. zijn Brieven van Ad. Totter in publiceerde. De publikatie werd een jaar onderbroken, tijdens hetwelk L. Krinkels (hoofdredacteur) en E. de Bom en A. Vermeylen (redacteurs) Ons tooneel uitgaven. Het jaar daarop verscheen opnieuw een Het Nederlandsch tooneel (ditmaal Orgaan voor tooneelbelangen), waarvan de redactie niet bekend is maar dat qua inhoud en presentatie sterk bij de vorige toneelbladen aanleunt (1891-1892).

Naam - instituut/vereniging

Nederlandsche Schouwburg Van Antwerpen (° 1853 - °)