[2] Hubert Laroche, jong toneelspeler die sinds 1882 verbonden was aan de
Nederlandse Schouwburg te Antwerpen. Muntte uit in karakterrollen. Had ook een sterk komisch talent, waarmee hij vooral in zijn jonge jaren veel succes oogstte (o.m. als de schilder-dichter-muzikant en stadsbeambte Van Blek in
De maire van Antwerpen (1891) van
Frans Gittens).
Emmanuel de Bom, die een groot bewonderaar was van
Laroche, zag hem voor het eerst in een blijspel van
Hubertus Janssen,
Jan Dwars of een moedwillige schoonvader, dat van 20 januari 1886 af in de
Nederlandsche Schouwburg regelmatig op het repertoire kwam. I.v.m.
Laroche, zie de documenten en knipsels over hem in het AMVC (L 246/D en K) en ook de volgende bronnen:
[Emmanuel de Bom], 'Een groot Vlaamsch tooneel-kunstenaar: H. La Roche jubelt 1881-1921', in: De volksgazet (16 nov. 1921), p. 1;
anoniem Hubert Laroche, Uitgave van De Zuid-Nederlandsche Tooneelbond, Antwerpen, Cl. Thibaut, 1902;
anoniem, 'Tooneel. Dubbel afscheid: Hubert La Roche en Marie van Eysden-Vink', in: De nieuwe eeuw, VII, nr. 349 (1 mei 1924), p. 987;
Frans van Doeselaer, Oorsprong van het Nationaal Tooneel en overzicht zijner werkzaamheden gedurende de 50 eerste jaren, ([Antwerpen], G.F.& E.Janssens, 1903), p. 32;
Lode Monteyne, Medaljons. Silhoeëtten van Vlaamse toneelspelers en toneelspeelsters van Victor Driessens tot Louis Bertrijn (Antwerpen, Koninklijke Nederlandse Schouwburg, 1949), hoofdstuk IX. [*] De 'makame' (Arabisch: 'makama' = samenkomst) is een Arabisch genre dat voornamelijk bestaat uit rijmend en ritmisch proza. In ons taalgebied waren het voornamelijk
Jan van Droogenbroeck en
Pol de Mont die het genre beoefenden en het waarschijnlijk hadden leren kennen via de vertalingen uit het Perzisch van
Friedrich Rückert.
[4] Brieven aan Lodewijk Krinkels werden niet teruggevonden. Er is wel een brief van Krinkels aan
De Bom bewaard, wellicht uit november 1890.