23 Juli 91
Houwe,
Ik zal met G[eorges Dwelshauvers] spreken voor de voordrachten en ik geloof wel dat hij zal aannemen.[1] Een vraag: wordt zijn reis betaald (in tweede klas)? Antwoord zoo spoedig mogelijk.
Ik ga nu Coremans opzoeken,[2] en zal hem voorstellen met den Volksvijand te beginnen (Ik geloof zelf dat hij dat de eerste voorstelde). Ik geloof dat die keus goed is, want de kleingeestige politiekerij is ook hier te lande een "Lokalverhältniß".
Ge hebt me niet geantwoord over de reis naar Gent, correspondentie, enz. enz.
Nu van ons groote reis gesproken: Indien ik mijn salons van de Crespelstraat kan opplakken aan een makker vertrekken we in het begin van Aug[ustus] Anders maar op 't einde der maand.
Ik dacht ook naar den Rijn te vliegen in de plaats van literatuurmannekens te gaan bezoeken in 't mistige Noorden, en ik ging u daarover schrijven als ik uw kaart ontving. Het leven kost te duur in Holland. Het is onmogelijk daar op éen dag minder uit te geven dan 4 guldentjes!!
Sedert gisteren lig ik dus met den neus in een Bädeker, in de linker den officieelen reisgids houdend, en in de rechter een passer waarmêe ik een breede landkaart afmeet. En ik combineer, ik combineer! ... Eén enkel hinderpaal: die 80 fr. waarvan ge spreekt. Kunt ge verdoemd geen beestigen en zeer rijken Engelschman of Jood "wammen", om wat meer te bezitten, 100 of 120 fr. b.v. Antwoord spoedig. Ge moogt honger
[2]
lijden het heel jaar door, maar voor Aug[ustus] moét ge 120 fr. hebben.
Ziehier drie voorstellen. Ik reken eten, drinken, slapen, enz. enz. op 5 M[arken] per dag. Dat is zeer weinig. Ik geloof dat we veel spekslagerij zullen mogen eten, en maar éens per dag in een Restaùration binnentreden.
- I — Reis van 120 fr. — 15 dagen: we nemen den trein (langs Luik) tot Gouvy of Trois-Vierges. We bezoeken te voet, natuurl[ijk] het Oosten van Holl[andsch Luxemburg][3] (zeer schoon), en komen (langs Diekirch en Vianden) te Trier. Dan volgen we heel de Moezel (Brauneberger, Trarbach, Pisporter, Zeltinger-Schlossberg, Grünhäùser, hoe evocatief! En óf we zullen dorst hebben!!), bezoeken Koblenz, volgen den Rijn langs St Goar, Assmanshausen, Bingen, Rüdesheim (Niederwald), Johannisberg, tot Mainz en Wiesbaden (indien we tijd hebben, tot Frankfùrt). We komen weêr per trein van Mainz tot Bingen (éen uur), we snijden den Hunsrück door tot Alf (op de Moezel), en door den Eifel en den Schneifel (Daun, Gerolstein, Prüm) trekken we terug naar Gouvy.
- II. Reis van 10 dagen, naar den Schwarzwald: 100 fr.We nemen den trein tot Straatsburg, en loopen heel den Schw[arzwald] door. Dat 's maar een plan. Ik heb het niet grondig onderzocht.
- III. Reis van 100 fr. 12 dagen. Trein tot Trier. Reis nr I, maar zonder Lux[emburg] en Eifel, en eenige andere kleine veranderingen.
- IV. Reis van 8 dagen, 80 fr. Trein tot Bingerbruck, den 15 Augustus. Gaan tot Mentz, en komen weer langs Koblenz, Rolandseck, Bonn, Keulen, Aken. De kaarten zijn maar geldig voor 8 dagen. Dan zien we niets van de Moezel, en liggen een heelen dag in een pleizier(?)trein.
Schrijf me spoedig, veel, en goed, en vertel me "die neùe Geschichte mit Cl[ara]"
Ik heb een kolossaale lust om uwen smoel wêer te zien.
[[In plaats van een handtekening van Vermeylen staat er een varkentje getekend.]]
Annotations
[2] Edouard Coremans was betrokken bij de plannen om te Antwerpen het Nederlandstalige toneel nieuw bloed in te pompen. Zie ook brief 50.
[3] Het gedeelte van Luxemburg dat na de Belgische omwenteling niet aan België werd toegewezen (1899), was tot 1890 in persoonlijke unie verenigd met Nederland. Toen na het overlijden van Willem III in 1890, het huis van Oranje-Nassau in mannelijke lijn uitstierf, werd Adolf van Nassau de eerste groothertog. Zie 'Luxemburg', Encyclopaedia Britannica, dl. XIV (1970).
