5 Aug[ustus] 91, om 9 u. 's morg[ens]
met jubelende geestdrift geschreven!
O Mane!
We gaan niét naar den Rijn! We mogen ons reis laten varen. De kerel die inlichtingen geeft in de statie had zich vergist: de kaartjes voor de rondreis Cobl[enz] - Heidelberg - Straatsburg kosten niet 35 fr., maar wel 48.70 fr. En we mogen daarmeê op geen stoomboot!
Dus, weeral een droom dien we mogen in slaap wiegen. Sujah, sujah kindekijn...
Maar... een andere droom is opgerezen. En — "al zeg 'k het zelf" — ditmaal heb ik een geniaal idee gehad. Voor den vierden of vijden keer veranderen we heel-en-al ons uitvluchtje. Ziehier "l'ordre & la marche du cortège"
Zaterdag 8 Aug[ustus]: 's namiddags, blijde intrede van onzen Mane in de bekoorlike stad Brussel. Muziek, redevoeringen, Moezelwijn, enz. enz.
Zondag 9 Aug[ustus]: dag in Brussel. We hebben dorst.
Maandag 10 Aug[ustus]: slapen, eten, drinken. Mane leest zijn laatste gewrochten. Om 7.7 u 's avonds, vertrek uit Brussel.
Leo weent in mijn "gileei".[*]
Dinsdag 11 Aug[ustus]: aankomst te Luzern om 2 u. 's namidd[ags]. (!)
Van 11 Aug[ustus] tot 18 of 19: bezoeken Luzern (de bruggen, den Leeuw, kerk, Gütsch, enz.) We varen heel het 4-Woudsteden-meer door. Trein van Flülen tot Amsteg (éen uur). Te voet van Amsteg naar Göschenen, door het Reussdal (colossaal, co-los-saaal!!) Door de Schöllenen naar Andermatt (St Gothard), Hospenthal, en van daar opgetrokken naar de Furca (2436 m.
[2]
hoog.) We bibberen van de kou, en spelen "raaizeboentje"[1] op de sneeuw. We dalen af naar den Rhongletscher. Door den bergpas van den Grimsel naar het hospice, in de eenzaamheid en de stilte der ijsvelden! Van daar, langs wilde en woeste landschappen (Todtensee), tot den Handeck-waterval, en naar Meiringen. Van Meiringen naar den Rosenlaui-Gletscher, Reichenbach-watervallen, Groote-Scheideck (1935 m), Grindelwald-Gletscher, Kleine-Scheideck, Lauterbrunnen (Staubbach-waterval, 300 m. hoog), we zijn nu juist voor de Jungfrau. Naar Interlaken. Brienzer-See doorvaren (in een bootje misschien). Giessbach-watervallen. Brienz. Door de bergengte van den Brünig naar Alpnach. En, om te eindigen, den Pilatus bestijgen! (2123 m., schooner panorama dan van den Rigi). Weer naar Luzern, en dan rusten we nog twee dagen uit in Brussel.
Volgens mijn gedetailleerd plan kunnen we dat aflappen in 7 dagen. En we moeten maar den 9den dag weêrkomen! Dus, hebben we meer dan één dag te besteden aan "invallende ideeën".
Kosten: Brussel - Luzern (IIIe klas) en Luz[ern] - Brussel:
36 fr. (ditmaal vergis 'k me niet)
Doorvaart van 4-Waldstätter-See: 2.30
[Doorvaart van] Brienzer-See: 1.00
Trein van Flülen tot Amsteg: ? (14 km.) (één fr. ten hoogste)
Blijft 60 fr., dus 7.50 fr. per dag, voor eten, drinken en slapen! (we moeten niet betalen voor de merkwaardigheden die we zullen zien, geen gidsen noodig gelijk we zouden moeten doen in de Rijnsteden).
We bezoeken het schoonste deel van Zwitserland (ik heb die reis reeds gedaan tot aan den Rhongletscher, maar dan trok ik den Rhon af tot Genève).
Ik geloof niet dat we 7.50 fr. per dag zullen uitgeven. Dan verlengen we nog ons reis. Soms zullen we moeten ons eten en een flesch "Klaren" of Kirsch voor een heelen dag meenemen: op de ijszeeën vindt men geen kroegen aan alle hoeken.
Ge hoeft alleen meê te nemen: éen paar kousen, éen hemd, twee
[3]
kraagjes, zakdoeken, een overjas, een foulard, zeer goede schoenen aan de pooten en honderd fr. Kunt ge geen flanellen hemd dragen (lijk ik)? dan hebt ge geen kraagjes noodig, en dat is gemakkelijker voor slapen, zweeten, enz.
Ik heb hier een grooten reiszak om op den rug te dragen. Van Brussel zullen we meênemen: zeep, borsteltje, kam, sigaren, pijp, tabak, sigaretten, een regenscherm, den Bädeker.
En dan, evohé!! ....
't Is aangenomen met algemeene stemmen? Schrijf me dan spoedig om welk uur ge zaterdag a.s. afkomt.
Houwe, ik schud u handen en voeten.
[[In plaats van een handtekening van Vermeylen staat er een varkentje met bergstokken getekend, dat een zonsopgang in de bergen bewondert.]]
P[ost Scriptum] — Georg Dwelsh[auvers] vraagt inlichtingen over l'Assoc[iation pour] l'Art. Zal hij daar een publiek hebben, is het een openbare voordracht, wanneer moet ze gegeven worden (hij zal in Antw[erpen] zijn rond 7 Sept.), enz. enz.[2]
