<Resultaat 255 van 1419

>

Bravo!
Zoo ongerust als me uw express van dezen morgen (eigenl[ijk] 4 u.) heeft gemaakt, zoo mùnter und heiter word ik door den banlieu[*] van dezen namiddag. (6 u.)
Uw tweede brief ontslaat mij van een lang epistel. De 1° regel van dien brief zou geweest zijn:
"O, die typen, die alles gezien hebben."
Nu blijft nog maar één punt, waar ik me op bot suf: hoe mijnen ouwe vermurwen, omkoopen met welsprekendheid, om hem 16 fr. af te persen, die 'k noodig heb om de 100 te volmaken! Zoodra gij mij de splinters afzendt, ga ik de bestorming van dit versterkt kasteel wagen.
Ik zal een schietgebed zenden aan Gilles de Rais,[1] of een satanieken vaderons lezen ter eere van kanunnik "Docre[2] om de Cerberussen van den bak om te klappen: ik heb alle vertrouwen.
Dus, va voor Zwitserland.
Ik kan het echter niet gelooven, vooraleer ik, met mijn romp in de wolken van den Pilatus, mijn handen wasch.
Eén bede: Ik verwacht van u, vóor Zaterdag of ten laatste Zaterdag morgen een brief met het postmandaat in quaestie. Zweer mij dat gij mij niet zult schrijven vooraleer ik u weer een brief zend. Ontsluiering van dit mysterie zult gij savoureeren, als wij op meergemelden Pilatus, ergens auf einem Rasenplatz, de poorten onzer confidenties over de laatste maanden wagenwijd openzetten. Ik hoop dat Pilatus al lang zijn ooren kwijt is.
[2]
Ik heb geen notie van de topographie. Heb ook noch lust, noch — vooraltijd om den Baedeker te studeeren. Doe dus wetenschap op voor twee en wijd me in als ik Vrijdag a[anstaande] aan uw gilet lig in de Noordstatie. Die Volksvijand ligt me als een pak op de maag.[3] Ik moet nog 2 akten en 1/2 vertalen, en, rechtuit gezegd, — enthusiasm apart — 'k vind het beestig van die Cirkspringers me dat werk niet te betalen. 't Zou me nu zoo van pas komen. Ik moet vandaag nog een uur of 3 en morgen een uur of 7 eraan werken en dan ben 'k nog niet klaar.
Ik kreeg gister avond antwoord van v.d. Velde,[4] die ziek is geweest, zegt hij. Tekst: "il nous sera absolument impossible d'être organisés avant l'hiver. Nous ne pouvons pas par le choix d'une époque inopportune ou par un départ trop hâtif rater notre début.
J'irai v[ous] voir à la 1e occ[asion]; n'oubliez surtout pas de remercier monsieur G[eorges Dwelshauvers] de son gracieux acquiescement et aussi v[otre] dévoué intermédiaire.
Tout cela n'est que remis n'est-ce pas ?"
Laat ons die zaak laten rusten tot na onze reis; dan zal ik zelf hier eens rondzoeken of er niets geschikts zou zijn om G[eorges Dwelshauvers] als hij hier is een voordr[acht] te doen geven.
Ik hoop dat hij niet al te boos zal zijn.
'k Heb met Buschm[ann] een beetje gemopperd over de Vl[aamsche School] en andere. Kapittel voor Zwitserland.
Dus, wel verstaan: ik zal zorgen voor congé en oorden; — gij voor wetenschap en... sigaren, en nog voor één brief (ten laatste overmorgen vroeg in Antw[erpen] arriveerend).
Vergeet niets en blijf mijn houwe, potverdomme!
[[Rond de naam van]]Mane.[[staat een gnuivend maantje getekend.]]

Annotations

[*] 'Banlieu' (gew.): stoptrein.
[1] Gilles de Rais wordt ook soms Gilles de Retz genoemd. Deze gewezen compagnon van Jeanne d'Arc, die vermoedelijk ten onrechte als het historisch model van de Blauwbaardfiguur wordt beschouwd, was heer over uitgestrekte gebieden in Bretagne, Anjou en de streek van Maine. Hij was zeer rijk en zeer kunstminnend en verspeelde zijn hele fortuin door zijn luxueus en libertijns leven. Om aan de dreigende armoede te ontsnappen, zocht hij zijn toevlucht bij de beroemde alchimist Prelati. De hertog Jean V van Bretagne en de aartsbisschop Jean de Malestroit echter geloofden ook in de alchemie en vreesden dat Gilles de Rais erin zou slagen goud te maken en op die manier opnieuw rijk te worden. Zij bedachten allerlei intriges om hem door de inquisitie te laten veroordelen. Uiteindelijk werd hij beticht van kindermoord ('om de duivel te verzoenen') en veroordeeld tot de strop. Wat hij nog aan goederen bezat, werd door Hertog Jean V van Bretagne in beslag genomen. Zijn legende, waarin vooral het aspect van de kindermoord in de verf wordt gezet, leeft nog steeds voort. Zie Salomon Reinach, 'Gilles de Rais', in: Revue de l'Université de Bruxelles, X (1904-1905), p. 161-182. In 1888 had J.-K. Huysmans de hand gelegd op een toen geruchtmakend boekje, nl. van Abbé Eugène Bossard, Gilles de Rais, dit Barbe-Bleu (1404-1440) (Angers, Champion, 1885. Zie R. Baldick, La vie de J.-K. Huysmans (Parijs, Denoël, 1958), p. 178. Het leven van Gilles de Rais, die volgens Bossard op een gegeven ogenblik in het gruwelijkste sadisme en het meest geraffineerde satanisme zou zijn vervallen, maakte op Huysmans een diepe indruk. Hij verwerkte de gegevens die hij daar en nog elders over Gilles de Rais kon vinden in zijn roman Là-bas, waarin een beeld wordt opgehangen van het occultisme en het satanisme, zoals dat toentertijd in bepaalde kringen nog in de praktijk zou zijn geweest.
[2] "Le chanoine Docre", berucht occultist en satanist, was een der personages uit J.-K. Huysmans' roman Là-bas (1891). Volgens getuigenissen van J.-K. Huysmans zelf zou dit sinistere personage geïnspireerd zijn op de figuur van de Brugse kapelaan van het Heilige Bloed, Lodewijk van Haecke (1829-1912). Voor meer details hierover, zie Herman Bossier, Geschiedenis van een romanfiguur; de 'chanoine Docre' uit Là-bas van J.-K.Huysmans (Vlaamse wetenschappelijke pockets, Hasselt, Heideland, 1965). Met 'vaderons' bedoelt De Bom het 'Onze Vader'-gebed.
[3] Over Een vijand des volks van Henrik Ibsen, zie de voorgaande brieven.
[4] In verband met de Association pour l'Art, zie brief 85 en brief 137. De brief waarvan hier sprake is, werd niet teruggevonden.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bom, Petrus De (° Antwerpen, 1825-11-27 - ✝ Antwerpen, 1907-12-26)

Vader van Emmanuel. Kleermaker. Gehuwd met Francisca Dirven op 27/04/1852.

Buschmann Sr., Paul (° Antwerpen, 1816-01-01 - ✝ Antwerpen, 1909-11-20)

Drukker-uitgever.

Lid van de Liberale Vlaamsche Bond, waarvan hij afgevaardigde was in de Provincieraad. Nam van 1870 af samen met zijn broer Gustave de leiding waar van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann († 1853). Gaf o.m. VS uit, dat hij na de dood van D.van Spilbeeck (1877) tot 1896 samen met P.de Mont ook leidde; ook de tweede reeks van Van Nu en Straks (1896 - 1901) nadat hij reeds in 1892 het prospectus voor de eerste reeks had gedrukt, werd door zijn persen verzorgd. Zijn uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, bezorgden hem de faam op het einde van de 19de eeuw van Antwerpen een middelpunt van drukkunst te hebben gemaakt.

Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)

Filosoof.

Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.

Rais, Gilles De Laval, Baron De (° Marechoul-en-Raīs, 1404 - ✝ Nantes, 1440)

Veldheer en alchemist.

Velde, Henry Clemens Van De (° Antwerpen, 1863-04-02 - ✝ Zürich, 1957-10-25)

Architect, schilder, sierkunstenaar en essayist. Medeoprichter van Van Nu en Straks. In 1894 gehuwd met Maria Sèthe.

Titel - krant/tijdschrift

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Naam - instituut/vereniging

Association Pour L'art, L' (° 1892 - ✝ 1893)

Antwerpse artistieke vereniging.

Trachtte in opvolging van L'Art Indépendant het streven van de Brusselse groep Les XX om de contemporaine kunstuitingen ingang te doen vinden, buiten de hoofdstad verder te zetten. Het inrichtend comité bestond uit Ch. Dumercy, M. Elskamp, G.Morren, G. Serigiers, H. van de Velde en, gedurende enkele maanden slechts, V. Compijn.

Er werden twee tentoonstellingen georganiseerd (één in 1892 en één in 1893), waar geheel in de geest van Les XX zowel kunst als kunstnijverheid (gleizen potten, tapijtontwerpen, plakkaten enz.) werd getoond. Tot de deelnemers aan de tentoonstellingen behoorden o.m. Th.van Rysselberghe, A. Bloch, G. Seurat, V. van Gogh, J. Toorop, W. Crane en H. van de Velde. Ook van de Japanner Hiroshighé werd werk geëxposeerd. Behalve tentoonstellingen richtte de Association, eens te meer zoals Les XX, ook voordrachten en concerten in.

Cirkschouwburg 1891 - 1900 (° Antwerpse toneel- en feestzaal, gevestigd aan de Jezusstraat, die verhuurd werd voor dansavonden, circusvoorstellingen of toneel. Verscheidene malen werd te Antwerpen gepoogd naast de officiële Nederlandsche Schouwburg een tweede Schouwburg met een eigen groep op te richten. De eerste poging dateert van, - ✝ ', 0084 - ✝ , toen W. Lemmens in het Théâtre des Variétés erin slaagde, ondanks het uitblijven van geldelijke steun, een jaar lang een tweede Nederlandstalig gezelschap beroepsacteurs op de planken te houden. De volgende pogingen gingen door in de Cirkschouwburg, en wel in, 1886 - ✝ ', 0087 - ✝ o.l.v. Fr.Bouwmeester, die van de Cirk een familieschouwburg wilde maken, en in, 1888 - ✝ ', 0089 - ✝ o.l.v. H.van Kuyk. Beide pogingen mislukten door het gebrek aan comfort in de zaal, In, 1891 - ✝ werd de Cirkschouwburg herbouwd, nadat drie spelers van de Nederlandsche Schouwburg (nl. H.Laroche, Fr.Bouwmeester en B.Ruysbroeck) zich uit ongenoegen met de nieuwe directie uit dit gezelschap hadden teruggetrokken en een eigen privé-onderneming op het getouw wilden zetten. De nieuwe Cirkschouwburg, die opgesmukt werd door een aantal jonge Antwerpse schilders en beeldhouwers en het nieuwe gezelschap, waartoe behalve Ruysbroeck en Laroche (Fr.Bouwmeester had zich niet aan de plannen gehouden en zich in Nederland laten engageren) nog H.van Kuyk, Pr. de Wit en Julie Cuypers behoorden, wekten het enthoesiasme op van E.de Bom, die goed bevriend was met Laroche en die met A.Vermeylen, J.Mesnil en E.Coremans de initiatiefnemers wilden bewerken om van de Cirk een avant-garde-schouwburg te maken waar Ibsen, Maeterlinck, Sudermann, Tolstoj en Strindberg zouden gespeeld worden. Uiteindelijk werd alleen Ibsens Volksvijand (in de vertaling van E.de Bom) weerhouden, maar ook deze opvoering strandde jammerlijk omdat de acteurs na enkele repitities het stuk niet verder aandurfden. De Cirkschouwburg, o.l.v. H.Verstraeten, werd dus weer een gewone familieschouwburg waar naast "betere" stukken zoals Gringoire van Th.de Banville. en De maire van Antwerpen van Fr.Gittens meestal spektakelstukken en melodrama's gebracht werden, en eenmaal, in het voorjaar van, - ✝ , bij wijze van uitschieter, het gezelschap Junkermann te gast was, dat Hoog- en Nederduitse stukken opvoerde, o.m. van Frits Reuter. De ploeg van H.Verstraeten speelde maar één enkel toneelseizoen: einde, 1892 - ✝ keerden de meeste acteurs naar de voorheen zo versmade Nederlandsche Schouwburg terug. De Cirkschouwburg werd opnieuw voor de meest uiteenlopende activiteiten opengesteld: bals, goochelavonden, circusvoorstellingen en, in, - ✝ althans, voor opvoeringen van franstalige operetten. Het gebouw brandde af in,)