den Haag, 19 Aug[ustus] '91
Waarde vriend de Bom,
Zend mij per omgaande uw novelle[1] en wij zullen zien. Ongezien kan ik niet beslissen — en ook zonder mijne mederedacteuren niet — of wij uwe schepping plaatsen. Ik zal er dadelijk na ontvangst werk van maken en, wordt zij opgenomen, dan zend ik u omgaand een autograaf van den president van den Nederlandschen of den Belgischen bank.
Wordt het niet geplaatst, dan zal ik zien of gij wat anders voor ons kunt doen en of ik u daarop een à conto kan zenden.
'k Zou u graag weêr eens zien en spreken, want ik heb heel wat op mijn hart, ook over ulieden werk. Maar ik heb het altijd druk en ben een lui briefschrijver.
Steeds hartelijk
Uw
P[ieter] Boele v[an Hensbroek]
Annotations
[1] Emmanuel de Bom, 'Onmachtig', in: De Nederlandsche spectator, nr. 35 (29 aug. 1891), p. 278-281.