<Resultaat 324 van 1419

>

Vriend De Bom
Vergeet a.u.b. de boeken niet die gij mij beloofdet?[1]
En nu De Braekeleer. Wat zegde ik U? —
"Men zal weldra vernemen dat de meeste zijner schilderijen in de handen zijn van '— chauds de tableaux'", die ze voor niet opkochten, en die nu door alle mogelijke middelen, zelfs door middel van voordrachten met scheldwoorden, de eigenliefde der sinjoors hevig prikkelen, om hunnen "stock" aan hooge prijzen af te zetten. — Hetgeen enkel bewijst dat de ketjes in zulke zaken de sinjoors te plat zijn. "La farce est jouée! Bonsoir la compagnie."
U[w Dienstwillige Dienaar]
F[rans] Gittens
Wilt niet zeggen dat De Braekeleer geen man voor groot talent was. O neen! In tegendeel! Maar dat de "reclame" goed werd ingericht en zoo als ik het U zegde, dan reeds (maar ook niet vroeger) begon "wanneer de ongelukkige niet meer kon schilderen" en voor die gemeene exploitanten (niet de sinjoors die men nu dik en dubbel wil scheeren) het schaap in huis was.[2]
Lacen![*] de ongelukkige schilders, en de philisters, die men enkel met stampen onder de broek, kan wakker schudden. —
Zullen zij bijten ?

Annotations

[1] Welke boeken Gittens bedoelde, werd niet achterhaald.
[2] Gittens' wrevel moet men situeren i.v.m. bepaalde gebeurtenissen te Antwerpen in 1891, rond de in 1888 overleden Henri de Braekeleer. Bij zijn begrafenis had het Antwerpse publiek voor deze overal elders beroemd geworden ingezetene weinig belangstelling aan de dag gelegd. Toen op 1 november 1891 het Antwerpse gemeentebestuur op plechtige wijze en in aanwezigheid van talrijke delegaties de buste van De Braekeleer door Jef Lambeaux in het Antwerpse Museum voor Schoone Kunsten onthulde, verweten de redenaars Ernest Slingeneyer en Louis Delmer de Antwerpse autoriteiten en de gevestigde kunstkringen van de stad — o.a. de Cercle Artistique — kortom, de hele Antwerpse upper-ten, hun hypocrisie t.a.v. Henri de Braekeleer, die ze noch tijdens zijn leven, noch bij zijn dood en begrafenis erkenning hadden gegund, maar drie jaar nadien met valse lof bestookten. Zie: 'Inauguration d'un buste de H.de Braekeleer', in: L'art moderne, XI, nr. 45 (8 nov. 1891), p. 357-359.
Daarna besliste de gewraakte Cercle Artistique van 6 tot en met 18 december 1891 een tentoonstelling te wijden aan de werken van Henri de Braekeleer. Dat wekte verbittering op van de Antwerpse correspondent van L'Art moderne, die andermaal de vroegere onverschilligheid tegenover De Braekeleers kunst bij de Antwerpenaars laakte. Zie: V., 'Exposition des oeuvres de Henri de Braekeleer à Anvers', in: L'art moderne, XI, nr. 51 (20 dec. 1891), p. 404-405. In de redevoeringen van Slingeneyer en Delmer werd gewag gemaakt van het feit dat De Braekeleer reeds jaren beroemd was, terwijl ook de Antwerpse correspondent van L'art moderne er de nadruk op legde dat De Braekeleer groot succes geboekt had tijdens zijn leven, in Brussel, Wenen, Parijs en Amsterdam. Meer dan De Braekeleers kunstwaarde, had dit succes waarschijnlijk tot het opslaan van een "stock" bij bepaalde opkopers geleid.
[*] 'Lacen!': helaas!

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Braekeleer, Henry De (° Antwerpen, 1840-06-11 - ✝ Antwerpen, 1883-07-20)

Schilder en etser.

Delmer, Louis (° St.-Joost-ten-Node, 1856-08-15 - ✝ Winksele, 1907-03-30)

Auteur en journalist.

Was eerst directeur van de Algemene Kas voor Waarborg en Pensioen en daarna uitgever. Schreef voornamelijk kunstkritieken. Leidde vaak openingen van tentoonstellingen in, o.m. in 1893 van de schildersgroep Wij Willen. Hield in het kader van de jaarlijkse salons van Als Ik Kan ook enkele voordrachten, waarvan bekend zijn Les parias de l'art (1892) en één over La fin des bourgeois van C.Lemonnier (1892). Schreef literair werk met sociale inslag: Le fils du gréviste. Croquis de moeurs belges (1889) en L'esclave. Drame antiesclavagiste et national (1890). Publiceerde verder nog Art, artistes et critique (1887; onder pseudoniem Clovis de Meir); L'art en Cours d'Assises. Etude sur l'oeuvre littéraire et sociale de Camille Lemonnier (1893) en Les chemins de fer (1889). Bewoog zich in politiek vooruitstrevende kringen, wat blijkt uit zijn contacten met de jonge Belgische Werkliedenpartij i.v.m. voordrachten die hij in 1893 in het Brusselse Volkshuis in de reeks Conférences sociales, artistiques et littéraires hield.

Gittens, Frans (° Antwerpen, 1842-12-17 - ✝ Antwerpen, 1911-06-26)

Toneelschrijver, bibliothecaris en politicus.

Lambeaux, Jef (° Antwerpen, 1852-01-14 - ✝ Brussel, 1908-06-05)

Beeldhouwer.

Slingeneyer, Ernest (° Lochristi, 1820-05-05 - ✝ Brussel, 1894-04-27)

Schilder.

Titel - krant/tijdschrift

Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)

Brussels artistiek weekblad.

Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.

Naam - instituut/vereniging

Cercle Artistique, Litteraire Et Scientifique D'anvers (° 1852 - ✝ 1969)

Vereniging op 10 mei 1852 opgericht onder voorzitterschap van J.F. Loos, toenmalig burgemeester, met de bedoeling tegenover de uitgesproken zich 'flamingantisch bewegende' literatoren en kunstenaars een zich - op burgerlijk hoger vlak - manifesterende groepering te vormen die, naast de beoordeling van kunstwerken, de evolutie van de wetenschap in het bereik van het Antwerpse 'society'-leven wou brengen. De 'Cercle' ontplooide al zeer vlug een merkwaardige aktiviteit door o.a. tentoonstellingen en lezingen (o.a. van Multatuli, Mallarmé en Verlaine). Ook Vlaamse manifestaties kwamen, zij het minder veelvuldig, aan de beurt: zo had in 1913 in de 'Cercle' de eerste openbare vergadering van de Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal plaats. Men wenste ook, na het teloorgaan, tijdens de jaren twintig van het Théâtre des Variétés aan de Meir, het Franse boulevardtheater zijn kansen te blijven gunnen. Dit bleek niet erg winstgevend, en in 1964 moest ook het ter hulp gekomen Centre Culturel d'Uccles de pogingen staken; de 'Cercle' werd definitief opgeheven in december 1969. Het archief- en documentatiemateriaal van de Cercle Artistique bevindt zich in het AMVC; de onroerende goederen kwamen in handen van het Antwerps provinciebestuur dat er onder de benaming Arenberg zijn Reizend Volkstheater in onderbracht en van het hele complex een cultureel centrum maakte.