Maandag 28 Dec[ember] '91
Houwe!
Een ontgoochelend nieuws: den tentoonstelling
Constantin Meunier is sedert zaterdag gesloten!
[1] En ik heb ze maar éens gezien, zonder nota's te nemen. Heel de inleiding is geschreven.
[2] Indien ik een artikel vind waarin men de expositie beoordeelt, dan zal ik me waarschijnlijk alle tafereelen herinneren, en dan zal ik kunnen de rest schrijven van mijn studie. Enfin, ik zal dat toch trachten af te maken, misschien zal ik nog 't een of 't ander bij
Meunier zien. Hebt ge met
Buschmann gesproken? (portret, reproductie, enz.) —
.... 't Is nu zeer lang geleden dat we niet meer gesproken hebben over het stichten van een tijdschrift. Dat kan ni blaaiven dûere! Ziehier mijn jongste plan:
Wij maken hiervan een bepaald voorstel :
- 1°) Het Tijdschrift moet strijdend zijn als "l'Art moderne", in dezelfde strekking.[3]
- 2°) Het Tijdschrift's horizont moet zóo uitgebreid zijn, voor álle kunsten, als het "Magazin für die Literatur" voor de letterkunde.
- 3°) Het Tijdschrift moet de handen ineen slaan met de jongeren van Holland die er nog niet gekomen zijn.
Zoo een tijdschrift stichten schijnt me onmogelijk in den huidigen toestand, voor een hoop redens die 'k zal verzwijgen omdat ge ze zoo goed kent als ik. Aangenomen met algemeene stemmen? Dan ga ik voort:
We moeten dus bouwen op iets dat reeds bestaat, we moeten op de traditie berusten, 'lijk de doctrinairen zeggen. We moeten
[2]
dus een tijdschrift vinden dat knoppen heeft ende bestaansmiddelen, een tijdschrift dat reeds een publiek bezit, en waarin wij kunnen indringen en op indirecte wijze baas spelen, om het "nieuwe paden" te doen inslaan.
Mijn welwillend publiek (sierlijke buiging) heeft me begrepen. Ik hoor het publiek fluisteren: Dat tijdschrift kan niets anders zijn dan "De Vlaamsche School"! ...
Juist. We moeten D[e Vlaamsche School] langzamerhand hervormen. In stede van een tijdschrift te stichten, en bloc, in éens, volgens onze eigen begrippen, zullen we tot ons doel komen op experimenteele wijze! (algemeene toejuichingen).
Nu daal ik uit de hoogte der theorieën neer tot op den grond van 't positieve, langs de ladder der strenge logica:
- 1° — Ge moet volstrekt bekomen van Buschmann dat hij zijn titel verandere: De Vl[aamsche School], tijdschrift voor kunst (in plaats van: tijdsch[rift] voor schoone kunsten, letteren, oudheidkunde! enz. ...)[4]
- 2° — De Vl[aamsche] School verschijnt alle maanden (16 b[lad]z[ijden]) met een oorspronkelijke ets.
- 3° — Wij schrijven genoeg om maar een geringe plaats te laten aan de Roggé's, Brans'en en andere Vandenbranden's.
- 4° — We kloppen op de Timmermans'en en de Herbo's, en we verdedigen op de brutaalste wijze de artiesten die we bewonderen. Ik schrijf over Meunier, Frédéric, Mellery, enz., later Rops, Odilon Redon, enz. Een infectie van Jong bloed in de aderen van het beschimmeld tijdschrift. We plaatsen daarin groote strijdartikels (over de vrijheid der kunst, de smeerlapperij der belgische bourgeois, een uitschijting der "architekken["] enz. enz. enz.)
- 5° — Zors schrijft over muziek.
- 6° — We doen voor de letterkunde wat we met schilder- en beeldhouwkunst doen.
- 7° — We houden ons op de hoogte van wat er gebeurt in Frankrijk, Engeland, Duitschland, het Noorden en vooral Holland.
- 8° — Dat alles moet natuurlijk langzamerhand gedaan worden.
[3]
We komen met héel ons programma niet voor den dag.
- 9° — Eens dat het ding goed in gang is, stellen we ons in betrekking met de jongeren uit Holland, en we drukken (in een bijvoegsel, b.v.) zuiver literaire proeven af, die de jeugd en de oorspronkelijkheid voor kenmerk hebben.
- 10° — En dan, zijn we de meesters, en "Leve Jong Vlaanderen!".
Aldus gedacht en geschreven in onze schoone stad Brussel, den 28n December, om 7 u. 's avonds. Ende werd goedgekeurd door
Dinsdag 's morgens.
Ik ontvang zoo even uwen brief. Het artikel
Meunier zal geschreven worden. Kan
Vandevelde in 't Vlaamsch schrijven? en mêeloopen met
de Vl[aamsche School]?
[5]
Annotations
[1] De tentoonstelling over het werk van
Constantin Meunier liep van 2 tot en met 27 december 1891 in de Galerie Moderne (Koningstraat 180) te Brussel. Zie
La chronique van 2 dec. 1891 en 26-27 dec. 1891.
[2] Van
Vermeylens artikel voor
De Vlaamsche School. Zie
brief 216.
[3] De strekking van
L'art moderne. Revue critique des arts et de la littérature werd in een aankondigende rubriek wekelijks op de achterkant van elk nummer herhaald:
"L'art moderne s'est acquis par l'autorité et l'indépendance de sa critique, par la variété de ses informations et les soins donnés à sa rédaction une place prépondérante. Aucune manifestation de l'Art ne lui est étrangère: il s'occupe de littérature, de peinture, de sculpture, de gravure, de musique, d'architecture etc. Consacré principalement au mouvement artistique belge, il renseigne néanmoins ses lecteurs sur tous les événements artistiques de l'étranger qu'il importe de connaître." [4] De volledige titel luidde:
De Vlaamsche school. Tijdschrift voor kunsten, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.
[5] Hoewel
Henry van de Velde blijkbaar passief Nederlands kende (zie
Henry van de Velde, Geschichte meines Lebens (München, Piper Verlag, 1962) passim, zijn ons van hem geen Nederlandse teksten uit de jaren negentig bekend. Aan
De Vlaamsche School heeft hij in ieder geval nooit meegewerkt.