Café des artistes militants
bij den H[ee]r Scheepers
Hofstraat.
Antwerpen
< | Resultaat 353 van 1419 | > |
---|
Brièt, Arthur (° Madioen (Java), 1867-01-25 - ✝ Nunspeet, 1939-02-23)
Schilder van de realistische school.
Leerling van J.Hoevenaar Wzn.(Utrecht). Liet zich in 1884 inschrijven aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Werkte ook in Mechelen bij A.Struys. Behoorde tot de Vriendenkring, die geregeld in het Café des Artistes (Hofstraat, Antwerpen) bijeenkwam en waartoe ook E.de Bom behoorde. Was een bekende van V.van Gogh, die hij een "slecht schilder" vond.
Met zijn verblijf op het Noord-Brabantse platteland werd hij een gerenommeerd schilder van boereninterieurs, die echter vooral buiten Nederland (Duitsland, Frankrijk) gewaardeerd werden. Te Nunspeet organiseerde zijn vrouw, Johanna Vorsterman-Van Oijen, avonden met lezingen, waarop o.m. F. Timmermans vaak te gast was.
Larock, Evert (° Kapellen-op-den-Bos, 1865-05-12 - ✝ Kapellen-op-den-Bos, 1901-01-13)
Portret-, genre- en interieurschilder. Leerling van de tekenschool te Mechelen en van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Volgde daglessen bij Ch.Verlat. Was lid van Als Ik Kan en van De Dertien. Schilderde in naturalistische trant. Zijn werken hebben vaak een sociale inslag. Hij overleed aan tuberculose.
Struys, Alexander (° Antwerpen, 1852-01-24 - ✝ Ukkel, 1941-03-24)
Genreschilder.
Exponent van het naturalisme in de schilderkunst. Trachtte zijn werk een sociale dimensie te geven. Leerling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Volgde K.Verlat op als directeur van de Kunstschule in Weimar (1877-1882). Vestigde zich daarna in Mechelen. Zijn roem dateert van 1876 met het doek Roofvogels, waarin hij de hebberige houding van sommige Jezuïeten aan de kaak stelt.
Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)
Antwerpse kunstkring.
Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.