Woensdag
20 Jan[uari] '92
Beste Kerel
Wat heb je je voor me uitgesloofd in je laatsten brief!
[1]
Ik heb nu nog geen tijd om er uitvoerig op te antwoorden en bepaal me dus tot 'n paar dingen die haast hebben[.]
Je oordeel over m'n verzen
[2] komt niet geheel met het mijne overeen. Persoonlijk heb ik
[']t meest op met
marche funèbre.
[3] Ik geloof dat dit 't meest éen is;
[']t is aus einem Guss geworden en ik vind er nog het meeste moois in, behalve dan in
Aanbidding[4] daar ik vooral mee op heb om wat ik er in heb gelegd.
Troost[5] is heel en al kunsteloos neergeschreven, onder den invloed van een brief waarin die woorden
"Met zoo'n bedroefd Verlangen" stonden. Onder het schrijven leefde de herinnering van oud-Hollandsche liedjes, die koningskindren,
[6] in me op — niet die aan verzen van Vondel &
H[élèn]e Swarth, zooals jij meent; de laatste heb ik niet genoeg in me opgenomen dan dat ze invloed op me konden oefenen. Onder die
Middelned[er]l[andsche] herinneringen schreef ik:
"Ik en mag niet tot u gaan." —
"Eilacy zoo ver gij toeft," —
"dat uw lippen mij kussen doen". — de dingen die jij er geaffecteerd in vindt. Er is iets primitiefs in het heele gedichtje, artistiek
af is het stellig niet.
Aanbidding[7] en
Oudejaar[8] mag je hebben voor
de Vlaamsche School. Ook
Marche funèbre[9] er bij, wat ik wel zou willen geplaatst zien. En nu stuur ik je nog een fragment
Stemmen van Liefde,
[10] dat je eveneens mag plaatsen wanneer je
[']t er goed genoeg voor acht; ik zou het zelfs graag willen omdat
zij[11] [']t zoo mooi gevonden heeft, toen ik
[']t haar heb voorgelezen. Maar, beste kerel, alleen onder
strikt pseudoniem.
[2]
Niemand dan jij mag weten van wie die verzen zijn.
[']t Is niet alleen om me zelf onaangename vragen te besparen, vooral voor
háar. Want, ik moet
[']t je nu toch maar éens zeggen: Zij is getrouwd; ongelukkig getrouwd. Haar man begrijpt niets in haar; terwijl zij zoo mooi artistiek voelt en ook schrijft. Onlangs is te Rotterdam een stuk in 3 bedrijven van haar gespeeld "Droomleven",
[12] waarvan ik je m'n uitgeknipt compte-rendu
[13] zend, ter lezing en terugzending daarna. Misschien zou zij het willen afstaan voor
"De Vlaamsche School"[14] — Doch daarover later. Wat ik je nog zeggen moet is dit: Haar man weet dat wij elkaar liefhebben, in Mei zou het tot een scheiding gekomen zijn, —
hij had haar daar recht toe gegeven door zijn gedrag — als zij het niet had gelaten om haar ouden vader, die veel geleden heeft en háár gelukkig gelooft. Zij is een heel nerveus-artistieke, een voorname natuur. Ze heeft zoo veel moois in me gewekt. Zij is voor mij het hoogste leven zelf. Je begrijpt dus wel, dat ik die liefde niet uit me kan roeien. Na er zóo veel om geleden te hebben, na allerlei pogingen van beide zijden zijn we telkens weer tot elkaar gekomen.
[']t Is geen leven voor ons beien zonder die liefde. Nu wachten we op de toekomst. Een enkel maal zien we elkaar even en schrijven elkaar ook. Maar daar haar man — en haar zusters — van het bestaan der vroegere (reine!) verhouding weten, zouden die verzen onder mijn naam haar in allerlei moeilijkheden brengen. Kies dus een pseudoniem voor me uit (wat denk je van:
Bergh de Leeuw — of
Leeuwenberg?) en wil je iets onder m'n naam hebben, om den Vlamingen te toonen dat ik ook nog anders kan dan op ze inhakken, plaats dan onder mijn eigen naam bijgaand
Visioen.
[15] [']t Is geïnspireerd door de ouverture Fliegende Holländer van Wagner.
[16] Intusschen — je moogt
[']t ook even goed niet opnemen. Wat ik in de dicht-kunst maken kan is alleen stukwerk; er zit een schets van een artiest in me; geen compleet schilderij, al zeg je ook heel vleiend het tegendeel.
[3]
Nu even over iets anders.
Berckenhoff heeft me over je artikel in
De Vl[aamsche] School gesproken.
[17] Hij vond er heel veel goeds in. Vooruit dus maar!
Er bestaat een
Holl[andsche] uitgaaf van Nora
[18] en van
Folkefjende;
[19] ik heb ze allebei gehad, maar weet niet waar ze zijn, natuurlijk uitgeleend. Ze zijn geen van beide erg gelukkig. De Duitsche vertaling van
Volksfeind[20] zal ik je zenden. Misschien kan ik de
Holl[andsche vertaling] van Spoken
[21] in handschrift voor je te leen krijgen.
Dank je zeer voor
Koophandel[22] en
Volksbelang.
[23] Ook voor
Ned[er]l[andsch] Museum,
[24] dat je terug krijgt, tegelijk met Volksfeind.
[25] De schets van
Buysse[26] vind ik wel karakteristiek, maar veel heeft ze me niet gedaan.
Ik hoop dat
Vermeylen gauw beter zal zijn
[27] en jij je taai zal houden. Ik schrijf je saai, ik kan overdag dikwijls m'n gedachten niet bij elkaar houden.
Nu, hartelijk de hand gedrukt
Leo
Visioen
Aan een bruid, met bloemen.
Klanken zweven op! — Een weefselfijn geluid.
Zacht ijlt het door de lucht, die trilt er van;
Ijle flitsen sissen rondom uit,
Goudsprankels in de lucht, die straalt ervan!
t Stijgt als een galm van juublen op, heel hoog!
Eén droeve toon van schreien beeft er door! —
Majestueus opzwellen van violenkoor;
Droomig zoemen cello's! — En in een boog
Van blauwend glansen blinkt een schijnsel uit,
Teer visioen van Hope! Zie, het lacht!
Een lach van stil-gelukkig-zijn, heel zacht! —
Zoo lachen bloemen zachtkens tot een bruid.
October 1890.
L. Simons Mz.