<Resultaat 371 van 1419

>

Beste Mane.
Je zult ook wel denken[:] Nu die van Welie is oòk een raar sujet. Ik sloof me al uit om hem attenties te bewijzen en ik hoor verder geen boe of ba of hij iets ontvangen heeft. Nu om zoo over me te denken heb je alle recht; want ik had je al lang moeten geschreven hebben. Ik hoop [dat] je springlevend moogt zijn en bevrijd moogt blijven van de Modeziekte die in Antwerpen ook wèl huis zal houden. Heb je mijn briefkaart van Nieuwjaar ontvangen?[1] Zoo niet, wensch ik je alles wat je hartje maar begeert. Het artikel van Als Ik Kan door Emmanuel de Bom[2] zal in Antwerpen wel verschillende opinies over den schrijver verwekt hebben. Intusschen is er volgens mijne bescheiden mening veel moois en oorspronkelijks in, 't geen ik in het andere proza van een jaar vroeger nog niet vond. Wat je zienswijze hierin geuit aangaat, zoo moet ik zeggen dat ik ze niet geheel en al deel vooral de vergelijking van Larock met Lenbach vloekt.[3] Wat Larock kenmerkt mist Lenbach en omgekeerd is het ook zoo. Enfin hierover spreken we later 's gemoedelijk bij Malvina.[4] 't Schijnt dat ze op mij verstoord is. Mijn Nieuwjaarskaartje haar gezonden bleef ten minste onbeantwoord.
Zooals je wel van Hageman zult gehoord hebben zal ik me ook laten voorstellen voor de Als Ik Kan Vereeniging. Ik val maar van den hek op den tek zoo je ziet. A propos Hoe vind je de Kleine Johannes?[5] Ik zal zorgen [dat] je de Ellen[6] ook te lezen krijgt dan zul je zien dat van Eeden ook vooruitgang na dien tijd maakte. In de laatste Aflevering Nieuwe Gids komt een kritiek voor van Van Deyssel over Là-Bas van Huysmans![7] Kerel. Volgens mijne zienswijze worden er geen zoo'n zienswijzen meer [2] geschreven als die jonge Thijm dat kan. 't Is om van om ver te vallen. Ik zal mijn vriend uit Nijmegen vragen of ik de twee laatste afleveringen mee mag nemen naar den Zetel van Als ik kan. (Hoe afgezaagd) Intusschen vergeet ik de gewone burgerlijke beleefdheid van je te danken voor de mij gezondene Aflevering die je mij opdraagt [6]. Ik ben die eer in ieder geval niet waard. Hiervoor mijn (diepe) (hulde) Enfin je weet er alles van. Ik vind je een oprechte kerel van zoo zonder aanzien van personen je meening te zeggen. En deze meening hoe dan ook is heel wat anders dan een kritiek van Mijnheer Pol de Mont over Schilderkunst. Begin Februari denk [ik] in Antwerpen te komen en hoop, je dan gezond te zien: dan zetten we ons discours verder. Doet vele groeten aan allen bijzonder aan Malvientje van
Je Vriend
Toon
Afferden 2/2/92

Annotations

[2] Emmanuel de Bom, 'XXVe Tentoonstelling', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 1-13.
[3] Emmanuel de Bom, 'XXVe Tentoonstelling', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 9.
[5] Antoon van Welie had De Kleine Johannes van Frederik van Eeden aan Emmanuel de Bom ter lezing bezorgd. Zie brief 205 (1891), noot 1.
[13] Frederik van Eeden, Ellen. Een lied van smart (Amsterdam, W. Versluys, 1891).
[7] In de rubriek Boekbeoordelingen in De Nieuwe Gids, VII (1892), p. 99-119 worden 6 werken besproken. Als vijfde komt Huysmans' Là-Bas aan de beurt (p. 112-117). Het is een tamelijk negatieve kritiek, ongeveer samengevat in de zin op p. 114: 'Het boek van Huysmans is naturalistiesch om zijn wijze van zien en zijn manier van zeggen, en dan niet zoo mooi dat het een poeëm, een kunstwerk, zou zijn.' De reeks besprekingen is niet ondertekend. Er wordt bovendien geen melding gemaakt van het feit dat Là-Bas al aan een zesde druk toe was.
[6] Eerste aflevering van de jaargang 1892 van De Vlaamsche School, waarin het artikel van De Bom over Als Ik Kan was verschenen.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Hageman, Victor (° Antwerpen, 1868-12-05 - ✝ Ukkel, 1938-10-24)

Schilder.

Larock, Evert (° Kapellen-op-den-Bos, 1865-05-12 - ✝ Kapellen-op-den-Bos, 1901-01-13)

Portret-, genre- en interieurschilder. Leerling van de tekenschool te Mechelen en van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Volgde daglessen bij Ch.Verlat. Was lid van Als Ik Kan en van De Dertien. Schilderde in naturalistische trant. Zijn werken hebben vaak een sociale inslag. Hij overleed aan tuberculose.

Lenbach, Franz Seraph Von (° Schrobenhausen, 1836 - ✝ München, 1904)

Schilder, pastellist en tekenaar.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Scheepers, Malvina (° Antwerpen, 1870-11-02 - °)

Kunstschilderes.

Uitbaatster van het schilderscafé in de Hofstraat 4 te Antwerpen. Haar vader, aannemer, was ook eigenaar van een café op de Begijnenvest. Ze huwde met de schilder Frederik Simpson Coburn (°Melbourne 18/03/1871) en werd met hem bij collegiaal besluit geschrapt uit de registers van Antwerpen op 17/06/1927, nadat bleek dat beiden zonder opgave van bestemming de stad hadden verlaten.

Welie, Antoon Van (° Afferden, 1866-12-18 - ✝ Den Haag, 1957-09-25)

Schilder.

Naam - uitgever

Versluys' Uitgeversmaatschappij B.V. (° 1875 - °)

Amsterdamse uitgeversmaatschappij.

Werd opgericht door Willem Versluys. Bestaat heden nog. Op 1 oktober 1885 werd er het eerste nummer van De nieuwe gids uitgegeven. Er verschenen ook werken van vele jonge auteurs uit die periode. Het kantoor van W. Versluys zelf was lange tijd een ontmoetingsplaats voor zakelijke en kunstzinnige besprekingen.

Titel - krant/tijdschrift

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Naam - instituut/vereniging

Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)

Antwerpse kunstkring.

Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.