Het gul aanbod om mee te werken aan ons keurigst tijdschrift is verlokkelijk genoeg om het maar dadelijk aan te nemen. Dat kunt U dus als eene afgedane zaak beschouwen.
[1] Opdat mijne toetreding echter definitief zij, behoor ik ten minste in algemeene trekken te weten wat men
[van] mij verlangen zal, de stoffelijke zijde der zaak niet te vergeten. — Wat dan het tweede punt betreft, waarover U mij eveneens schrijft, zoo kan ik U op dit oogenblik niemand aanduiden om met
bevoegdheid over schilderkunst te schrijven. Dilettanten zijn er genoeg, ik daaronder begrepen, maar dat slag van menschen moet uit degelijke tijdschriften geweerd worden. Of de jonge heer
Sabbe the right man zijn zou, weet ik niet.
[2] Ik ken den jongen niet, daar ik al de universiteit verlaten had toen hij naar Gent kwam.