- 1) Van welken dichter (sedert 1830), volgens u, moeten wij den invloed ondergaan? Wat denkt ge over de nieuwere richting? Waar gaan we heen!??
- 2) Sedert '30; zijn de Hollandsche schrijvers hooger te stellen dan de Vl[aamsche], en waarom? Hebben wij van hen iets te leeren? Is hun taal beter dan de onze en waarom!!
Facsimile's
Register
Naam - persoon
Blockhuys, Jozef (° Vorselaar, 1825-05-03 - ✝ Antwerpen, 1907-01-25)
Onderwijzer, journalist, bibliothecaris en schrijver. Werd in de wandeling "vader Blockhuys" genoemd. Genoot zijn opleiding aan de Rijksnormaalschool te Lier. Was eerst hoofdonderwijzer te Schaarbeek, waar hij zich inzette voor de inrichting van het beroepsonderwijs, daarna (1863 - 1865) hoofdredacteur van het pas opgerichte Antwerpse liberale dagblad De Koophandel van Antwerpen en van 1877 af beambte aan de Antwerpse Stadsbibliotheek, waar hij het tot onderbibliothecaris bracht. Stichtte in 1857 met H.Bauduin, J.Dautzenberg, Pr.van Duysse, J.F.J.Heremans, B.Rigaux en J.F.Jacobs het tijdschrift voor onderwijzers De toekomst. Schreef liederen en gedichten met moraliserende inslag, kindertoneel, schoolboeken (o.m. met Karel Weyler) en een bekroond werk over kunstnijverheid. Behoorde tot de pioniers van het Taalverbond, waarvan hij tijdens het eerste bestaansjaar penningmeester was. Was ook een der stichters van de Algemeene Belgische Onderwijzersbond (1857), in het kader waarvan hij zich een vinnig voorvechter toonde van het officieel onderwijs.
Buyst, Leonard (° Lokeren, 1847-05-10 - ✝ Koekelberg, 1918-12-20)
Schrijver en werktuigkundige.
Woonde eerst in Parijs, daarna in Rijsel, waar hij verbonden was aan de Franse spoorwegmaatschappij. Kwam in 1874 terug naar België waar H. Conscience hem in Brussel een betrekking in het Wiertzmuseum bezorgde, waarvan hij echter spoedig, ook op aanraden van Conscience, weer afzag. Werd beambte bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken (dienst Nederlandse Taal- en letterkunde), waar hij het tot diensthoofd bracht. Lid van De Veldbloem en in 1881 een der stichtende leden van De Distel, waarvan hij jarenlang secretaris was. Militant lid van de Vlaamsche Volkspartij. Schreef gevoelerige gedichten, die de spotlust opwekten van de Van Nu en Straksers, en een paar verhalen in populaire trant.
Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)
Filosoof.
Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.
Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)
Kunsthistoricus en militant anarchist.
Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.
In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.
In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.
Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.
Geest, Edmond De (° Lokeren, 1847-09-14 - ✝ Schaarbeek ?/?/, 1904)
Schrijver.
Behoorde met J.M.Brans, F.van Cuijck en R.Stijns tot de prozaschrijvers uit de overgangsperiode die aan Van Nu en Straks voorafging. Was leerling aan het St.-Jozefcollege te St.-Niklaas, later aan het St.-Barbara college te Gent. Beheerde gedurende enkele jaren de ellewinkel van zijn vader. Was militant liberaal en lid van de Gemeenteraad te Lokeren. Goede vriend van P.Benoit, E.Hiel, N.de Tière, A.de Vos en E.Blauwaert, die vaak bij hem aan huis kwamen. Schreef behalve toneel ook fabels en, het onderwerp van zijn sterkste toneelstuk De werkstaking (1880) hernemend, een tweedelige antisocialistische roman Dwars door 't leven (1887), die de aanleiding werd tot een felle en langdurige polemiek met M.Rooses. Verhuisde in 1890 naar Schaarbeek, waar hij lid was van het Willemsfonds en zich minder intensief met letterkunde bezighield.
Hannon, Théodore (° Elsene, 1851-10-01 - ✝ Etterbeek, 1916-04-07)
Dichter, schilder en kunstcriticus.
Fervent verdediger van het naturalisme en het modernisme in de kunst. Medewerker aan La chronique, La revue de Belgique, La jeune Belgique en L'art moderne. Stichter van het weekblad L'artiste (1875 - 1880), waaraan naast C.Lemonnier, G.Eekhoud, Jean d'Ardenne, L.Solvay en E. Verhaeren ook E.Zola, J.-K.Huysmans en zelfs P.Verlaine meewerkten. Publiceerde erotische poëzie, vaak geïllustreerd door F.Rops, die zijn Vriend was. Schreef ook enkele revues, een operette, een pantomime en twee balletten.
Havre, Gustave Ch. A. M., Ridder Van (° Antwerpen, 1817-03-05 - ✝ Antwerpen, 1892-01-23)
Politicus en kunstkenner.
Was senator, provincieraadslid, burgemeester van Wijnegem, erelid van het korps van de Koninklijke Academie te Antwerpen en lid van de Academie voor Archeologie van België. Werd geportretteerd door J.B. Michiels.
Huret, Jules (° Boulogne s/M, 1864 - ✝ Parijs, 1915)
Journalist.
Sedert 1889 verbonden aan de Echo de Paris. Werd beroemd met zijn Enquête sur l'Evolution littéraire (1891). Van augustus tot eind november 1892 leidde hij voor Le Figaro een soortgelijk onderzoek onder de titel 'La Question Sociale'; later gebundeld: Enquête sur la question sociale en Europe (1897).
Peeters, Hendrik Barthel (° Antwerpen, 1885-02-26 - ✝ Schaarbeek ?/?/, 1893)
Leraar en schrijver.
Kreeg zijn opleiding aan het Klein Seminarie te Mechelen, samen met o.m. J.van Beers. Sedert 1844 leraar aan het stadscollege Pitzemburg te Mechelen, dat hij in 1849 verliet toen dit in de handen van de geestelijkheid overging. Was daarna werkzaam in het boekbedrijf te Antwerpen, Doornik en Borgerhout. Sedert 1880 beambte bij het Ministerie van Openbare Werken in Brussel. Schreef gedichten, historische en andere drama's, blijspelen en verhalen (o.m. Willem de gek, 1848), waarbij hij herhaaldelijk uiting gaf aan zijn vrijzinnige levensbeschouwing. Was in 1890 lid van de Brusselse groep van het Taalverbond
Perier, Odilon (° Dendermonde, 1843-03-25 - ✝ St.Joost-ten-Node, 1918-01-19)
Schrijver en advokaat.
Studeerde rechten te Gent. Vestigde zich in 1868 als advokaat te Dendermonde en voerde daar als eerste in het Nederlands het woord voor de rechtbank. In 1871 werd hij plaatsvervangend rechter te Dendermonde bij de rechtbank van eerste aanleg. Périer was ook de eerste Vlaming die het examen van gegradueerde in de letteren in het Nederlands aflegde; op grond hiervan kreeg hij een onderscheiding van het Willemsfonds. In 1879 werd hem het bestuur toevertrouwd van de Nederlandse uitgave van de Beknopte Handelingen der Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Publiceerde vele gedichten in de Gentse studentenalmanak, twee dichtbundels, en boeken over Dirk Donker Curtius en Lieven Bauwens
Verbist, Barbara-regina (° Leuven, 1853-04-28 - ✝ Brugge, 1903-05-10)
Lerares en letterkundige. Echtgenote van Constant Cortebeeck. In 1892 lid van het Taalverbond Brussel. Lid van De Distel. Was op het einde van haar leven lerares aan de Meisjesnormaalschool te Brugge Meer gegevens werden over haar niet teruggevonden.
Titel - krant/tijdschrift
Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)
Brussels artistiek weekblad.
Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.
Echo De Paris, L' (° 1884 - °)
Parijse krant.
Publiceerde van 16/02 tot 20/04/1891 Là-bas van Huysmans; in 1891 Jules Hurets 'Enquête sur l'évolution littéraire'; directeur was toen Valentin Simond. Het blad was door de Belgische censuur verboden. Vanaf eind 1892 verscheen als periodiek supplement L'Echo de Paris littéraire illustré.
Maandblad Van Het Taalverbond (° 1890 - ✝ 1895)
Op voorstel van H. Langerock (secretaris van de Brusselse groep) werd het Jaarboek van het Taalverbond vervangen door een maandelijks bulletin, waarin gedetailleerd verslag werd uitgebracht over de vergaderingen die in de diverse groepen werden belegd. De administratie berustte bij Fr. van Cuyck. In tegenstelling tot de Jaarboeken bevatten de Maandbladen geen literair gedeelte meer. In plaats daarvan gaf het Taalverbond jaarlijks minstens één werk van een van zijn leden in eigen beheer uit (b.v. Uit het leven door L. Smits en Volksgeneeskunde in Vlaanderen door A. de Cock).
Naam - instituut/vereniging
Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)
Antwerpse kunstkring.
Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.
Théâtre du Parc (° 1782 - °)
Brussels theater.
Bestaat heden nog. Werd van 1879 tot 1892 bestuurd door Fr.Candeilh die de schouwburg een grote faam bezorgde door de Parij se theateractualiteit op de voet te volgen. Onder zijn leiding werd ook onuitgegeven werk gecreëerd van o.m. M.Maeterlinck, O.Mirbeau, H.Kistemaeckers en Th.Hannon. Hij nodigde gezaghebbende Franse acteurs en groepen uit, zoals S.Bernhardt in 1880 en het Théâtre-Libre d'Antoine in de jaren negentig. De eigen groep bracht doorgaans goede komedies, die bij het Brusselse publiek zeer in trek waren.
Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)
Parijs theater.
Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.
Indextermen
Naam - instituut/vereniging
Als Ik KanCafé des Artistes
Muntschouwburg
Taalverbond
Théâtre du Parc
Théâtre-Libre d'Antoine
XX, Les
Naam - persoon
Balzac, Honoré deBlockhuys, Jozef
Bom, Emmanuel de
Brans, Jan Mathijs
Buyst, Leonard
Claeys, Hendrik
Coopman, Theophiel
Cortebeeck-Verbist, Barbara Regina
Daems, Servaas
Droogenbroeck, Jan van
Dwelshauvers, Georges
Dwelshauvers, Jacques
Franck, Louis
Geest, Edmond de
Geyter, Julius de
Grandville
Hannon, Théodore
Hansen, Constant Jacob
Havre, Gustave van
Hiel, Emanuel
Hoste, Julius
Huret, Jules
Janin
Langendonck, Prosper van
Loveling, Virginie
Mennessier Nodier, Mme
Meunier, Constantin
Michiels, Jan Baptist
Mont, Pol de
Montagne, Victor dela
Moortgat, Antoon
Musset, Alfred de
Musset, Paul de
Nodier, Charles
Peeters, Hendrik
Potter, Frans de
Périer, Odilon
Rooses, Max
Sabbe, Julius
Sand, George
Sleeckx, Domien
Smet, Alfred de
Smet, Mevr. Alfred de
Snieders, August
Stahl, P.J.
T'Sjoen, Emiel Hendrik
Tière, Nestor de
Verhaeren, Emile
Vermeylen, August
Verstraete, Theodoor
Viardot, Louis
Vuylsteke, Julius
Wattez, Omer
Welie, Antoon van
Naam - plaats
AntwerpenBrussel
Gent
Parijs
Sint-Amands
Naam - uitgever
Charpentier et FasquelleHetzel
Hetzel et Paulin
Titel - artikel
Constantin MeunierGustave van Havre
XIII en het realisme, De
XX te Brussel, De
Titel - boek
Animaux peints par eux-mêmes, LesEnquête sur l'évolution littéraire
Onze Letterkunde sedert 1830
Scènes de la vie privée et publique des animaux
Titel - cyclus/reeks
Bibliothèque CharpentierTitel - krant/tijdschrift
Art moderne, L'Echo de Paris, L'
Jeune Belgique, La
Maandblad van het Taalverbond
Nieuwe Gids, De
Vlaamsche School, De
Titel - plastisch werk
Portret van Gustave van HavreTitel - toneelstuk
Envers d'une sainte, L'Wilde eend, De