Facsimile's
Register
Naam - persoon
Buschmann Sr., Paul (° Antwerpen, 1816-01-01 - ✝ Antwerpen, 1909-11-20)
Drukker-uitgever.
Lid van de Liberale Vlaamsche Bond, waarvan hij afgevaardigde was in de Provincieraad. Nam van 1870 af samen met zijn broer Gustave de leiding waar van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann († 1853). Gaf o.m. VS uit, dat hij na de dood van D.van Spilbeeck (1877) tot 1896 samen met P.de Mont ook leidde; ook de tweede reeks van Van Nu en Straks (1896 - 1901) nadat hij reeds in 1892 het prospectus voor de eerste reeks had gedrukt, werd door zijn persen verzorgd. Zijn uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, bezorgden hem de faam op het einde van de 19de eeuw van Antwerpen een middelpunt van drukkunst te hebben gemaakt.
Scheepers, Malvina (° Antwerpen, 1870-11-02 - °)
Kunstschilderes.
Uitbaatster van het schilderscafé in de Hofstraat 4 te Antwerpen. Haar vader, aannemer, was ook eigenaar van een café op de Begijnenvest. Ze huwde met de schilder Frederik Simpson Coburn (°Melbourne 18/03/1871) en werd met hem bij collegiaal besluit geschrapt uit de registers van Antwerpen op 17/06/1927, nadat bleek dat beiden zonder opgave van bestemming de stad hadden verlaten.
Titel - krant/tijdschrift
Amsterdammer, De (° 1877 - ✝ 1907)
Weekblad.
Tussen 1880 en 1907 stond het o.l.v. de predikant J. de Koo. Het was een zaterdagavondblad met vooral politieke artikelen in grote letters en het overige van de inhoud in een zeer kleine letter. De toneelverslagen werden er o.a. besproken door Frank van der Goes; de boekbesprekingen lagen nogal aan de anekdotische kant. De rubrieken letterkunde en schilderkunst werden verzorgd door R.A. Kollewijn en J. Veth. Einde 1882 werd er naast het weekblad een dagblad uitgegeven, in dezelfde vooruitstrevend-vrijzinnige geest. Dit dagblad, in de wandeling De nieuwe Amsterdammer geheten, bestond tot 1895.
Chronique, La (° 1914-1868 - ✝ 1918 - °)
Brussels dagblad.
Verscheen eerst als weekblad (1864 - 1868). Werd gesticht door Victor de la Hesbaye die ook jarenlang als hoofdredacteur optrad. Was aanvankelijk neutraal van opzet; evolueerde naar een in de jaren negentig duidelijke liberale strekking met antiklerikale en antiflamingantische stellingnamen. Cesuur tijdens de Eerste Wereldoorlog: het blad verscheen opnieuw als weekblad, evenwel uitsluitend te Parijs; na de oorlog werd het opnieuw dagblad met als ondertitel "Journal d'Union belge". De hoofdredactie berustte toen bij Jean d'Ardenne en Léon Souguenet. Directeur was Fréderic Rotiers.
Naam - instituut/vereniging
Dietsche Heim, Het (° 1891 - °)
Vlaamse kunstkring in Brussel.
De plannen voor deze vereniging die 'een Groot Germaansch kunstgenootschap' wou zijn en zijn aanhangers zocht 'in alle takken der Kunst en Wetenschap', ontstonden wellicht al in de eerste helft van 1891 (op 14 juni van dat jaar meldt Juliaan De Vriendt aan Buyl, dd. schrijver van Dietsche Heim ten huize van Lod.de Raet, dat hij zijn benoeming tot voorlopig bestuurslid wegens tijdgebrek niet kan aannemen). Het Voorlopig Bestuur werd samengesteld op 29/12/1891 en kwam daags daarop in een eerste algemene vergadering bijeen in het Volkskoffiehuis (Koornmarkt, Brussel). Het Heim zelf werd ondergebracht op de eerste verdieping van Taverne Léopold in de Handelsstraat. Deze tegenhanger van de als verfranst beschouwde Cercle Artistique telde al spoedig meer dan honderd leden en beoogde o.m. de organisatie van kunstfeesten en voordrachten. De jaarlijkse bijdrage was op dertig frank bepaald. De kring moet in 1893 nog bestaan hebben, vermoedelijk met Lod.de Raet zelf als schrijver.
Musee Castan (° Brussel, 1868 - ✝ 1897)
Naam die het Musée du Nord aan de Noorddoorgang 20 in 1888 kreeg (daarvoor was het Musée Castan een wassenbeeldenmuseum aan de Bisschopsstraat 44). Het gebouw telde twee spektakelzalen, het ThéâVtre Bébé en de Salie des Fêtes. In de laatste speelde de Chat Noir o.m. van 21 tot 30 juni 1893.
Theatre De L'alcazar (° 1867 - ✝ –, 1911)
Brussels theater.
Het gebouw lag in de Arenbergstraat nrs 3-5, naast het Théâtre des Capucines. De geschiedenis van het Alcazar bestaat uit drie grote periodes. Van 1867 tot 1886 ontwikkelde de schouwburg zich tot een van de beste operettetheaters. 1886 tot 1897 was vooral de bloeiperiode van de revues; de beste werden geschreven door Luc Malpertuis (eveneens directeur van 1890 tot 1897) en George Garnir. In de derde periode, van 1898 tot het slopen van het gebouw in 1911, kwam vooral de komedie aan bod. In het 44-jarig bestaan van de schouwburg wisselde het bestuur een 30-tal keer en werd zowel door personen als door artiestenverenigingen waargenomen. Het theater heeft een belangrijke rol gespeeld met zijn groot aantal premières en het interessant repertoire.
Waux-hall (° 1780 - °)
Brusselse concertzaal.
Werd, naar Parijse voorbeelden, in het Park van Brussel gebouwd. Eerste uitbater was Alexander Bultos (de toenmalige directeur van de Muntschouwburg) . Tussen 1855 en 1912 werd de zaal gebruikt door de Société des Concerts du Waux-Hall en de Cercle artistique et littéraire.
Indextermen
Naam - instituut/vereniging
AlcazarAssociation générale de la Presse Belge
Chat Noir, Le
Dietsche Heim, Het
Musée Castan
Waux Hall
XX, Les
Naam - persoon
Bom, Emmanuel deBuschmann, Paul (sr.)
Coppée, François
Gilson, Paul
Salis, Rodolphe
Scheepers, Malvina
Simons, Leo
Smet, Alfred de
Vermeylen, August
Veth, Jan
Welie, Antoon van
Willette, Adolphe
Naam - plaats
BrusselParijs
Titel - artikel
XX te Brussel, DeTitel - krant/tijdschrift
Amsterdammer, DeChronique, La
Van Nu en Straks
Vlaamsche School, De