<Resultaat 537 van 1419

>

Houwe! Ik heb u niet geschreven
Ge moet het mij vergeven,

voor verscheidene redens:
  • 1°) ik heb sedert éen week mijn werk moeten hernemen in de Archieven, & daar mijn professor (Lonchay) nu gedurig achter mij zit, moet ik bijna den heelen dag "geschiedenis spelen".[1]
  • 2°) ik heb het erg op de zenuwen gehad, & ging slapen wanneer ik eenige oogenblikken mocht versnipperen.
  • 3°)Ik was een langen brief schuldig aan Jaak,[2] & het verveelde me tweemaal hetzelfde te vertellen.
Ik beklaag 't me toch niet, vermits gij me te dier gelegenheid 13 bladzijden proza afzendt.
Eerst een woordje over de zaak Brans.[3] Ik zou u willen zeggen wat er hier omgegaan is (& wat er nog omgaat). Indien ik dat terribel geheim moest ontsluieren zoudt ge waarschijnlijk denken: "Was het nu maar dàt!!" Het is een heel onbeduidende zaak, maar heel ingewikkeld en complex, die met een tweegevecht kan afloopen. Dezen avond zal alles klaargesponnen zijn. Onder ons gezegd, het sop is de kool niet waard. Het is heel en al een persoonlijke zaak, & daarom heb ik beloofd aan niemand hiervan te spreken.
— Ik herinner u dat Brans voor 't oogenblik een strijd zoekt, vooral met u. Gij moogt dus in 't geheel van hem niet spreken. Ik geloof wel dat gij hem gemakkelijk zoudt kloppen, maar het is onnoodig de aandacht op hem te lokken. Wij hebben hier allemaal besloten géén woord meer over dien kerel te spreken, hem zelfs niet meer te antwoorden in De Distel, waar zijn onbevoegdheid nu genoegzaam bewezen is.
[2]
Men vernedert zich altijd wanneer men met die nulliteiten gaat polemiek voeren. Beter is het ze in 't geheel niet te bemerken.
Ik weet wel dat een strijd met hem zou pleizierig zijn. Maar later zal de gelegenheid zich beter voordoen. Wanneer het oogenblik zal gekomen zijn, zullen wij, niet met hem discuteeren, maar door feiten zijn onnoozelheid doen uitschijnen, en dat met een colossaal misprijzen, hem in eens kapot slaan, maar van boven, als iemand die de snullen verplettert door steenen te werpen van af een toren, — & daarna niet meer antwoorden op wat hij kan praten. Maar, om Godswille, geen tornooi "à armes courtoises"! Geen zwanzerij!
Ik geloof dat ik u genoegzaam bekeerd heb. Ge kunt zeggen aan Buschm[ann] dat ik waarschijnlijk dat artikel zal willen schrijven.[4] Ik, die niets beloofd heb, kan me dan altijd van dikte trekken.
— Een brief ontvangen van Derkinderen,[5] die heel sympathiek is. Moeten nog antwoorden: Henry De Groux, Jan Veth, Thorn-Prikker, & G[eorge] Minne. Indien die antwoorden ons niet aangekomen zijn voor 't einde der week wordt het prospectus gedrukt. Van de Velde heeft hun een tweedemaal geschreven. Veth & Th[orn]-Prikker zullen zeker aannemen.[6]
Ik vertrek naar Holland onmiddellijk na 't verschijnen van het prospectus.[7]
— Uw anarchistische sj redevoeringen[8] gaan me recht naar 't hart. Dat is in mijn "botten"!! Ik heb de zaak hooren bespreken door Tarde> op het Congres te Brussel.[9] Ik zou u hierover veel kunnen schrijven dat ik al geplaatst heb in mijn pamflet tegen de "ontwikkelde lui".[10] Ik heb al de gedachten op het papier geworpen zonder te redigeeren. Ik zal dat nu schrijven & u opzenden.
Ik word — zonder den minsten zwans — een rood-zwart anarsjist. De socialisten hebben de liefde van 't menschdom niet, zij hebben de liefde van het stelsel. De liefde van 't menschdom, ten anderen bestaat niet. Dat humanitarisme [3] — aan Aug[uste] Comte te danken — is wel een van de onnatuurlijkste, de domste, de lêegste illusies van onze eeuw.
De socialisten streven meer naar de revolutie der buiken dan naar de bevrijding van den geest. Ik ben vast overtuigd dat ons maatschappij — disciplien, eigendom, familie, en heel den boel — zal omgeworpen worden door eenige genieën, eenlingen, — & niet door de massa der socialistische schreeuwers die naar niets anders trachten dan de plaats der "bourgeois" in te nemen, & zelf bourgeois te worden.
Wanneer gij een voordracht over Ibsen geeft,[11] kom ik zeker op.
Ik ontvang regelmatig brieven van Jaak[12] Ik ben hier als verloren, zonder hem. Zijn broer vervangt hem min of meer — liever min dan meer. Wij hebben samen uit Friedrich Nietzsche gelezen. Een heerlijke avond! Morgen ga ik den avond doorbrengen bij Erasme Raway, den componist.
Uwen brief aan Rooses[13] — heel goed! — heb ik aan V[an Langendonck] niet kunnen lezen: ik zal hem maar morgen vroeg zien. Ik stuur u dat dadelijk op.
Zaterdag in de Distel[14] weer pleizier gehad met Brans.
Lui partout! toujours lui! Ou brûlante ou glacée,
Son image sans cesse assiège (ébranle) ma pensée![15]

Hij sprak over de verzen van Boele van Hensbroek, dien hij voorstelde... als een jongere!! De Flanor van den Spectator, een kerel met grijs haar! Br[ans] zei dat alleen om te toonen dat hij niet exclusief was, dat hij ook wel eens een jongere kon verdedigen. Daarop moest ik natuurlijk antwoorden, om dat misverstand niet te laten bestaan. Ik heb dan ook heel brutaal gezegd wat ik dacht van de "totale onbekwaamheid" van Brans als "Kunstrechter", hij die een richting aanvalt, wanneer hij van de jongere schrijvers niet gelezen heeft — hij heeft het zelf bekend — [4] dan Extaze,[16] en "eenige artikels van Netscher".[17] Hij heeft geantwoord dat ik onbeleefd was, heeft van ons vriendschap gesproken, enz. Ik heb natuurlijk doen opmerken dat ik voor den heer Brans niet de minste achting, niet den minsten eerbied had, dat een zoogezegde beleefdheid ons den bek niet zou snoeren wanneer hij ons aanviel, dat ik niet goed genoeg kon spreken om — zooals hij — met slimme volzinnetjes vol steken onder water & venijnige bedoelingen voor den dag te komen, dat ik liever, rechtuit, uitsprak wat Méténier noemde "des paroles d'une vérité si révoltante" enz. enz. De discussie is héél hevig geweest, de T'Sjoenen & Kesler waren geschandaliseerd. Zooals ik u reeds hooger gezegd heb, hebben we nu besloten geen woord meer over dien snul te spreken. We willen hem doodzwijgen. Dat zal hem nog meer embeteeren dan de hevigste ruzie.
Poot van Gust

Annotations

[1] Henri Lonchay was buitengewoon hoogleraar aan de ULB tot 1895. Hij doceerde er in het academiejaar 1892-1893 vier vakken: Encyclopedie de l'histoire, Histoire de la pédagogie et de la méthodologie, Exercices sur l'hitoire en Critique historique en Application d'une période de l'histoire (informatie Archiefdient ULB).
[2] Dwelshauvers.
[4] Vermeylen bedoelt een bespreking van Brans' boek Jacob Campo Weyerman. Zie brief 167, noot 1. Vermeylen heeft geen bespreking van dat boek geschreven.
[5] Brief niet teruggevonden.
[6] In versie B werden Jan Veth, Thorn Prikker en Minne opgenomen. Achteraf werd in het handschrift van Vermeylen (inkt) Henry de Groux toegevoegd en George Minne geschrapt. Zie de documenten over Van Nu en Straks in het AMVC (V147/D nr 93.880/1). Voor de datering van versie B, zie J.P. Lissens, 'Het prospectus van de eerste reeks van het tijdschrift "Van Nu en Straks"; drukgeschiedenis en betekenis', in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde (1977), p. 116-120.
[7] Vermeylen moet herhaaldelijk zijn reis uitstellen, maar vertrekt uiteindelijk op zondag 13 november, de dag nadat versie D van het prospectus klaar is. Zie ook brief 205, noot 4.
[8] Niet duidelijk wat Vermeylen precies bedoelt. Misschien bestaat er een verband met brief 184 (noot 3).
[9] Het derde congres voor criminele anthropologie werd in Brussel gehouden van 7 tot en met 13 augustus 1892. Zie La Chronique van 9 en 14 aug. 1892.
[10] Victor Lieber, 'Eenig gekapt stroo over de ontwikkelde lui', in: Van Nu en Straks, 1ste reeks, 5 (1893), p. 29-32. Vermeylen was al van plan om het te schrijven in het begin van 1892. Zie ook brief 14 (noot 9).
[12] Dwelshauvers.
[13] Het is niet erg duidelijk om welke brief het gaat. Mogelijk een brief met de vraag om een aanbeveling voor het nieuwe dagblad van Obreen, De Telegraaf. Zie brief 153.
[14] Zie de verslagen van het kunstgenootschap De Distel, meer bepaald over de zitting van 8 oktober (AMVC, D 531/D, niet genummerd, f°39r°: 'Lezingen... Brans. — Een koutje over en tevens eene beoordeeling van "Nieuwe Gedichten" door Boele van Hensbroeck. Besproken door Buyst, Vermeylen, T'Sjoen, Kesler, Teirlinck, Coremans en Brans.' Zie de recensie van Johan Mathijs Brans, Nieuwe Gedichten door P.A.M. Boele van Hensbroek, 151 bl. 8°.- Nijmegem A. Thieme, prijs 5 fr. 30, in: Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, in: Boekennieuws, XV, 9de afl. (1 nov. 1892), p. 424-426. Het werk zelf verscheen in 1891 bij H.C.A. Thieme in Nijmegen.
[15] Dit citaat komt reeds voor in brief 37.
[16] Louis Couperus, Extaze. Een boek van Geluk (Amsterdam, L.J. Veen, 1892 (2).
[17] Zie o.m. Frans Netscher, Studies naar het naakt model ('s-Gravenhage, Mouton & Co, 1886); Frans Netscher, Menschen om ons ('s-Gravenhage, W.A. Morel, 1888; Frans Netscher, In en om de Tweede Kamer. Parlementaire portretten en schetsen (Amsterdam, S. Warendorf Jr., 1890); Frans Netscher, Lastertongen. Een blik in de jongste Amsterdamsche letteren (Amsterdam, S. Warendorf Jr., 1890) en Frans Netscher, Uit ons parlement. Portretten en schetsen uit de Eerste en Tweede Kamer (Amsterdam, S. Warendorf Jr., 1890).

Register

Naam - persoon

Boele Van Hensbroek, Pieter Andreas Martin (° Den Haag, 1853-01-23 - ✝ Den Haag, 1912-09-26)

Boekhandelaar, uitgever en letterkundige.

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Buyst, Leonard (° Lokeren, 1847-05-10 - ✝ Koekelberg, 1918-12-20)

Schrijver en werktuigkundige.

Woonde eerst in Parijs, daarna in Rijsel, waar hij verbonden was aan de Franse spoorwegmaatschappij. Kwam in 1874 terug naar België waar H. Conscience hem in Brussel een betrekking in het Wiertzmuseum bezorgde, waarvan hij echter spoedig, ook op aanraden van Conscience, weer afzag. Werd beambte bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken (dienst Nederlandse Taal- en letterkunde), waar hij het tot diensthoofd bracht. Lid van De Veldbloem en in 1881 een der stichtende leden van De Distel, waarvan hij jarenlang secretaris was. Militant lid van de Vlaamsche Volkspartij. Schreef gevoelerige gedichten, die de spotlust opwekten van de Van Nu en Straksers, en een paar verhalen in populaire trant.

Coremans, Edouard Charles François Marie (° Elsene, 1863-10-21 - ✝ Etterbeek, 1926-07-24)

Toneelcriticus en bediende bij het Ministerie.

Neef van de gelijknamige Antwerpse meetingist. Fijnzinnige, aristocratische figuur, die o.m. actief was in het Brusselse kunstgenootschap De Distel. Bewonderaar van E.A.Poe. Maakte jammer genoeg niet gepubliceerde vertalingen van Ibsens toneelstukken. Schreef op last van de Belgische regering een overzicht van de Vlaamse letterkunde bestemd voor de Engelstalige bezoekers van de Wereldtentoonstelling te Saint Louis (1904). Was in 1910 secretaris van de afdeling letterkunde van de Wereldtentoonstelling te Brussel. Tijdens WO I werd hij opgenomen in het departement Kunsten en Wetenschappen van het door toedoen van de bezetters gesplitste ministerie, wat hem een veroordeling wegens activisme kostte. Stierf in armoede ondanks de door E.Picard opgezette campagne om hem geldelijk bij te staan.

Derkinderen, Antonius Johannes (° Den Bosch, 1859-12-20 - ✝ Amsterdam, 1925-11-02)

Beeldend kunstenaar.

Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)

Filosoof.

Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Groux, Henri De (° Brussel, 1867-11-16 - ✝ Marseille, 1930-01-03)

Schilder.

Kesler, Johan (° Delft, 1854-04-20 - ✝ St.Gillis (Brussel), 1924-10-07)

Onderwijzer. Redacteur van het jongerentijdschrift Land en volk. Medewerker van Flandria, Het Vlaamsch in het onderwijs. De toekomst en De volksschool. Gaf met A.Sluys leerboekjes uit voor het onderwijs in de tweede taal. Actief lid van De Distel.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Lonchay, Henri (° Liège, 1860-04-10 - ✝ Schaarbeek, 1918-12-13)

Historicus.

Na studies aan het Athénée Royal de Liège en de Ecole Normale aldaar (diploma van geaggregeerde HSO, geschiedenis en aardrijkskunde, in 1881), was hij een tijdlang leraar aan de Athenea van Brussel (1883), Chimay en Gent. Aan de ULB was hij achtereenvolgens gastdocent (1890), buitengewoon hoogleraar (zelfde jaar), gewoon hoogleraar (1895) en faculteitsvoorzitter (1912-13 en 1914-15). Hij doceerde er encyclopedie van de geschiedenis, geschiedenis van de pedagogie en de methodologie, geschiedkundige oefeningen en historische kritiek. Vanaf 1907 ook lid van de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique.

Metenier, Oscar (° Sancoins, 1859 - ✝ Saint-Mandé, 1913)

Schrijver.

Secretaris van een Parijs' politiecommissaris (1883-1889). Verwerkte in zijn oeuvre de gegevens over de Parijse onderwereld, waar hij beroepshalve mee te maken had. Schreef realistische romans en theaterbewerkingen van werk van o.m. de gebroeders De Goncourt (Les frères Zemgano. 1890) en G.de Maupassant (Mademoiselle Fifi, 1896). Stichtte in 1897 het gruweltheater Le Grand-Guignol, waarvan hij directeur bleef tot 1899. Hij was tevens de uitvinder van het genre.

Minne, George (° Gent, 1866-08-30 - ✝ St.Martens-Latem, 1941-02-18)

Beeldhouwer, tekenaar en illustrator.

Netscher, Frans (° Den Haag, 1864-04-30 - ✝ Santpoort, 1923-11-19)

Schrijver en journalist.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Raway, Erasmus (° Luik ?/?/, 1850 - ✝ Brussel ?/?/, 1918)

Componist.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Tarde, Gabriël (de) (° Sarlat (Dordogne), 1843 - ✝ Parijs, 1904)

Socioloog.

Teirlinck, Isidoor (° Zegelsem (Oudenaarde), 1851-01-02 - ✝ Brussel, 1934-06-25)

Leraar, volkskundige en schrijver.

Thorn Prikker, Johan (jan) (° Den Haag, 1869-05-06 - ✝ Keulen, 1932-03-05)

Beeldend kunstenaar.

T'sjoen, Emiel Hendrik (eig. Hendrik Frederik) (° Schorisse, 1857-01-31 - ✝ St.-Gillis (Brussel), 1909-06-01)

Eigenlijk: Hendrik Frederik T'Sjoen.

Onderwijzer en schrijver.

Broer van Floris T'Sjoen.

T'sjoen, Floris (° Schorisse, 1866-02-07 - ✝ Schaarbeek, 1938-01-13)

Activist, veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. Lid van het Gemengd Koor van het Algemeen Nederlands Verbond en van de Distel, waar hij met zijn broer Emiel, Fr. Rühlmann en A. Hegenscheidt talrijke muziekavonden inrichtte en opluisterde. Vriend en zangleraar van de familie Hoste.

Velde, Henry Clemens Van De (° Antwerpen, 1863-04-02 - ✝ Zürich, 1957-10-25)

Architect, schilder, sierkunstenaar en essayist. Medeoprichter van Van Nu en Straks. In 1894 gehuwd met Maria Sèthe.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Veth, Jan Pieter (° Dordrecht, 1864-05-19 - ✝ Amsterdam, 1925-08-01)

Schilder.

Titel - krant/tijdschrift

Chronique, La (° 1914-1868 - ✝ 1918 - °)

Brussels dagblad.

Verscheen eerst als weekblad (1864 - 1868). Werd gesticht door Victor de la Hesbaye die ook jarenlang als hoofdredacteur optrad. Was aanvankelijk neutraal van opzet; evolueerde naar een in de jaren negentig duidelijke liberale strekking met antiklerikale en antiflamingantische stellingnamen. Cesuur tijdens de Eerste Wereldoorlog: het blad verscheen opnieuw als weekblad, evenwel uitsluitend te Parijs; na de oorlog werd het opnieuw dagblad met als ondertitel "Journal d'Union belge". De hoofdredactie berustte toen bij Jean d'Ardenne en Léon Souguenet. Directeur was Fréderic Rotiers.

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.

Naam - instituut/vereniging

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

AMVC Letterenhuis
Distel, De
ULB Archief
Université Libre de Bruxelles

Naam - persoon

Boele van Hensbroek, Pieter Andreas Martin
Brans, Jan Mathijs
Buschmann, Paul
Buyst, Leonard
Comte, Auguste
Coremans, Edward Charles F.M.
Derkinderen, Antonius Johannes
Dwelshauvers, Georges
Dwelshauvers, Jacques
Groux, Henry de
Ibsen, Henrik
Kesler, Johan
Langendonck, Prosper van
Lissens, J.P.
Lonchay, Henri
Minne, George
Méténier, Oscar
Netscher, Frans
Nietzsche, Friedrich
Obreen, Adriaan Louis Herman Henri
Raway, Erasme
Rooses, Max
T'Sjoen, Emiel Hendrik
T'Sjoen, Floris
Tarde, Gabriël
Teirlinck, Isidoor
Thorn Prikker, Johan
Velde, Henry van de
Vermeylen, August
Veth, Jan

Naam - plaats

Amsterdam
Brussel
Den Haag
Nijmegen

Naam - uitgever

Holkema en Warendorf, Van
Morel, W.A.
Mouton en Co
Thieme, H.C.A.
Veen, L.J.

Titel - artikel

Eenig gekapt stroo over de ontwikkelde lui
Nieuwe Gedichten
Prospectus van de eerste reeks van het tijdschrift Van Nu en Straks, Het. Drukgeschiedenis en betekenis

Titel - boek

Extaze
In en om de Tweede Kamer. Parlementaire portretten en schetsen
Jacob Campo Weyerman als mensch, schrijver en schilder
Lastertongen. Een blik in de jongste Amsterdamsche letteren
Menschen om ons
Nieuwe gedichten
Studies naar het naakt model
Uit ons parlement. Portretten en schetsen uit de Eerste en Tweede Kamer

Titel - evenement

Derde Congres voor Criminele Antropologie Brussel 1892
Vergadering De Distel Oktober 1892

Titel - krant/tijdschrift

Chronique, La
Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle
Nederlandsche Spectator, De
Telegraaf, De
Van Nu en Straks
Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde

Titel - rubriek

Boekennieuws