Brussel 16 Oct[ober] 92
Houwe!
Ik heb u geen langere brieven geschreven sedert een week of twee, omdat ik twee of drie lange epistels opgezonden heb aan
Jaak[1] & gij weet hoe vervelend het is tweemaal hetzelfde te schrijven. Voortaan zal ik mijn briefwisseling zóó inrichten dat
ieder van u een
langen brief zal ontvangen alle twee weken. Ten andere, ik heb werk tot boven de ooren.
Donderdag ben ik het treurspel (zeer treurig, inderdaad!) van
Nestor de Tière gaan zien:
Belsama: 5 bedrijven!!!
[2] Dat vlaamsche tooneel is een onuitputbare bron van zuivere wellust. Er waren daarin Druïden, priesteressen, "schuùn maskes", krijgslieden, & Romeinen (uit het verwufte Zuiden). Het stuk is onnoozel, conventioneel, rhetoricaal, — een meeting-rhetoriek & estaminet-pathos — & van lage afkomste. En een mise-en-scène!! Ik heb me kreupel gelachen. Dat herinnerde mij de studenten-revues wanneer men niet genoeg geld heeft om een coiffeur te betalen, & dat de spelers zichzelf grimeeren. Papa
Hendrikx was de Opperdruïde (men sprak uit: opperdruïde! alsof men zou gezegd hebben: sargeant!), & had zich den kop van
Emanuel Hiel gemaakt. Haar, smeerlapperij, grove stem, gagaïsme, het wás wel de Barrrd! De kleine Hendrickx was een kelt "bedorrrven doorr het Zuiden" zooals het zijn vader uitpredikte. Het eenige wat me daarin interesseerde was
Julie Cuypers. Dat schijnt me een wijf voor iemand die de "gezonde" & platte & beestige ondeugd beu is, & die wat meer verlangt ("onmenschelijke" gevoelens, zegt
Brans-het-piepertje). Zij speelde
heerlijk-wel een scène van krankzinnige hysterie, & dat heeft me waarlijk doen droomen.
[2]
Vrijdag
[3] een avond doorgebracht bij
Erasme Raway, die voor mij — ja, m'neer, voor mij alleen! — het eerste bedrijf van zijn opera
Freya gespeeld heeft.
[4] Hij heeft me veel dingen uitgelegd, veel bedoelingen doen voelen. Een magnifieke avond. Ik ken te weinig muziek om u daarover iets te schrijven, maar het heeft op mij een colossalen indruk gemaakt. Het scheen me dat ik in een tempel binnengelaten werd. Mevr. Raway is ook heel interessant. Wij hebben over kunst & vooral over philosophie gepraat tot 2 u. 's nachts.
Nu, wat over V[an Nu en Straks]:
Ik geloof dat de zaak gemakkelijk zal afloopen: ik heb een lijst opgesteld van al de menschen waaraan we een prospectus meeten zenden, & alles wel ingezien ben ik overtuigd dat we ons kosten zullen dekken.
Loop van tijd tot tijd eens binnen bij
Buschmann:
hij zou ons het prospectus moeten leveren voor Zaterdag:
[5] dan zou ik Maandag
[6] namiddag overkomen naar Antwerpen, we gingen bij
Pol de Mont, ik sliep bij u en Dinsdag
[7] heel vroeg zou 'k naar Rotterdam vertrekken. Indien ik Maandag niet vertrek, moet ik in Brussel blijven tot na Allerheiligen: dus, weer een tijdverlies
[.]
Antwoord me eens
dadelijk op deze vraag:
gaat, in dit seizoen, de boot van Van Maenen nog van Antwerpen naar Rotterdam alle Dinsdagen,
donderd[agen] & zaterdagen?
Om welk uur vertrekt hij [7]??
Hier heeft een kerel reeds geabonneerd, hoewel ik hem niets gevraagd had, want hij kent geen woord Vlaamsch!! Dat geeft me veel hoop (We zullen zijn portret geven, door Jan Veth geteekend!)
Dezen morgen gevallen op Henry De Groux, die juist in Brussel is, van gisteren. Hij kwam niet recht van Parijs, daarom ook, "zeit-ie", heeft hij mijn brief niet ontvangen. Hij was met een aardig vrouwken, & heeft me rendez-vous gegeven voor morgen avond, om van de zaak te spreken.
[3]
Die kerel heeft een kop! (iedereen draait zich om om hem te bekijken, op straat). Den kop van een seminarist, vermengd met iets van een ouden cabotin, die honderden verkoutingen zou gekregen hebben in de coulissen. Daarop een bovennatuurlijken neus, die valsch schijnt, & een blik die heel-en-al zot is! — Het wijfken scheen me ook heel belangwekkend, alhoewel ik niet altijd veel vertrouwen heb in die vrouwen-artisten.
Uw voorstel — de critiek vervangen door studies over
Individuën — schijnt me niet practisch. Wij hebben die rubriek niet noodig: wanneer een van ons iets
nieuws te zeggen heeft over een beminden schrijver, dan zal hij een artikel schrijven. Maar ik zou geen werk van "vulgarisatie" willen leveren: waarom Wagner of Poe samenpersen in een 10-tal bladzijden? Wij schrijven niet voor de menschen die Poe niet gelezen hebben, & wij moeten het Vlaamsch publiek niet onderrichten. Dat zou kunnen gedaan worden voor
Ernest Hello, b.v.: men heeft er nooit een studie over geschreven. Indien ik
iets bizonders te vertellen heb over Poe (de lieven van Poe, b.v.) en dat ik dat interessant kan maken zelfs voor de menschen die Poe goed kennen, dan zal ik daarover een artikel schrijven. Maar zoudt ge wel een algemeene studie over hem willen leveren na Baudelaire
[8] &
Hennequin?
[9] Het zou zot zijn. Een studie over Mallarmé na
Vittorio Pica?
[10] Over
Rops na Huysmans?
[11]...
Gij vraagt me wat ik schrijf? Ik werk aan Heimwee, maar het gaat heel stillekens, omdat ik altijd hetzelfde herschrijf. Het is heel lastig voor een schrijver, bezeten te zijn als ik door de "passie van het volmaakte". Ik blijf vijf of zes uren lang eenige woorden peutelen. Het is ellendig zoo 'n byzantijnsch werk te maken, maar ik kan niet anders.
Voor
V[an Nu en Straks] heb ik het eerste hoofdstuk van
Heimwee:
[12] een die gedroomd heeft, & bij 't ontwaken dien droom opzoekt, zich niets meer
bepaald kan herinneren, enz. enz. Dat symboliseert heel het boek. ( 5 bladz. van het
tijdschr[ift]). Ik heb nog andere uittreksels die 'k
[4]
u zal laten lezen: we kunnen altijd kiezen. In het stuk dat ik zou willen geven zijn er een hoop zeer characteristieke dingen, "onderdeeltjes van gevoelens", rudimentaire gewaarwordingen, enz. Ik zal ook trachten een gedicht te hebben
[13] ( 1
b[lad]z[ijde]), om de afwisseling. Dan mijn "Ontwikkelde lui".
[14] In 't geheel dus, een 10-tal bladzijden.
V[an] Langendonck heeft 6 heerlijke sonnetten, misschien het beste wat hij tot nu geschreven heeft.
[15]
Zou Buysse naar Antwerpen niet kunnen komen wanneer ik er ben? Weet gij wat hij geeft voor n
r 1?
[16] Er zou wel iets over kunst moeten komen in dat eerste n
r. Een studie over
Minne zou 'k kunnen schrijven, dat is nieuw.
[17] Wat denkt ge er van? 'k Heb geen papier meer.
Annotations
[2] Belsama, drama in 5 bedrijven en 7 taferelen door
Nestor de Tière, op muziek van François van Herseele, ging in première in Brussel in de KVS, op zondag 2 oktober 1892, en opende er het toneelseizoen 1892-93. De opvoering van donderdag 13 oktober begon — zoals gewoonlijk — om 19u30. Zie
La Chronique van 4 en 13 okt. 1892. Het stuk werd ook gepubliceerd; zie
Nestor de Tière, Belsama. Treurspel tijdens den ondergang van het Druidendom (60-61 jaar na J.Chr.) in 5 Bedrijven en 6 Taferelen (Antwerpen, Janssens & Zonen [1921 (datering SBA)] (bezit SBA, C/36.501 448-449).
[4] Freya: lyrisch drama op tekst van Harroy en Ronveaux, waaraan
Raway van 1886 tot 1908 werkte. Zie
Georges Dwelshauvers, Erasme Raway (extrait de la Revue de l'ULB Mai-Juin 1905) (Liège, La Meuse, 1905, p. 23 en 31 en
A. Corbet en W. Paap, Algemene Muziekencyclopedie (Antwerpen - Amsterdam, Zuid-Nederlandse Uitgeverij, 1957-1963, sv. Raway.
[25] Er werden twee verschillende regelingen teruggevonden:
- - 'Agenten der stoombootliniën voor Nederland en den Rijn Van Maenen en Van den Broeck, minderbroedersstraat 16 van Antwerpen naar Rotterdam elke dynsdag en donderdag' (De Antwerpenaar, Volks- en Handelsalmanak voor Antwerpen, Antwerpen, Van Os-De Wolf (1892), p. 206.
- - 'Les bateaux à vapeur qui vont d'Anvers à Rotterdam les mardi, jeudi et dim[anche] (mardi, jeudi et sam[edi] ou dim[anche] de Rotterdam à Anvers), font le trajet en 9 h. Ils partent du quai Van Dyck (pl B3); Prix: 2 fl 50 et 1 fl 50; Agences: à Anvers: van Maenen & Vandenbroeck; quai Ste-Aldegonde, 38 (pl B2)' (K. Baedeker, Belgique et Hollande y compris le Luxembourg; Manuel du Voyageur (Leipzig, 1894, p. 15).
[8] Er zijn verscheidene bijdragen van hem over Poe verschenen. Drie belangrijke zijn:
Charles Baudelaire, 'Edgar Allan Poe, sa vie et ses ouvrages', in: Revue de Paris, Mars-Avril 1852;
Charles Baudelaire, 'Edgar Allan Poe, sa vie et ses oeuvres', woord vooraf bij zijn vertaling van Histoires Extraordinaires (1856;
Charles Baudelaire, 'Notes nouvelles sur Edgar Poe', woord vooraf bij zijn vertaling Nouvelles Histoires Extraordinaires (1857). Zie ook
Charles Baudelaire, L'art romantique, littérature et musique. Chronologie, préface, établissement du texte par Lloyd James Austin (Paris, Garnier-Flammarion, 1968). (Chronologie 7-18: 11-14).
[9] E. Hennequin, Etudes de critique scientifique. I. Ecrivains Francisés. Dickens-Heine-Tourgénief-Poe-Dostoiewski-Tolstoi (Paris, Librairie académique Didier Perrin et Cie, 1889). Over Poe, zie p. 117-161.
[10] Vittorio Pica, 'Les modernes Byzantins; Stéphane Mallarmé', in: La Revue Indépendante, T. XVIII, 52 (Février 1891), p. 173, 215 en
Vittorio Pica, 'Les modernes Byzantins; Stéphane Mallarmé', in: La Revue Indépendante, T. XVIII, p. 53 (Mars 1891), p. 315-360.
[13] Vermeylen publiceerde twee gedichten in de eerste reeks van
Van Nu en Straks: 'Van Geluk' (1 [1893], p. 1-2) en 'Een Morgen' (6-7 (s.d.), p. 50-51).
[14] Victor Lieber, Eenig gekapt stroo over de ontwikkelde lui, in: Van Nu en Straks, 1ste reeks (1893), p. 29-32 [15] Van
Prosper van Langendonck zijn volgende sonnetten opgenomen in de Eerste reeks van
Van Nu en Straks: 'Van Hoogmoed' (4 gedichten, nr. 1, p. 10-13); 'Sonnet' (nr. 1, p. 16); nr 4: 'Verzen' (3 gedichten, nr. 4, p. 19-21, waarbij een slot aansluit (p. 22) dat niet in sonnetvorm is geschreven; 'Naglans' (nr. 6-7, p. 45); 'Fragmenten' (nr. 6-7, p. 46); sonnet zonder titel, waarvan het eerste vers luidt:
'En eens...'twas avond..'k had zoolang gezworven.' [16] Cyriel Buysse, 'Moeder, een Oost-Vlaamsch Verhaal', in: Van Nu en Straks, Eerste Reeks, nr. 1 (1893), p. 17-24.
[17] Het werd uiteindelijk geen studie, maar een bijdrage van 1 bladzijde:
Vermeylen, 'Nota over de pleisterbeelden van George Minne', in: Van Nu en Straks, Eerste Reeks, nr. 4 (1893), p. 1.