Dahliastraat 21
Antwerpen
Ik zond u anders toch bericht —
Nu wees getroost, wil niet vertwijfelen,
Ik sluip nog onder 't levenslicht!
O Mane, strijder, kamper, rethor
Voor Ibsen en zijn kunstgewrocht —
Gij puik der vrinden, Antwerps praetor,
Bericht: Wat heeft Uw woord vermocht?
De lezing,[1] die ge me mij woudt wijden,
Heeft wis Uw hoorderen verrukt —
En hebt ge met vijftig bladzijden
Hun hersenen niet doodgedrukt? —
Uw lange brief zal welkom wezen,
Wiens oog Uw strijd van ver beslaat.
Uw vriend uit Brussel,[2] onvolprezen,
Zond nog geen tijding van zijn staat.
Ook meld mij: is de Vl[aamsche] Schole
Alleen aan 't Gentsch tentoon gewijd?[3]
Ik kreeg, doch gloof door 's drukkers dolen,
Een stuk dat nergens uitscheidt.[4]
Vindt gij deez poezy niet schoon,
zoo stel ze vrij in Het[5] tentoon.