16 Nov[ember] 92
Beste kerel
Ik heb vandaag geen tijd, want m'n dag is bestemd om Johannes Viator[1] te lezen[.] Intusschen, omdat het dringt zal ik je even schrijven over je brief aan Mr Treub.[2]
Er staat m[ijns inziens] veel te veel in. 1e Wat hoef je hem te vertellen dat je [']t stuk, dat hij opgenomen heeft, eerst voor een ander blad bestemde en dit zelfs met name noemen? — Schrappen dus. Ook dat je [']t beter kunt behoef je niet te vermelden; dat kun je bewijzen. Dàn je sociale geloofsbelijdenis — kan blijven maar is volmaakt overbodig, nu Mr Treub je immers geheel vrijlaat. — Wat je hem sturen zult? — Over Ibsen? — Wel dat is niets voor zijn blad, en over Tarde? — Is dat niet te oud? — Bovendien, bespreking door een leek van zulk een moeilijk onderwerp zal hij niet verlangen. Wat hij noodig heeft is: Mededeelingen omtrent hetgeen er in Belgie in sociale aan-gelegenheden gebeurt, zooals je eerste brief óok was, maar dan alleen wat uitvoeriger over de dingen, die van belang zijn en waar het op aankomt. Je kunt veel uit couranten ontleenen en daar een eigen saus overgieten; vooral eigen waarneming, geen boekenwijsheid. Snap-je? — Maak je artikels ook niet al te lang ([']t is een weekblad) en zend ze niet al te vaak. Wat je dus aan Treub moet antwoorden? —
WelEd[ele] Heer?
Ik zal aan Uw vriendelijke uitnoodiging om U brieven over Belgische aangelegenheden te schrijven met genoegen voldoen. —
Vrijdag[3] verwacht ik Gust hier. Hij schreef me uit Den Haag: N[ieuwe] Rotterdammer en Haarlemmer hebben Het[4] al aangekondigd. Ik beloof je te zullen werken en ben voor
[2]
je voornemen om mij een present-ex[emplaar] te zenden zeer gevoelig. Hoop het me waard te maken. Wensch je alle succes. Van De Telegraaf[5] geen woord. Advies over uitgaaf Ibsen-lezing[6] behoud ik mij voor. Ik ben er zeer nieuwsgierig naar. Als ik geld had, kwam ik [']t tweede deel hooren en — bediscussieeren[.] Je hoort van me, zoodra ik Gust gesproken heb —[7]
Is niet binnenkort een feestmaal ter eere van Rooses.[8] Dat is mogelijk stof voor brief aan Haarlemmer.
M'n eigen stemming is heel wisselend. Ik zie soms de toekomst heel donker in, omdat ik geen kans zie om voorshands haar[9] uiterst moeilijk leven te verlichten. Ik reken altijd nog op Engeland. Maar zal dat lukken? Vragen, vragen!
H
Hand.
Leo
Gidsartikel komt
1 Dec[ember][10]
Annotations
[1] Frederik van Eeden, Johannes Viator. Het boek van de liefde (Amsterdam, W. Versluys, 1892).
[4] Van Nu en Straks.
[5] De Telegraaf was het nieuw op te richten Nederlandse dagblad. Zie brief 131, noot 3 en brief 153, noot 4.
[7] Vermeylen.
[8] Dit banket was op dat ogenblik al 10 dagen voorbij. Zie brief 177, noot 3. Voor een bespreking van het banket door Flanor, zie De Nederlandsche Spectator van 12 nov. 1892 in de rubriek 'Vlugmaren'.
