AMSTERDAM
20 NOV 92 12-6V
ANVERS
20 NOVE 1892 12-M
AAN Emmanuël de Bom
Dahliastraat, 21
Antwerpen
Dahliastraat, 21
Antwerpen
Zaterdag (??) ... Amsterdam
20 nov[ember]
Houwe!
Brief ontvangen. Goed, die ontknooping.[1] Onzen P. noemt hier iedereen "'n koekebak" of "'n sjapitouwer" (sic). Ik ben nu als een die lang met zwijnen geleefd heeft, & in-eens menschen ontmoet. Ben hier met heel groote Artiesten: Thorn-Prikker, Holst, een zekere Stellwagen, enz.[2] Groeten van Simons.
Het marcheert, het
is bijna gereed. Ik zeg u voor-waar, ik zeg u, wij zullen te veel abonnés hebben!!!! Blok, boekhandelaar in den Haag, is agent voor Nederland. Heel gewichtig: 600 ex[emplaren] drukken van omzendbrief,[3] & den druk gezet laten. Wij zullen misschien meer noodig hebben voor de propaganda.
Poot van Gust
Annotations
[1] Brief niet teruggevonden. Waarschijnlijk zal Emmanuel de Bom aan August Vermeylen geschreven hebben over zijn vergadering met Henry van de Velde (zie brief 207) over de houding die tegenover Buschmann moest aangenomen worden i.v.m. het prospectus waarin de naam van George Minne niet werd opgenomen (zie ook brief 205).
[2] Zie over het bezoek van Vermeylen aan Nederland ook het reeds geciteerde artikel: J.M. Joosten, 'Henry van de Velde en Nederland, 1892-1902. De Belgische Art Nouveau en de Nederlandse Nieuwe Kunst', in: Cahiers Henry van de Velde, 12-13 (1974), p. 16-17). Uit een hier aangehaalde brief van Thorn-Prikker aan Henri J.F. Borel van 27 november 1892 blijkt dat Vermeylen de theorieen van Sâr Péladan 'flauwe kul' noemde, tot grote verontwaardiging van Stellwagen.
[3] Versie D, die op 12 november 1892 verschenen was.
