<Resultaat 621 van 1419

>

Beste Kerel —
Ik wou, dat ik je opbeurends schrijven kon. Maar ik ben zelf heel gedrukt. Toekomstzorgen — Een collisie van omstandigheden. Ik heb nu tijd noch lust je dit raadselachtige te verklaren. Zoo straks moet ik de stad uit; de tijd die me overblijft, heb ik noodig voor een correspondentie, die me nader raakt dan de jouwe.[1] Vind me niet al te egoistisch nu, maar ik heb op [']t moment zooveel met m'n eigen zaken te doen, dat ik waarachtig geen hoofd heb voor die van anderen.
Hierbij den brief terug, die van veel ellende spreekt.[2] Maar beste kerel, ik vrees dat jij jezelf in dezen laat meesleepen door overgevoeligheid. Ik verdenk háar volstrekt niet van vertoonmaken en geloof graag op jouw woord dat zij au fond eerbaar en fatsoenlijk is. Dat zij buitenechtelijk 'n kind heeft doet natuurlijk niets af. Toch kan ik me nog niet voorstellen, wat jij dan voor haar geweest bent als zij zoo van den ander hield als nu blijken moet. Intusschen, ook dit doet er niet toe. Hoofdzaak is: haar helpen met werk. Het eenige middel is, dat zij probeert buffetjuffrouw te worden in een net restaurant, of koffiehuis. Haar voorkomen, manieren en gestalte zijn daarvoor zeer gunstig; en — wat in een magazijn of winkel dadelijk een beletsel wezen zou — het hebben van haar kind, zal dàar voor minder hinderen. Zij kan daar heel fatsoenlijk zijn en behoeft zich niet te verkoopen als zij niet wil. De eenige vraag is: zal zij genoeg kunnen verdienen voor haar en haar kind? — Ik denk dat zij niet meer dan f300- winnen zou en dat is weinig. Maar kent zij niet een vak, als modiste of naaister?
[2]
Schrijf me eens nader omtrent haar afkomst en kundigheden; dan kan ik je beter raden. En houd het hoofd boven water en doe geen dwaasheden onder den indruk van het oogenblik. Dat je haar niet verlaat in deze omstandigheden — als je anders deed was je een gemeene egoist; maar drijf je naastenliefde niet te ver.
Ik kan heusch niet langer schrijven. Hand! — Leo

Annotations

[1] Met mevrouw Josine Mees, zijn latere echtgenote.
[2] Zie incipit brief 230. De brief van De Bom werd niet teruggevonden.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.