'k ga je dadelijk inlichten[.] 'T is hier Winter en je weet wel dat we gezworen vijanden zijn,[2] ik acht het niet geraadzaam van onder zijn oogen te komen. Met expositie van A[ls] ik K[an][3] heb ik nog in 't stad geweest ('k had beter in mijn nest gebleven maar 't moest, ge zult seffens weten waarom) 'k zou van de reis profiteeren om de expositie te zien maar ben juist op den trap geraakt — nu ben ik van over eenige dagen weêr op de loop[.] Ge moet weten dat er sprake was van voor eenige maanden naar 't zuid te trekken. In weerwil van de centen zou ik Copies maken voor 't museum van Brussel (parc du cinquantenaire) op zekeren dag moest ik dan bij de Gouverneur zijn maar gansch het boeltje is bij meneer de minister in duigen gevallen, de vent had geen duïten 't welk hem erg speet schrijft hij. Hewel goed overwogen spijt het mij zoo erg niet als hem. Verondersteld dat ik tijdens het slechte seizoen mij ginder bevond (om physique) bij het terugkomen was het 10 tegen 1 weer 't zelfde en werken zou ik er toch niet doen, dit geloof ik ten minste[,] we zullen dan maar weeral trachten stillekens aan de lente te komen[.] Nu wat aangaat de kwestie A[ls] ik kan[:] 'k had hier 2 of 3 schilderijen die bijna klaar waren nen heelen tijd voor de opening[.] 'k had gehoopt ze kunnen op hun pooten te zetten maar ze staan hier nog zooals over 2 of 3 maanden (of wat slechter daar ik er aan geknoeid heb, en ze nu naar den bliksem acht) het effect is weg en zoo me toch niet toelaten ze aan te pakken[.] Richard[4] had me naar het schilderij uit Gent[5] gevraagd voor A[ls] ik kan[.] ten eerste er moet nen lijst rond vooraleer ze toch
[2]
buiten komt en ten tweede zou ik er nog graag wat aan veranderd hebben[.] Het speet me oprecht niets naar als ik kan te hebben kunnen zenden daar ik van in den tijd dat ik op de zittingen kwam geroken heb dat er zoo wat hoe moet ik zeggen?... bestond tusschen hen en de XIII en dat er wel confraters zullen geweest zijn die deze abstentie als mijne bijtreding aan de XIII zullen aanzien hebben[,] 't welk mis is punctum. contre la force.
ja ik heb het artikel Briët gelezen[.][6] 'k heb er den type goed in terug gevonden [.] Het schilderij ken ik ook niet, ge weet dat hij verloofd is? hij zal zou wat in 't voorjaar trouwen schrijft hij[7] — zoo ge eens tot hier komt laat ik je hare photo zien[,] nogal aardig ziet het er uit — bitter jong dunkt me[.]
je vraagt, wat denkt ge over het idee Nu en straks? Daar weet ik niets van[,] 'k hoor of zie hier niets — wat is het voor iets? Als het god belieft zal ik bij de eerste lente dagen ook wel iets gedaan krijgen[.] de stukken staan juist gepointeerd — lijk de artilleurs hier zeggen — verders ben ik hier nevens mijn kot aan een interieur bezig — zeg eens wat of ge uitsteekt.
Wil je een photographie van mijne zot?[8]
je E[vert]Larock
Annotations
[1] I.v.m. de datering: Larock heeft in elk geval het artikel van De Bom kunnen lezen (zie [6]). Vermits het overlijden van de De Vlaamsche School medewerker Gerrit Wagner (24 nov. 1892) niet in het decembernummer wordt vermeld, maar wel in het januarinummer van 1893 (De Vlaamsche School, nr., VI (1893) 16), kunnen we dus aannemen dat het blad eind november of begin december van de pers kwam. Larock kan het artikel gelijk wanneer in december hebben gelezen. Het is bijgevolg onmogelijk de datering nader te preciseren.
[2] "We": Evert Larock en het slechte weer. Larock had last van een zwakke gezondheid, zoals uit de meeste van zijn brieven blijkt.
[3] De tentoonstelling van Als Ik Kan werd gehouden in de zalen van het Oud Museum (Museumplaats, Antwerpen) van 12 tot 26 november 1892. Evert Larock stelde er tentoon. Zie De Koophandel van Antwerpen van 10 nov. 1892) en 22 nov. 1892.
[4] Richard Baseleer.
[5] De Idioot, tentoongesteld op de driejaarlijkse tentoonstelling van de Maatschappij tot aanmoediging der Schone Kunsten die liep van 22 aug. tot 1 okt. 1892. Zie De Vlaamsche School, nr., V (1892), p. 86, en Pol de Mont, 'Het Salon van 1892 te Gent', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 161-181.
