<Resultaat 648 van 1419

>

Houwe!
Ik moet nu nauwkeurig opletten op wat ik u schrijf: ik feliciteer u om uw Venetiaansch feest (het was gemeend, hoor!) & ge denkt dat ik "u laag schat, door dat nù niet meer slecht te vinden". Ik geloof dat ik u al genoeg afgeklopt heb, & dat ge nu aan mijn oprechtheid niet meer moogt twijfelen.
Welnu, — ge moogt van mijn oordeel denken wat ge wilt — maar ik acht uw Blonde Gedachten heel héél goed. Ik ben zeer verheugd dat ge dàt geeft voor ons eerste nummer. Na 't lezen van uw bijdrage was v[an Langendonck] vol eerbied voor u (sic). Ik heb heel streng willen zijn & heb eenige details onderlijnd of brutaal uitgeschrabd, wanneer ze mij wat naïef voorkwamen, of niet juist. Ook eenige volzinnen schijnen me onnoodig, verlammen den gang der gedachten (ik heb dat aangeduid in den tekst). B[lad]z[ijde] 4 zeurt een weinig, alles niet precies noodzakelijk; wat langdradig. — Op [Bladzijde] 6 is er een periode die ge ietwat zoudt moeten veranderen: de karakteristiek van Baudelaire, Verlaine, Poe, enz. is onvolledig of onjuist, wat ge daar doet is nogal gevaarlijk. Ge zoudt dat moeten hernemen: die passage is héél gewichtig, gij hebt daar iets heel moderns (in den goeden zin van 't woord): de smart van 't niet meer kunnen zien met pure oogen, die perversiteit van het denken dóór de literatuur, dóór de denkbeelden van anderen. Tot nu toe, geloof ik, zijt ge de eenige die daarop de aandacht lokt. Ggghoèd!...
— Waarom hebt ge op de twee zijden van 't papier geschreven? Wilt ge daarvan een tweede kopie maken, die ge direct aan VandeVelde (ten Anker, Knocke) opzendt?
Het eerste nr zal een 38 à 40 b[lad]z[ijden] hebben:
van Buysse: Moeder (een dorpsnovelle, ik ben met Virg[inie] Loveling overeengekomen voor de verbeteringen). (9 b[lad]z[ijden])
  • van de Bom (Mane): Blonde Gedachten. (10 b[lad]z[ijden])
  • van vv[an Langendonck]: twee gedichten die 'k in Antwerpen [2] gelezen [heb]. & een reeks van vier sonnetten. (7 b[lad]z[ijden])
  • van Mij: Heimwee (wat veranderd, zuiverder geworden). (8 b[lad]z[ijden])
  • Een Gedicht. (2 b[lad]z[ijden])
    van V[an de Velde] & mij (zal niet onderteekend worden)
  • Kunstimpressies: G. Minne. (3 b[lad]z[ijden])
  • Daarbij een plaat van X[avier] Mellery en éen van G[eorge] Minne.[1]
Gij zult al de proeven ontvangen & nog de verbeteringen kunnen voorstellen die ge wilt.
Wij hebben nu voor 2411.90 fr. (alle procent afgerekend) ab[onnés] (vijftien prachtex[emplaren] genomen!)
Het hoofd van de tegenkanting in Brussel is Johan-Mathijs Brans. Hij werkt héél véél tegen ons, is zeer ieverig, klapt ìedereen om, doet al het kwaad dat hij kan aan V[an] Langendonck, die zijn vriend was, — lastert, liegt, enz. .... Ik zwijg nu, tracht ironisch te zijn, maar ik verzamel haat in mij. Die haat zal eens schrikkelijk uitbarsten.
Ik ben nog altijd in briefwisseling met Buschmann. Antwoord me dadelijk hierop: heeft hij voor u 200 prosp[ectussen] verzonden?
— Wij hebben hier een soort van conversatieclub gesticht: van Lang[endonck], ik, Schamelhout & Hegenscheidt (twee jongens met diep & rein gevoel, die in de Distel Gorter op zeer verstandige wijze hebben verdedigd) komen sinds één maand of twee iedere week bijeen. We lezen (van Deyssel, van Eeden, Gorter, Kloos, Mallarmé, Villiers de l'Isle-Adam, Flaubert, Heine, Shelley, enz.) discuteeren onder ons, enz.
Schrijf me eens heel oprecht wat ga denkt over Mallarmé, want ik begin hem nu goed te kennen.
Kom zoo gauw mogelijk naar Brussel; sedert eenigen tijd hebben we onder ons alleen van zaken gesproken, & ik heb er nu behoefte aan, een avond met u door te brengen, met pijp, sigaren, bier & boeken. Ik zal u het groote album van Forain laten zien,[2] zal u lezen uit nieuw-aangekochte beeken. Ik zal u van v[an] Deyssel iets opdreunen dat u op uwen stoel zal doen trillen van bewondering, zooals het mij overweldigt iedermaal dat ik het lees.
— Gunther[3] ken ik niet, & ik ken niemand die hem kent.
[3]
— De verzen van Couperus in Z[ingende Vogels] vind ik dood-ordinair.[4] Waarom laat hij dat nu nog drukken. Het is overigens bijna letterlijk afgeschreven uit de Apokalupsis.
— Ik reken er op, dat gij me proeven zendt van uw Ibsen-boek.[5]
— Ik wenschte u niets voor '93, voor dezelfde reden die Jaak me geeft: "Aujourd'hui, 1er janvier, toute la charognerie va se souhaiter hypocritement le bonheur. Comme nous autres nous sommes sincères, hein mon vieux! nous ne faisons pas ça à date fixe & n[ou]s n'allons rien n[ous] souhaiter du tout."[6]
Jaak heeft me al tweemaal gevraagd waarom gij niet antwoordt op zijn laatsten brief.
Poot van G[ust]
wanneer ge komt, verwittig me op tijd.

Annotations

[1] Het eerste nummer van Van Nu en Straks (1893) telt 32 bladzijden en werd als volgt samengesteld:
  • Buitentekstplaat van Xavier Mellery. In de tweede druk van het eerste nummer (in 1894) werd deze plaat vervangen door een tekening van Jan Toorop.
  • Kopstukken van Henry van de Velde (p. 3) en van Theo van Rijsselberghe (p. 10).
  • Hoofdletter van Henry van de Velde (p. 17).
  • Vignet van Willy Finch (p. 24).
  • Slotversiering van George Lemmen (p 32).
  • August Vermeylen: Van Geluk (gedicht, pp. 1-2) Heimwee (proza, p. 3-9).
  • Prosper van Langendonck: Van Hoogmoed (4 sonnetten, pp. 10-13), Wrangheid (gedicht, pp. 14-15) Sonnet (p. 16).
  • Cyriel Buysse : Moeder (verhaal, pp. 17-24).
  • Emmanuel de Bom: Blonde Gedachten (proza, p. 25-32).
Het in deze brief vermelde stuk van Henry van de Velde en August Vermeylen, 'Kunstimpressies: George Minne' en de plaat van George Minne zijn niet in het eerste nummer opgenomen. Een tekening verscheen echter wel als buitentekstplaat bij het vierde nummer, waarin eveneens een artikel van August Vermeylen werd geplaatst: 'Nota over de pleisterbeelden van George Minne' werd geplaatst (Van Nu en Straks, 4 [1893], p. 1. Zie brief 253, noot 10). De vermoedelijke verschijningsdatum van Van Nu en Straks nr. 1 was tussen 25 en 28 maart 1893. Zie zie brief 71, noot 2.
[2] Jean Louis Fourain, Album de Forain [Préf. de A. Daudet] (Paris, H. Simons Empis, s.d.). Formaat 38,5 X 28,5.
[3] Onbekend.
[4] Louis Couperus, 'Fragmenten uit Johannes' Apocalyps', in: Zingende Vogels, III, 1891, 3de stuk (1892), p. 15-20 (ondertekend: 'Louis Coupérus, te Hilversum. Den Haag. '88'.').
[5] De Bom zal aan Hoste een drukproef in viervoud vragen van de eerste 48 pagina's van Henrik Ibsen en zijn werk, omdat hij die aan drie vrienden wilde voorleggen. Zie brief 18. Een exemplaar was bestemd voor Simons (zie brief 21 en brief 28 (noot 1)), een tweede voor Vermeylen (zie brief 26). Het derde exemplaar was misschien bestemd voor Louis Franck, die toch het portret van Ibsen aan de Bom had bezorgd (zie brief 14, noot 1).
[6] Vermeylen citeert hier blijkbaar (vrij onnauwkeurig) uit het hoofd; zie brief 237bis (1892), laatste paragraaf voor de passage "Dimanche 1er Janvier 1893".

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Finch, Alfred William (° Brussel, 1854-11-28 - ✝ Helsinki, 1930)

Schilder en keramist.

Franck, Louis (° Antwerpen, 1868-11-28 - ✝ Wijnegem, 1937-12-31)

Advocaat en politicus.

Hegenscheidt, Alfred Frédéric (° St. Jans-Molenbeek, 1866-04-06 - ✝ Menton (Fr.), 1964-02-09)

Hoogleraar in de aardrijkskunde aan de ULB en schrijver.

Medewerker en administrator van Van Nu en Straks. Getrouwd op 02/08/1919 met Madeleine Paule Jeanne Sidonie Heyman.

Hoste, Adolf (° Gent, 1846-10-01 - ✝ Gent, 1915-06-01)

Boekhandelaar en van 1891 tot 1909, in opvolging van C.Annoot-Braeckman, gerenommeerd drukker-uitgever te Gent. Gaf naast tijdschriften als Kunst en leven, Land en volk, Het Nederlandsch Museum, De toekomst, Volkskunde, het werk uit van o.m. P.Anri, H.Baelden, J.van Beers, A. Bergmann, E.de Bom, C.Buysse, P.Fredericq, Pr.van Duysse, P.de Mont, M.Rooses, H.Swarth, J.Vuylsteke, I.Teirlinck. Gaf in 1882 Rodenbachs Gudrun uit. Was de officiële drukker-uitgever van het Willemsfonds. Lid van het Taalverbond Gent.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Lemmen, Georges (° Schaarbeek, 1865-12-26 - ✝ Ukkel, 1916-06-05)

Schilder.

Loveling, Virginie (° Nevele, 1836-05-17 - ✝ Gent, 1923-12-01)

Schrijfster.

Zuster van Maria en Rosalie Loveling.

Mellery, Xavier (° Laken, 1845-08-09 - ✝ Laken, 1921-02-04)

Schilder, tekenaar en illustrator.

Minne, George (° Gent, 1866-08-30 - ✝ St.Martens-Latem, 1941-02-18)

Beeldhouwer, tekenaar en illustrator.

Rijsselberghe, Theo Van (° Gent, 1862-11-23 - ✝ Saint Clair (Z.-Fr.), 1926-12-13)

Schilder.

Schamelhout, Gustaaf (° Brussel, 1869-03-25 - ✝ Antwerpen, 1944-01-21)

Arts.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Toorop, Jan (° Purworedjo (Java), 1858-12-20 - ✝ Den Haag, 1928-03-03)

Schilder, tekenaar, graficus, aquarellist en ontwerper.

Velde, Henry Clemens Van De (° Antwerpen, 1863-04-02 - ✝ Zürich, 1957-10-25)

Architect, schilder, sierkunstenaar en essayist. Medeoprichter van Van Nu en Straks. In 1894 gehuwd met Maria Sèthe.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Villiers De L'isle-adam, Jean Marie Mathias Philippe Auguste (° Comte de Saint-Brieuc (Bretagne), 1838 - ✝ Parijs, 1889)

Schrijver.

Titel - krant/tijdschrift

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.

Naam - instituut/vereniging

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.