Brussel. 19.I.93.
Houwe!
Hoewel zekere gedeelten van uw Ibsen-studie heel goed gelukt zijn & me behagen, is het werk, in z'n geheel genomen, geen artiestenwerk.[1] Artiesten-werk hebt gij ook niet willen leveren: alleen een vulgarisatie-, een propaganda-werk, met eenige bescheidene eigene zienswijzen. Maar kunt ge geen voor-rede schrijven van een 10-tal regels, om het karakter van dat boekje wel vast te stellen, om den lezer te verwittigen éér hij aan 't lezen gaat?
Uw boekje is het eerste werk der "Nu-&-Straks-beweging" (zoo zal men het opnemen). Gij moogt daarover dus niet verkeerd laten denken. Onze vijanden zullen er zeker op vallen, — & als zuiver Kunst-werk zou ik — & zoudt gij — het niet willen verdedigen. Goed begrepen wat ik bedoel?
Gij hadt me gesproken van naar Brussel te komen. Kunt ge nu niet meer? Ge zoudt mij heel veel pleizier doen, wij hebben veel te praten.
Ik ben nog altijd in briefwisseling met Buschmann, & zoek inmiddels een anderen drukker (dien ik tot nu toe niet gevonden heb. Havermans is niet meer te bewerken).[2] Ik schrijf ook aan VandeVelde. Indien gij hem ziet, spoor hem aan om zich te spoeden met versiering, platen, enz.
Ik leef hier weer in ingewikkelde & absurde toestanden. Onwaarschijnlijke intrige met een getrouwde vrouw (de artieste waarvan ik u gesproken heb). Ik zit weer in de Crespelstraat
..................
De houwe
Gust
Annotations
[1] Zie Zie brief 26 (excipit).
[2] Havermans zou toch Van Nu en Straks (1) drukken. Zie brief 35 (o.m. noot 3). Zie ook brief 79, noot 9.
