<Resultaat 667 van 1419

>

Mon cher vieux,
[1]
Me voici très-amer, désespéré de tout et de tous, en Art, ici.
Figure-toi, j'ai fait les gaffes immenses:
1°) d'assister à une représentation de Werther;[2] et mon pauvre vieux c'est là vraiment infect mais à tel point que vomir est trop peu; figure[-]toi je ne sais quelles salades de petites cavatines, de tonitruements de cuivre pour dire rien et de bon petits airs faciles qui vont faire s'ouvrir les pianos tout seuls.
Puis, toutes nos connaissances, elles sont pour moi ragées d'amitié aujourd'hui, se pamant, s'angoissant, défaillantes presque devant cette immonde bouillabaisse et trouvant bon de me faire part de leur admiration, de cette jeune école française!!! oh! lá! lá! et tu sais, les meilleurs ceux en lesquels quelque confiance pouvait nous rester.
2°) Egalament été à la conférence du juif Bernard Lazare,[3] qui a parlé de "la poésie nouvelle et ses tendances en France et Belgique". Il m'a fait l'honneur! de me citer ainsi que Sluyts (qui le trouve admirable) mais non ce que c'est à côté, mon pauvre vieux, on ne se figure; figure[-]toi Verhaeren loué en termes de bottier, Laforgue idem, Mallarmé mis à côté de Rodenbach et à Mockel reproché d'avoir confondu le vers avec la musique!
Et, alors, Charles[4] trouvant cette conférence extraordinaire!!! et moi après avec lui et le dit juif au Shakespeare (dont je suis parti écoeuré et bien vite je t'assure) un Monsieur figure[-]toi qui en est à gober encore "le Voyage dans les yeux" de Rodenbach!!![5]
Il n'y a plus rien à faire ici, mon cher vieux, ils sont tous crétins, crétinisants, même les nôtres: après Werther c'était prouvé et à cette heure c'est bien pis.
[2]
Je suis "répugné" coup sur coup de ces choses et me demande ce que peut bien foutre encore à Anvers "l'Association pour l'art"[].
Tous sont si loin de nous que cela devient comme un mauvais rêve et je suis convaincu que nos amis! ne font que nous plaindre et avoir pitié; il nous reste ce sentiment à exploiter, ce sera de bonne guerre, au point de vue souscriptions. —
Je suis dans une période de rage bleue, et j'en suis aux proses de "Pour la Neige"[6] où le bon mouton d'autrefois est devenu enragé. S'il te souvient de "Panurge" et de Rabelais tu te rapelleras qu'en ce voyage, celui[-]ci aborde en différentes îles; je vais reprendre cette idée et aborder moi aussi à toutes les îles d'imbécilité que je connais. Tu vois mon plan à peu près hein! et pour clôture arriver à "la neige" c'est à dire l'immaculé des purs et des vrais, le Graal qui pour être vu demande des yeux qui n'ont jamais vu la merde! A quand ton retour ici? Crois bien que je t'attends, mon très pur, en angoisse.
Max

Annotations

[1] Datering: [februari 1893]. Zie brief 10, noot 1.
[2] Werther (tekst van E. Blau, E. Milliet en G. Hartmann en muziek van J. Massenet) werd acht keer opgevoerd te Antwerpen in het Théâtre Royal d'Anvers. De première vond plaats op vrijdag 27 januari 1893, de andere voorstellingen op 31 januari, 2, 5, 10, 19, 28 februari en 12 maart. (zie De Koophandel van Antwerpen van 24, 28 en 29-30 jan. 1893, 1, 4, 5-6, 17, 28 febr. 1893 en 11 maart 1893 en de spelprogramma's van het Théâtre Royal d'Anvers in het AMVC (T 265165/S).
De voorstellingen hadden — in tegenstelling tot wat Max Elskamp laat vermoeden — wel degelijk succses. Zie daarvoor het verslag in De Koophandel van Antwerpen van 28 jan. 1893 (p. 2): "De vertolking van Werther is uitmuntend geweest en M. Massenet heeft daarover zijne voldoening herhaalde malen uitgedrukt." Het is niet duidelijk welke opvoering Max Elskamp bijwoonde, maar waarschijnlijk was het een van de eerste vier, vermits hij in deze brief ook spreekt over de voordracht die Bernard Lazare hield op 1 februari (zie [3]).
[3] Bernard Lazare gaf zijn voordracht 'La Poésie Nouvelle et ses tendances en France et en Belgique' op woensdag 1 februari 1893 om 20.30 uur in de Cercle Artistique te Antwerpen (zie De Koophandel van Antwerpen van 1 febr. 1893, p. 3).
[4] Charles Dumercy.
[5] Georges Rodenbach, Le voyage dans les yeux (Paris, Paul Ollendorff, 1893).

Register

Naam - persoon

Dumercy, Charles (° Antwerpen, 1848-09-19 - ✝ Antwerpen, 1934-01-02)

Advokaat, kunstliefhebber en auteur.

Verwierf bekendheid met zijn bundeltjes vlijmscherpe boutades en maximes. Schreef ook gedichten (b.v. La coupe de cristal, 1922). Was een zeer intieme vriend van Max Elskamp, wiens voorliefde voor folklore hij deelde en met wie hij een der grondleggers van het Antwerps Museum voor Volkskunde was.

Elskamp, Max Antoon Maria (° Antwerpen, 1862-05-05 - ✝ Antwerpen, 1931-12-10)

Schrijver. Volkskundige. Stichter van het Volkskundemuseum te Antwerpen.

Laforgue, Jules (° Montevideo, 1860 - ✝ Parijs, 1887)

Dichter.

Massenet, Jules Emile Frédéric (° Mountaud, 1842 - ✝ Parijs, 1912)

Componist.

Mockel, Albert (° Ongrée, 1866-12-27 - ✝ Elsene, 1945-01-30)

Schrijver.

Sluyts, Charles (° Antwerpen, 1866-09-25 - ✝ Antwerpen, 1936-12-13)

Dichter.

Schreef gevoelslyriek in intimistische toon. Zijn werk onderging de invloed van dat van F.Severin. Leverde bijdragen in La pléiade, Le réveil en La Wallonie. Publiceerde L'amour saigne [1889], L'appèl des voix (1890) en Notes d'être (1893).

Verhaeren, Emile (° Sint-Amands, 1855-05-21 - ✝ Rouen, 1916-11-27)

Dichter.

Titel - krant/tijdschrift

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Naam - instituut/vereniging

Association Pour L'art, L' (° 1892 - ✝ 1893)

Antwerpse artistieke vereniging.

Trachtte in opvolging van L'Art Indépendant het streven van de Brusselse groep Les XX om de contemporaine kunstuitingen ingang te doen vinden, buiten de hoofdstad verder te zetten. Het inrichtend comité bestond uit Ch. Dumercy, M. Elskamp, G.Morren, G. Serigiers, H. van de Velde en, gedurende enkele maanden slechts, V. Compijn.

Er werden twee tentoonstellingen georganiseerd (één in 1892 en één in 1893), waar geheel in de geest van Les XX zowel kunst als kunstnijverheid (gleizen potten, tapijtontwerpen, plakkaten enz.) werd getoond. Tot de deelnemers aan de tentoonstellingen behoorden o.m. Th.van Rysselberghe, A. Bloch, G. Seurat, V. van Gogh, J. Toorop, W. Crane en H. van de Velde. Ook van de Japanner Hiroshighé werd werk geëxposeerd. Behalve tentoonstellingen richtte de Association, eens te meer zoals Les XX, ook voordrachten en concerten in.

Cercle Artistique, Litteraire Et Scientifique D'anvers (° 1852 - ✝ 1969)

Vereniging op 10 mei 1852 opgericht onder voorzitterschap van J.F. Loos, toenmalig burgemeester, met de bedoeling tegenover de uitgesproken zich 'flamingantisch bewegende' literatoren en kunstenaars een zich - op burgerlijk hoger vlak - manifesterende groepering te vormen die, naast de beoordeling van kunstwerken, de evolutie van de wetenschap in het bereik van het Antwerpse 'society'-leven wou brengen. De 'Cercle' ontplooide al zeer vlug een merkwaardige aktiviteit door o.a. tentoonstellingen en lezingen (o.a. van Multatuli, Mallarmé en Verlaine). Ook Vlaamse manifestaties kwamen, zij het minder veelvuldig, aan de beurt: zo had in 1913 in de 'Cercle' de eerste openbare vergadering van de Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal plaats. Men wenste ook, na het teloorgaan, tijdens de jaren twintig van het Théâtre des Variétés aan de Meir, het Franse boulevardtheater zijn kansen te blijven gunnen. Dit bleek niet erg winstgevend, en in 1964 moest ook het ter hulp gekomen Centre Culturel d'Uccles de pogingen staken; de 'Cercle' werd definitief opgeheven in december 1969. Het archief- en documentatiemateriaal van de Cercle Artistique bevindt zich in het AMVC; de onroerende goederen kwamen in handen van het Antwerps provinciebestuur dat er onder de benaming Arenberg zijn Reizend Volkstheater in onderbracht en van het hele complex een cultureel centrum maakte.

Theatre Royal D'anvers (° 1709 - ✝ 1934)

Antwerps theater, waarvan de voorgeschiedenis teruggaat tot de 17de eeuw, toen Antwerpse aalmoezeniers op diverse plaatsen in de stad toneelvoorstellingen inrichtten om geld te verzamelen voor liefdadige doeleinden. De eerste voorstelling in het zogeheten Tapissierspand (op de gronden van de huidige Komedieplaats), waar het theater sindsdien zijn vaste standplaats had, ging door in 1709. Tot 1829, toen het Tapissierspand werd afgebroken om plaats te ruimen voor de nieuwe door P.Bourla ontworpen schouwburg, bleef het een centrum van voornaam toneelleven te Antwerpen. Reeds tijdens het Oostenrijks bewind (1713—1794) werd het Vlaams toneel er verdrongen ten voordele van Franse en Italiaanse opera's. Onder Frans bewind verheven tot "Grand Théâtre" en onder Nederlands bewind tot "Théâtre Royal", groeide het na 1834, toen het inmiddels door de stad gesubsidieerde gezelschap zijn intrek nam in de nieuwe schouwburg, uit tot een brandpunt van Frans cultuurleven, waarbij een bijzondere voorliefde aan de dag werd gelegd voor opera's en operettes. In 1931 werden de stadstoelagen ingetrokken; de instelling verdween na het seizoen 1933 - '34. Het gebouw werd daarna ingenomen door de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, die er nu nog gevestigd is.

Theatre (royal) Des Galeries (saint-hubert), Le (° 1847 - °)

Brussels theater, tussen Schildknapenstraat 69, Koningsgalerij 32, Prinsengalerij en Predikherenstraat. Het theater ligt in deze rechthoek ingebouwd en bestaat nog altijd. Het voor zijn tijd vooruitstrevend gebouw werd ontworpen door de architect Cluysenaer en in gebruik genomen in 1847. Tussen 1862 en 1907 vierde de operette er hoogtij, vooral onder het beleid van de directeurs Delvil, Carion en Maugé. Daarnaast werden in een luxueuse enscenering ook revues gebracht. Tussen 1890 en 1893 was de directie in handen van de orkestleider Durieux. Het Théâtre des Galeries speelde onafgebroken de belangrijkste rol in het Brussels theaterleven en in de ontwikkeling van het toneel zelf. Het aantal premières was er relatief groot, de voorstellingen waren vrijwel altijd interessant, de gezelschappen homogeen en van een zeldzame kwaliteit.