<Resultaat 702 van 1419

>

Na 24 - 7 = 17 dagen!
Of ik Vir ben?[1] — Neen. [']t Is me al meer gevraagd!
Waarom ik zoo lang gezwegen heb? — Och kerel, altijd werken, zwoegen, slaven! en dan maaglijden, nu weer beterend, op dieet gezet, staalwater nemend; moet vóor Mei m'n Gijsbrecht-praeparatieven klaar hebben,[2] en heb nu natuurlijk met de Telegraaf er bij weer meer te doen.[3] Dán, de vorige week Théâtre Libre gehad,[4] geen avond vrij. En — m'n particuliere correspondentie! — Verbeeld je kerel, alles marcheert toch zóo: — háar heele familie vindt nu de scheiding goed, die zal nu gauw plaats vinden en dan is zij in Juli al vrij!![5] — Maar, mondje dicht hoor! — De buitenwereld mag niets weten. Je begrijpt dat ik nu opgewekt naar Londen ga! Eigenlijk begrijp ik [']t zelf nog niet eens, dat het nu alles zoo mooi en gelukkig worden zal. Had ik nu alleen maar niet die moeilijkheden met m'n ouders in het vooruitzicht. Zij zullen, van hún standpunt, mijn huwelijk met een niet-Jodin vreeselijk vinden, en het ergste is niet voor me, dat zij me waarschijnlijk zullen schrappen, maar dat ik hun veel leed zal moeten aandoen. Nu, ik denk er maar zoo weinig mogelijk over, tot dat het tijd is.
Ik ben hier erg aan het vechten geweest tegen Sudermann en diens Heimat![6] Dat is een vreeselijk ding! — Zoo valsch en quasi-modern. Heb je [']t al gelezen of gezien? — [']t Is echt iets voor het groote publiek. — Ik schreef voor de Telegraaf een 5e akte er bij,[7] waarin ik al het valsche van het stuk aan den kaak stelde. Verleden week een artikel over Taine.[8] Ik zal ze je allebei sturen.
Dinsdag 28 Maart.
Je bent, beste kerel, een ongeluksvogel — Want daar heb ik nu die volgeschreven beide kantjes al weer een paar dagen liggen, zonder dat ik aan het voltooien van mijn brief ook maar heb kunnen denken.
[2]
Telkens en telkens andere dingen en allerlei oponthoud. Dan die en dan die weer om raad: deze wil een stuk aangewezen hebben, die moet een rol bestudeeren, die een voordracht houden — En dan zelf Zondagmiddag een volksvoordracht gehouden;[9] over "De Vijand des Volks" zoo maar voor de vuist (toch moeten prepareeren natuurlijk en [']t stuk overlezen); een aandachtig gehoor, veel jonge socialisten. Ik sta bij hen in den roep van de Ibsen-man te zijn; een aantal lui hebben "Besproken Plaatsen" gelezen;[10] als je boek uit is, zal ik het hier aankondigen, de lui zullen [']t graag koopen, maar stel den uitgever voor, [']t vooral niet te duur te maken; 75 cent voor de leden van werkliedenvereenigingen. Wanneer komt het nu; en hoe staat het toch met "Het"? Dat wordt een 12-maandsch kindje. Ik wacht al een maand er op, om Gust meteen te antwoorden. [']t Wordt nu heusch tijd; anders denken de lui dat het niet komt.
Ja, er is veel aanstellerij onder al dat moderne geknutsel met "symboliek" en zoodra zoo iets in de mode komt, heb ik er direct het land aan. Thorn Prikker maakt mooie lijnen, maar meer ook niet; van zijn symboliek snap ik niets en ik vind zoo een heele omslachtige kunst, die allerlei uitleg vordert, de echte niet. De lijnen en kleuren in haar zelf moeten het voornaamste blijven; als zij maar puur zijn, doe ik de rest cadeau.
Ah wel, ah wel, zijn jullie zoo gehaat! Nu, ik niet minder hier. Er zijn wat [']n lui die me niet kunnen uitstaan en die groeien als ze me te pakken kunnen nemen, in het geniep dan. Ik blijf daar zeer ongevoelig voor en geef geen kik terug. Maar er zal bij het a.s. Congres[11] in Arnhem heel wat te doen zijn; de lui zullen me denk ik te lijf willen. Daar ik dan in Londen zit, zal ik me er niet vertoonen, tenzij uitgedaagd en me voor dat geval beschikbaar stellen. Die vrinden moeten niet denken, dat ik bang voor ze ben!
Over Clara nog iets te zeggen? — Ik hoop, arme kerel, dat je haar langzaam zult vergeten. Mij dunkt, jij hebt alles gedaan, zoo niet meer dan je kondt & mocht en dat zij dat niet inziet & begrijpt pleit niet voor haar. Dat Quartier Kapelsteeg bij Damrak is van een zeer slechte reputatie.
Ja, ik ben, ondanks den plaag van m'n maag, opgeruimd en gelukkig. — De volgende week zal ik haar zien, in Wiesbaden, we zullen een paar dagen samenzijn. In dat vooruitzicht & op mijn toekomstig geluk leef ik nu op. — Met 1 Mei verlaat ik mijn Amstelstad om met [3] Gijsbrecht te zeggen: En keer er nimmer weer. Tenminste niet voor goed en de eerste twintig jaar.
Handdruk Leo.

Annotations

[1] Onder het pseudoniem 'VIR' zijn 15 gedichten verschenen in de Gids. Wie de werkelijke auteur was kon niet achterhaald worden. Zie VIR, 'Verzen', in: De Gids, 4de r., XI, deel 1 (feb. 1893), p. 382-393.
[2] Misschien voor de proefaflevering die verscheen op 6 juni 1893.
[4] Het Théâtre Libre gaf de volgende voorstellingen in het Grand-Théâtre in Amsterdam:
  • donderdag 9 maart 1893: Les Revenants (Henrik Ibsen); Jacques Damour (Léon Hennique) naar Zola, Deux tourtereaux (Ginisty & Guérin).
  • vrijdag 10 maart 1893: La Fille Elisa (Ajalbert naar E. de Goncourt), Les Fenêtres (Perrin & Couturier).
  • zondag 12 maart 1893: A bas le progrès (E. de Goncourt), Blanchette (Eugène Brieux).
  • dinsdag 14 maart 1893: reprise van La fille Elisa en Les Fenêtres.
  • donderdag 16 maart 1893: La puissance des Ténèbres, naar Tolstoi.
  • vrijdag 17 maart 1893: speciale namiddagvertoning voor de pers van Mademoiselle Julie (Strindberg), Les Revenants.
  • vrijdag 17 maart 1893: gewone avondvertoning van Les Revenants, Blanchette.
Zie De Telegraaf, I, 68 (9 maart 1893), eerste blad [1], 69 (10 maart 1893), eerste blad [1], 71 (12 maart 1893), eerste blad [1], 72 (13 maart 1893), 3, 74 (15 maart 1893), eerste blad [2]).
Simons zelf bracht verslag uit over deze voorstellingen in een aantal artikels. Zie Leo Simons, 'Van Schrijvers en van Vrouwen', in: De Telegraaf, I, 68 (9 maart 1893), tweede blad [1]. Het artikel handelt over de vrouwenfiguren van Ibsens Les Revenants, Strindbergs Comtesse Julie en Tolstoi's La puissance des ténèbres. Onder de initialen L.S. verschenen dan nog 2 algemene artikels over de opvoeringen van het Théâtre Libre in De Oprechte Haarlemsche Courant, 61 (13 maart 1893), [4] en 73 (27 maart 1893), [2-3].
[5] De echtscheiding werd uitgesproken door de Arrondissement-Rechtbank van Den Haag op 23 mei 1893 (zie Nederlands Patriciaat (1951), p. 198).
[6] Hermann Sudermann, 'Heimat; Schauspiel in vier Akten', in: Das Magazin für Litteratur, LXII (1893). Verscheen in acht afleveringen van 21 januari tot en met 25 maart 1893.
[7] Leo Simons, 'Haar Thuis. Vijfde bedrijf (Onuitgegeven)', in: De Telegraaf, I, 81 (22 maart 1893) en 82 (23 maart 1893), tweede blad [p.1].
[8] Leo Simons, 'Het einde van het Determinisme?', in: De Telegraaf, I, 74 (15 maart 1893), tweede blad [p.1]. Het artikel handelt over Taine en Zola.
[9] Op zondag 26 maart 1893 organiseerde de "Schouwburgonderneming 'De Vrije Gedachte'" in Huize Stroncken te Amsterdam een namiddag met het strijkorkest "Entre Nous" en met Leo Simons, die een voordracht gaf over Henrik Ibsens Een vijand des volks. Zie De Telegraaf, I, 85 (26 maart 1893), eerste blad [1]. Zie ook Leo Simons, 'Uit het volksleven', in: De Oprechte Haarlemsche Courant, 76 (30 maart 1893), [3], waarin Simons zelf verslag uitbracht over zijn voordracht, die hij voor een "leergierig en aandachtig publiek" ten gehore gaf.
[10] Leo Simons, Besproken plaatsen (Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1891). (zie o.a. ook brief 3 (1892), noot 12 en brief 181 (1892), noot 7).
[11] Het 22ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres werd gehouden te Arnhem op 29, 30 en 31 augustus 1893. Zie de Handelingen van het XXIIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres (Arnhem, P. Gouda Quint, 1894).

Register

Naam - persoon

Brieux, Eugène (° Parijs, 1858 - ✝ Nice, 1932)

Toneelschrijver.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Ginisty, Paul (° Parijs, 1855 - °)

Schrijver en journalist. In Parijs directeur van het Théâtre National de l'Odéon en inspecteur van historische monumenten.

Schreef voornamelijk over het theater, gaf souvenirs uit van toneelspelers en bewerkte romans voor theater, zo o.m. Stendhals La Chartreuse de Parme. Gaf een nieuwe editie uit van Murgers Scènes de la vie de Bohême en schreef zelf een aantal toneelstukken en novellen, alsook reisimpressies. Was redacteur bij de bladen Gil Blas en XIXe siècle on publiceerde nog o.a. Mémoires d' anonymes et d'inconnus (1814-1850) (1907) en Anthologie du journalisme du XVIIe siècle à nos jours (1922).

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Sudermann, Hermann (° Matzickem (Oost-Pruisen), 1857 - ✝ Berlijn, 1928)

Schrijver.

Thorn Prikker, Johan (jan) (° Den Haag, 1869-05-06 - ✝ Keulen, 1932-03-05)

Beeldend kunstenaar.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Gids, De (° 1837 - °)

Cultureel en sociaal tijdschrift.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.

Naam - instituut/vereniging

Schouwburg Van Lier (° Amsterdam, 1852 - °)

Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)

Parijs theater.

Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.

Vrije Gedachte, De

Antwerpse vrijdenkersvereniging, gesticht in 1864, met lokaal in de Twaalfmaandenstraat. Het sinds 3 januari 1865 (begrafenis kunstschilder Jozef Lies) groeiend aantal burgerlijke begravingen en de ermee gepaard gaande wanordelijkheden, leidden tot het stichten van een "begrafenisfonds" bij de Vrije Gedachte. Zes maand na het overlijden van J.Lies was het ledenaantal van de vereniging van 124 naar 304 gestegen. Bron: VUB, Centrum voor de Studie van de Verlichting.