Ten anker. Samedi.
[1]
Mais, mon cher Toorop, tu penses bien que nous sommes excessivement flattés de ce que tu désires encore exposer à l'Ass[ociation] pour l'Art et nous comptons bien sur toi.[2]
Merci pour les renseignements que tu me donnes sur Colenbrander et Comte.[3] Puis-je te supplier d'aller les voir en notre nom et de faire agir toutes les influences que tu pourras surtout sur Colenbrander. J'aimerais tant fournir cet attrait à notre Salon qui sera aussi complet que possible au point de vue "Industries d'art".[4]
— Je compte en plus donner une conférence sur cette resurrection des industries d'art et des applications de l'art à l'industrie pendant notre Salon.[5]
— Merci, grand merci de la proposition que tu me fais de tâcher d'obtenir de van Wisselingh que je puisse exposer avec toi en automne à Londres.[6] Je compte travailler beaucoup cet été et pouvoir produire avant ce temps une ou deux broderies nouvelles.
Surtout pour neuves encore comme aspect, plus essentielement ornementales. Je crains seulement que n'ayant pas vu ma broderie,[7] tu t'en exagères le mérite.
Pauvre ami, la maladie ne t'épargne pas — ni toi, ni les tiens; je suis très heureux pour toi et pour Madame Toorop que ces inquiétudes te soient en moins que te donnait la santé de ton exquise petite Charly.
— van nu en straks, aura paru[8] et selon toutes probabilités te sera parvenu. Je suis très attristé de cette apparition et je refuse toute responsabilité à ce sujet. Telle quelle la revue a paru sans mon consentement. Et il dépendra de l'attitude de mes collaborateurs si je continue à en garder la direction oui ou non.
[2]
Je voudrais dégager devant toi et devant mes amis de Hollande ma responsabilité artistique.
Tu remarqueras qu'il eut suffi de peu de chose pour améliorer énormément ce qui aujourd'hui constitue au point de vue ornemental et typographique de véritables fautes.
D'ailleurs nous avons abandonné sur le champ cet imprimeur qui est une brute et un dévaliseur.[9]
Porte-toi bien, tout cher ami, toi et les tiens.
Et bientôt, j'espère te voir à Anvers.
Tu auras en temps tous les renseignements voulus: rapport au Salon —: ouverture — après celui de Gand[10] — commencement Mai.
affectueusement
Henry v[an de Velde]
Annotations
[1] Datering van de brief: 1 april 1893. De brief is geschreven na het verschijnen van Van Nu en Straks (25-28 maart, zie [8]) en voor brief 84 ("L'association pour l'art, qui a prié Mms Jan Toorop...") van 7 april. De enige zaterdag tussen deze data is 1 april 1893.
[2] Wellicht is deze brief een antwoord op een ontbrekend schrijven van Toorop: na 17 november 1892 (brief 208 (1892)) en voor 1 april 1893 werd geen correspondentie tussen beiden teruggevonden.
[5] Niet teruggevonden. Misschien heeft Van de Velde de voordracht niet gehouden.
[6] Van een tentoonstelling in Londen met Henry van de Velde en Jan Toorop in de herfst van 1893 werd niets teruggevonden.
[7] Op de tentoonstelling van de XX te Brussel (18 februari 1893 - 26 maart 1893) bevond zich het wandtapijt 'Veillée d'Anges', waarvan een geschilderd ontwerp 'Project de broderie ornamentale' reeds in 1892 op de tentoonstelling van de Association pour l'Art te Antwerpen geëxposeerd werd. Zie brief 208 (1892), noot 2. Zie ook brief 10 (noot 5), brief 38 en E. Verlant, 'Chronique artistique. Les XX', in: La jeune Belgique, XII (1893), p. 153.
[9] Ook Vermeylen was niet meer te spreken over Havermans. Zie brief 73.
In het kasboek van Van Nu en Straks (AMVC, V 147/H, 18177/1) lezen we op p. 66 onder de rubriek "Uitgegeven van begin November '92 tot einde April '93" o.a.: "Rekening Havermans (eerste aflever. 209.00". Op dezelfde pagina lezen we ook: "Waarborg gegeven aan Berqueman 200.00"
Berqueman werd de drukker van Van Nu en Straks (eerste reeks, nrs. 2-10 en een herdruk van nr. 1). In de archieven van Van Nu en Straks vinden we het contract terug tussen enerzijds August Vermeylen (die ook Buysse, De Bom, Van Langendonck en Van de Velde vertegenwoordigde) en anderzijds Alexandre Berqueman. Het contract legde alle overeenkomsten netjes vast, is gedateerd op 11 april 1893 en ondertekend door Vermeylen, Berqueman en Van Langendonck (AMVC, V147/D, 120444).
[10] Van de Velde bedoelt het Salon van de XX in de Cercle Artistique et Littéraire de Gand (2 tot en met 30 april 1893; zie L' Art Moderne, XIII, 11 (12 maart 1893), p. 86). Er werd alleen werk van leden, onder wie Van de Velde, tentoongesteld. Zie L' Art Moderne, XIII, 13 (26 maart 1893), p. 102). Voor een bespreking van de tentoonstelling zie 'L'exposition des XX à Gand', in: L' Art Moderne, XIII, 16 (16 april 1893), p. 124-125.
