<Resultaat 727 van 1419

>

Daarnet schreef ik aan Gust over "Het"[1] — Kerel, wat spijt [']t me, dat ik [']t nu ook jou zeggen moet, maar als jullie [']t hoofd boven water wilt houden moet je met wat-potigers voor den dag komen (miserabele beeldspraak, never mind!) Er is wel moois en goeds in wat jij en Gust en Van Langendonck geven, (Cyriel Buysse is sterk Lovelingsch!) maar ça ne suffit pas! — Boissevain in het Handelsblad van vanavond poogt jullie morsdood te slaan.[2] Dat is nu minder — alleen beroerd om het plezier dat die Belgische pummels er van hebben zullen — maar [']t jammer is dat de illustraties niet bijster zijn uitgevallen en de tekst voor een nieuw, een leidend tijdschrift niet stevig genoeg. Ik heb [']t ook aan Gust geschreven. Er had stellig geen kritische beschouwing over de litteraire en artistieke beweging van den tijd (N[ieuwe] Gids, Jeune Belgique, Vingtisten) in mogen ontbreken. Met die paar schetsen en gedichten bereikt jelui niets. — Ik zal in het publiek verzachtende omstandigheden pleiten, maar het spijt me heel erg voor Gust en jou en tegenover die Vlaamsche ploerten, dat het al te zeer — mag ik het zeggen ? — jongelingswerk is en het blijkbaar niet juist onderkennen van de werking naar buiten. Nu gauw flink aan het werk voor de 2e aflev[ering], jij ook. Je moet al je kracht eens inspannen om met iets compleets te komen. Jouw werk en dat van Gust zou gewaardeerd zijn als het maar de vulling was geweest bij doorwerkte kritische studies; ook juist de zwakheid van de N[ieuwe] Gids. Ik heb veel van jezelf in je analyse erkend. Maar je indertijd in de Spectator gemaakte studie: Machteloos stond hooger.[3] Je hebt dit laatste niet onder een echte impulsie geschreven. Ik weet dat je beter kunt. Laat nu de indruk van deze Aflev[ering] en de kritiek er op je eens tot inspanning opzweepen. Ten minste wanneer je borst weer sterker is, naar ik hoop, en je van dokter en apotheker ontslagen zult zijn.[4] — Je moet wezenlijk eens flink aan het werk tijgen. De Telegraaf heeft nu al een medewerker over kunst in [2] Antwerpen, die onder 't pseudoniem Brabo schrijft. Ik dacht dat jij dat misschien kondt zijn; maar ik twijfel toch; hoe zit dat?[5]
Mijn tijd hier loopt op z'n eind; ik ga naar Londen, niet als verslaggever van een blad, maar om te trachten in de Engelsche litteraire wereld een plaats te veroveren. Voorshands blijf ik èn aan de Haarl[emsche] Courant[6] èn aan De Telegraaf,[7] geregeld éen artikel per week voor elk; ook voor de Gids ga ik werken (artikelen over Israels & Maris, over de Vrouwenkwestie, over Vondel — stof te over!)[8] Dán moet ik in Londen veel Engelsch doen, natuurlijk; om me er in te werken. Daar ik éen jaar bij m'n zuster ga wonen,[9] heb ik niet zoo erg veel geld noodig. En over een jaar — dan komt zij bij mij en wordt m'n vrouw.[10] Sta me toe, niet over m'n geluk te spreken. 't Is zóo in me, dat ik het niet tot anderen uiten kan. Ik zou ook vreezen sentimenteel te schijnen. Zij is voor mij het allerhoogste[.] En pijn heeft m'n geluk me — gelukkig — niet gedaan; al spijt [']t me voor de moderniteit van m'n sentiment. — Ik hoop wel later flink, groot werk te doen; maar eerst moet ik nu nog aan geld-verdienen denken. Toch zal 't een groote rust voor me wezen, in Engeland te zijn; ik zit hier zoo in allerlei klein gewurm, en word door zooveel menschen in beslag genomen! dat m'n tijd vreeselijk verbrokkelt. Je moet er maar op rekenen, geen al te veelvuldige en lange brieven uit Londen van me te zullen krijgen; behalve mijn correspondentie met haar wil ik maar weinig tijd aan particuliere briefwisseling geven. Weet je wel dat ik soms jou en àl m'n kennissen of vrienden en andere menschen haten kan om den roof dien zij aan mijn tijd en dus aan m'n ikheid plegen door brieven en visites en hulp van me te vragen, of zwijgend te vorderen. Ik kan niet hebben, dat iemand rechten op me doet gelden in dit of ander opzicht; en ik word er te giftiger om, omdat ik me in mezelf toch aan dat plichtgevoel niet onttrekken kan. Alleen tegenover lui, die me werkelijk nóódig hebben, ben ik altijd tot helpen bereid. Maar al dat wereldsch plichtgewauwel van vriendelijkheden, die gerescontreerd willen worden, haat ik. Er zijn lui, daar ik soms in geen maanden kom en dan opeens weer druk; maar wee hun als ze dan over m'n "onbeleefdheid" gekrenkt zijn, dan zien ze me nooit weer. Ik ben hier langzaam aan zoo heerlijk los van allerlei dingen en menschen geworden; en in Londen zal ik nog vrijer zijn.
Zie zoo, nu is m'n tijd, dien ik voor je had, weer om. Wil [3] jij nog, later, in Augustus, m'n plaats aan de Haarl[emsche]?[11][']t Heeft nog tijd. Handdruk.
Houd je taai.
Leo

Annotations

[2] In de rubriek "Van dag tot dag" van het Algemeen Handelsblad staat een vernietigende kritiek over het eerste nummer van Van Nu en Straks. Het artikel is niet ondertekend, maar mogelijk van de hand van Charles Boissevain, want zijn naam werd in het plakboek van Emmanuel de Bom (AMVC, B708/H, 121374) onderaan het artikel bijgeschreven. Om zijn argumentatie te staven heeft de schrijver beroep gedaan op Etha Fles, die ook niet mals was in haar kritiek: "... Hier hebben wij te doen met een doodgeboren orgaan, dat ons nog den aller onaangenaamsten indruk geeft van iets te willen zijn, wat het niet is. Van het titelvignet af tot de laatste bladzijde is het een ergelijke vertooning van aanstellerij en slecht maakwerk..." Zie het Algemeen Handelsblad, LXVI, 20069 (9 april 1893), tweede blad, p. 1.
[3] Leo Simons bedoelt: Emmanuel de Bom, 'Onmachtig', in: De Nederlandsche Spectator, 35 (29 aug. 1891), p. 278-281.
[6] Het eerste artikel van Simons vanuit Londen vinden we terug in de Oprechte Haarlemsche Courant, 112 (15 mei 1893) [7]. Aanvankelijk verschenen er van hem één tot driemaal per week correspondenties, veelal over het Engelse kunstgebeuren. Vanaf augustus 1893 werden zijn artikels minder talrijk en verhuisden ze naar de rubriek 'Buitenland' als 'Particuliere correspondentie' (zie ook brief 194, noot 2).
[7] Aan de Telegraaf werkte Simons regelmatig mee van februari tot april 1893, gemiddeld 1 artikel per week. Vanuit Londen vinden we nog twee door hem ondertekende correspondenties terug. Zie Leo Simons, 'Uit de nieuwe Engelsche dramaturgie', in: De Telegraaf, I, 142 (23 mei 1893), p. 1-2 en Leo Simons, 'Nieuwe Engelsche Poëzie', in: De Telegraaf, I, 147 (28 mei 1893), p.1.
[8] Over deze onderwerpen publiceerde Leo Simons geen artikels in De Gids.
[9] Simons bedoelt waarschijnlijk Grietje (Den Haag 21 juni 1856 - aldaar 29 mei 1938), de oudste van zijn zeven zussen die met haar echtgenoot Benjamin de Wolf naar Londen vertrok op 27 febr. 1878. Na de dood van haar man keerde zij terug naar Den Haag (1920) (Informatie uit Burgerlijke Stand Den Haag).
[10] Het huwelijk vond plaats te Londen op 22 september 1894 (zie het Nederlands Patriciaat (1951), p. 198).
[11] De Bom heeft Simons' plaats niet gekregen. Zie brief 194, noot 2. Wel werd hij door de Oprechte Haarlemsche Courant aangeworven als verslaggever van de wereldtentoonstelling in Antwerpen in 1894; zie brief 246 en brief 269, noot 1.

Register

Naam - persoon

Boissevain, Charles (° Amsterdam, 1842-10-28 - ✝ Naarden, 1927-05-05)

Journalist.

Kwam in het vak met zeer gewaardeerde correspondenties uit Ierland. Werd in 1885 hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, waarvan hij in 1896 tevens directeur en in 1916 commissaris werd. Naast de dagkroniek verzorgde hij er o.m. correspondenties uit Amerika (rond 1880) en Italië (rond 1890). Zijn artikels, die naar vorm en geest het Franse voorbeeld van Le Figaro en Le Matin volgden, maakten hem in Nederland tot de populairste dagbladschrijver van zijn tijd. Terwijl Zola in Frankrijk de Dreyfusaffaire aan het rollen bracht, kwam hij met vuur op voor de Zuid-Afrikaanse natie in de Boerenoorlog tegen Engeland.

Beroemd, en tekenend voor zijn godsdienstzin, vaderlandsliefde en monarchisme, zijn de polemieken met Dr. Abraham Kuyper. Als polemist had hij trouwens veel te danken aan de Vrijdagsche, een debatingclub in Amsterdam (1840-1880), waarvan o.m. de Alberdingk Thijms (J.A., L.J. en P.P.M.), Busken Huet en de Génestet deel uitmaakten. Was ook een tijdlang redacteur van De Gids, schreef daarin en elders gewaardeerde opstellen over dichters en dichtkunst (o.a. Onder de Kastanjeboomen, 1880).

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Israels, Jozef (° Groningen, 1824-01-27 - ✝ Den Haag, 1911-08-12)

Schilder, aquarellist en etser.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Loveling, Virginie (° Nevele, 1836-05-17 - ✝ Gent, 1923-12-01)

Schrijfster.

Zuster van Maria en Rosalie Loveling.

Maris, Jacobus Hendricus (gen. Jacob) (° Den Haag, 1837-08-25 - ✝ Karlsbad, 1899-08-07)

Schilder, etser en lithograaf.

Broer van Mathijs Maris die zich na 1877 in Londen vestigde.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Algemeen Handelsblad (° 1828 - °)

Nederlands liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-Handelsblad.

Gids, De (° 1837 - °)

Cultureel en sociaal tijdschrift.

Jeune Belgique, La (° 1881 - ✝ 1897)

Literair tijdschrift.

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.

Naam - instituut/vereniging

Vingt, Les (° 1884 - ✝ 1894)

Brusselse avant-gardistische kunstkring.