Bayswater
Facsimile's
London 17 Mei 1893
47 Powis SquareBayswater
Beste Kerel —
Je zult zeker wel denken, dat ik je heel en al vergeet, omdat ik niet eens de beleefdheid heb gehad je te danken voor het onmiddellijk en vriendelijk voldoen aan mijn verzoek om me een ex[emplaar] van je boekje te sturen. Maar ik ben eigenlijk in afwachting geweest van den uitvoerigen brief, dien je me na je briefkaart toegezegd had en waarin ik allerlei belangrijks omtrent jezelf, de ontvangst van je boekje, de tweede Aflev[ering] van Het toegezegd had. Maar jij zwijgt als een mof; die tweede aflevering heb ik ook niet gekregen en ik leef hier zoo in roes dat ik eigenlijk niet tot schrijven kom. Ik moet me hier oriënteeren, dat gaat zoo vlug niet, en voor ik dat gedaan heb ben ik eigenlijk niet in staat een geregelde correspondentie over mijn eigen zaken te voeren. Ik heb alleen brokstukken van indrukken in me, maar ze zijn nog niet verwerkt, niet in me bezonken en saamgevloeid. En dan is er nu zoo'n vreeselijk uitgebreide correspondentie voor me met al m'n kennissen uit Amsterdam, die ik zou te schrijven hebben, dat ik er wezenlijk voor terugschrik. [']t Is aan allen [']t zelfde, of een herhaling van artikelen, die ik voor m'n broodje te schrijven heb. Heel vervelend. Ik moet aan al dat gewurm eigenlijk zoo weinig mogelijk denken of [']t verbijstert me. Er is hier zeker wel wat voor me te doen; [']t vervelende is alweer dat goed werk hier ook niet betaalt en dat ik [']t slechte liever niet doe. Veel is me hier nog vreemd, ik ben mezelf nog niet, en die heel andere omgeving maakt den inkeer tot mezelf vaak moeilijk. Begrijpen zul je van al dat geleuter weinig, en nog veel minder er aan hebben. Beschouw dezen dus ook niet als een brief maar als een teeken van leven en een uitnoodiging om ook eens uit den hoek te komen. En stuur me Nº 2 van "Het", zoodra het er is. Doe ook me groetenissen
[2]
aan Vermeylen; ik schrijf hem binnenkort en laat Mortelmans nù zijn composities eens aan Kes sturen.[1] [']t Is er nu de tijd voor. —
Handdruk
Leo!
N[ota ]B[ene] Vertel eens: ik kom einde Juli in Belgie, Laroche, Luxemburg, en blijf daar acht dagen. Zij zal er met twee kennissen logeeren, die ik ook ken. Liefst zou ik daar echter incognito zijn. Mag ik in België, zonder gevaar, onder een anderen naam reizen; of is dit strafbaar? —
[1] Simons en De Bom traden op als bemiddelaars tussen Kes en Mortelmans (zie brief 13, noot 3). Misschien zijn de bedoelde composities Streven naar 't Ideaal (zie brief 22, noot 2) en/of de andere werken die Mortelmans in 1893 voltooide: de symfonische gedichten Lyrisch Gedicht en Mei, en de cantate Lady Macbeth (zie ook brief 225, noot 1). Zie J.L. Broeckx, Lodewijk Mortelmans (Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, Uitgeversmij. Standaard-Boekhandel, 1945), p. 327 en 329.
Indextermen
Naam - persoon
Bom, Emmanuel deBroeckx, Jan L.
Kes, Willem
Mees, Josine
Mortelmans, Lodewijk
Simons, Leo
Vermeylen, August
Naam - plaats
AmsterdamAntwerpen
Brussel
Gent
La Roche-en-Ardenne
Leuven
Londen
Naam - uitgever
StandaardTitel - boek
Henrik Ibsen en zijn werkLodewijk Mortelmans
Titel - krant/tijdschrift
Van Nu en StraksTitel - muziek
Lady MacbethLyrisch Gedicht
Mei
Streven naar 't Ideaal