<Resultaat 793 van 1419

>

Beste Kerel. — Ja, ja, zeker, ik zou je al lang moeten geantwoord hebben; telkens uitgesteld, je kent de oude geschiedenis. En jij hadt wel eens een oppòr noodig. Wel jongen hoe kom je er toch toe, je over die aanvallen van Tibeert,[1] Rooses c[um suis] zoo moeilijk te maken.[2] Dat is immers de pijne niet waard. Ik heb die vuiligheid eens aangekeken! — Weggooien en niet meer over denken. De scène met Langendonck & Vermeylen[3] was kostelijk en ik vond het erg vermakelijk, dat zij nog over mijn congres-artikel niet heen zijn.[4] Wat spijt het me, dat ik dit jaar niet in Arnhem zal kunnen wezen, maar ik heb het geld er niet voor over, of ik moest weer een Gidsartikel er over kunnen maken; dan kwam ik zeker.[5] En ze dan eens te laten uitstormen, allen tegen me aan en ze kalm verneukeratief op hun baatje te [laten] komen.
Mijn eigen beslissing is intusschen genomen: ik blijf hier. Ik zal gaan werken en mee gaan vechten tegen de groote stomheid van de meerderheid der tooneelcritici hier, die zoo vervloekt bekrompen zijn; Grein zal mij helpen mijn weg banen en ik hem bij zijn Indep[endent] Theatre van nut zijn. Of ik veel geld zal maken, betwijfel ik; maar ik heb plan een erg conventioneel tooneelstuk te gaan schrijven om de lui te bedotten en daar geld mee te verdienen. Vooreerst moet ik nog te veel voor Holland werken, m'n Gijsbrecht is nog altijd niet af en het wordt er toch hoog tijd mee.[6] Dezer dagen heb ik hier kennis gemaakt met jongere teekenaars, Ricketts & Beardsley; ik heb hen ook over van "nu en Straks" gesproken en hoop van den laatste een teekening voor jullie los te krijgen.[7]
Die tweede aflev[ering] is, volgens mij, enorm beter, hoewel ik de illustraties nogal zwak vind. Het artikel over Symboliek[8] & dat over v[an] Eeden[9] is bizonder. De poezie lijkt me niet erg.[10] En je eigen werk? — Laat ik eens eerlijk met je wezen. Je ne crois pas que c'est bien ça. Al dat vele lezen van je, van Flaubert & Villiers bevalt me niet. Als je behoefte hebt om te lezen, doe het dan[:] Hooft & Vondel Breero en de Middeleeuwsche auteurs.
[2]
Maak je eens los van het modern reflectieve. Jij bent au fond meer waarnemer dan bepeinzer. Ik geloof dat je je nu geweld aandoet, dat je je inrijgt, je verwurgt; je bent je eigen zelf niet meer. Je moet eens los komen uit al dat moderne, laat [']t eens in je bezinken en zie wat er dan overblijft. Dit eindeloos analyseeren vernietigt alle kracht in je. Ik zal je bij de Haarl[emsche] als mijn opvolger aanbevelen,[11] maar eigenlijk is dat verkeerd voor je. Je raakt dan nog meer onder den invloed van de N[ieuwe] Gids. En wat deze missen is eenvoud. Hun sensaties zijn zoo getroubleerd dat zij ze niet meer uit elkaar kunnen houden. Zij vallen er over. Ze moesten [']t sublimaat ervan geven. Jouw "Kamers" is te zwaar op de hand. Ik geloof niet dat dit alles toekomst heeft. Er is te veel kunstmatig in. Er moeten weer klare lijnen in de litteratuur komen, zooals in de teekenkunst nu gebeurt. En je moet zelf uit je gewurm loskomen.
Ik ga einde Juli naar de Ardennen — haar verjaardag en onze verloving vieren. Denkelijk blijf ik tot half Augustus en wil dan op mijn terugreis jou & Vermeylen ontmoeten. Misschien doe ik de reis via Antwerpen, omdat dit vermoedelijk veel goedkooper is dan via Ostende. Maar op m'n heenreis zal ik geen tijd hebben om in Antw[erpen] to blijven. — Ik leef nu alleen in m'n verwachting van mijn weerzien met Haar. We zullen dan elkander in geen 3 1/2 maand gesproken hebben. Alleen (drukke) correspondentie. Heel rustig, kalm, zal ons geluk — gelukkig — niet worden. Wij zijn daartoe beiden niet aangelegd. Een zeegegolf met hoogte & laagte, met de opperste weelde & hevig lijden. Dat is het eenig denkbare leven. — Ik heb al veel geleden voor mijn geluk. Maar ik kan over dat laatste niet tot anderen spreken. [']t Is in me, en dáár moet het blijven. Misschien gaat zij een poos in Brussel wonen — en ik zal er dan óok af en toe komen. —
Zoo juist heb ik nagezien — Als ik over Antwerpen kom, kom ik om 9.15 daar aan; maar moet dadelijk naar Brussel doorreizen. Je zoudt me dan misschien 's morgens aan de kaai kunnen komen ontmoeten. Zal 25 Juli zijn, gister over 5 weken.
Ik moet aan het werk weer. Laat me gauw van je hooren.
Met hartelijken handdruk
Leo.
[3]
P[ost Scriptum]
Zoo juist krijg ik een brief van Haar, met voorstel om den 22sten Juli in Laroche te komen. — Dat is op Zaterdag. Ik zou dan (misschien) in Antwerpen in een doos een verlovingsbouquet moeten meenemen, want ik vrees dat er in Laroche geen florist zal wezen. Zou jij in dat geval er voor willen zorgen, dat ik er een in Antwerpen kreeg? — Ik zal je een paar dagen te voren waarschuwen, en je nader opgeven hoe ik hem zou willen. —

Annotations

[1] Leo Simons bedoelt de schimpstukjes die vanaf 9 april 1893 wekelijks inTybaert de Kater verschenen, waarin met Van Nu en Straks en vooral met Emmanuel de Bom werd gespot.
[2] Welke aanvallen Simons bedoelt, is niet duidelijk.
[3] Onduidelijk. Misschien bestaat er een verband met brief 129, noot 3.
[4] Leo Simons, 'Naar aanleiding van het 21ste Noord- en Zuid-Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres', in: De Gids, XXXV, 4de r., IX, 4de dl. (oktober 1891), p. 86-113.
[5] Er verscheen in De Gids geen artikel van Simons over het 22ste Nederlandsch taal- en letterkundig congres te Arnhem. Zie ook brief 171, noot 2.
[8] A.V. de Meere [=August Vermeylen], 'Aantekeningen over een hedendaagse richting'. Zie brief 104, noot 1.
[9] J.F.Moraaz, 'Over Johannes Viator'. Zie brief 69, noot 12 en brief 104, noot 1.
[10] Bedoeld wordt: poëzie van Albert Verwey, André Jolles en Victor de Meyere. Zie brief 104, noot 1.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Grein, Jacob Thomas (° Amsterdam, 1862-10-11 - ✝ Londen, 1935-06-22)

Theaterleider.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Meyere, Victor De (° Boom, 1873-04-13 - ✝ Antwerpen, 1938-12-27)

Ambtenaar, schrijver en volkskundige.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Villiers De L'isle-adam, Jean Marie Mathias Philippe Auguste (° Comte de Saint-Brieuc (Bretagne), 1838 - ✝ Parijs, 1889)

Schrijver.

Titel - krant/tijdschrift

Gids, De (° 1837 - °)

Cultureel en sociaal tijdschrift.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Tybaert De Kater. Weekblad Voor Verstandige Lieden, Opgesteld Door Zeven Filosofen (° 1890 - ✝ 1960)

'Weekblad voor Verstandige Lieden, Opgesteld door Zeven Filosofen'.

Antwerps Vlaamsgezind hekelblad, opgericht door Lodewijk Jannssen<, L. Krinkels werkte er meer dan dertig jaar aan mee.

Naam - instituut/vereniging

Independent Theatre (° 1891 - ✝ –, 1897)

Londense toneelgroep.

Gesticht door Jacob Th.Grein in navolging van het Parijse Théâtre-Libre d'Antoine en de Berlijnse Freie Bühne van Brahm, Harden en Schlenter. Werd financieel gesteund door een aantal sympathisanten onder wie de auteurs Th.Hardy, G.Meredith en G.Moore. Stelde zich tot doel stukken te brengen die tegen de toenmalige conventie indruisten. Begon met een geruchtmakende voorstelling van Ibsens Spoken (Ghosts) in de vertaling van W.Archer. Vond een verdediger in de toneelcriticus G.B.Shaw, die als eerste ook bereid was voor de groep toneelstukken te schrijven (o.m. Widower's Houses). Speelde tot 1897. Had intussen echter de baan vrijgemaakt voor de twee jaar later opgerichte Londense Stage Society.