Heden heb ik, benevens de proeven, het afgedrukt vel ontvangen van bladz[ijde] 161 tot 176. Ik neem de vrijheid U te doen opmerken, dat ik geen afgedrukt vel meer ontvangen heb sedert datgene eindigend aan pagina 112, zoodat er mij thans drie ontbreken, van bladz[ijde] 112 tot 161. Het ware mij wel aangenaam die te bekomen en ik hoop dat gij er voor zult zorgen.
Ware het U ook niet mogelijk mij het honorarium te zenden, dat mij toekomt, al of gedeeltelijk? Ik ben thans juist in het geval, dat ik eene som geld noodig heb.
Het verwondert mij niets te vernemen van den Nieuwen Gids. In welk nummer worden bewuste fragmenten nu eigenlijk opgenomen? M. Kloos had mij geschreven in het Juninummer; doch dit blijkt niet. Zoudt gij niet willen de goedheid hebben mij de nummers te sturen, waarin die bijdragen zullen voorkomen?[2]
Hebt gij reeds maatregelen genomen voor de teekening op den band van mijn boek. Ik heb U dienaangaande geschreven,[3] doch geen antwoord ontvangen.
Met bijzondere hoogachting
Uw d[ienaa]r —
Cyriel Buysse
Annotations
[1] Het antwoord werd niet teruggevonden.
[2] Zie brief 147, noot 1. 'Trouw-Partij' verscheen wel degelijk in het juni-nummer van de Nieuwe Gids. Zie ook De Vlaamsche School, VI (1893), p. 174. Door de interne strubbelingen is het juni-nummer echter pas later (dus met vertraging) verschenen.