Je zult wel gedacht hebben,
Maneke, dat ik je in den steek liet. Maar ik ontving je brief in Brussel net toen ik weg moest en had alleen gelegenheid je epistel nog even aan de statie aan
Gust te toonen. Die zou je er op antwoorden, zei ie. Hij wou wel naar Holland, maar wist niet of ie naar Arnhem kon.
[1]
De Haarlemmer oliebollen hebben uitkijk op een dame om mij te vervangen. Dat zal plaisant worden en de kans voor jou is dus geheel verkeken.
[2]
Ik ben erg nieuwsgierig hoe de Congresmop lukken zal. Ik zond aan
Reyding voor de clown ook nog een reeks onderwerpen.
[3] Den 15
en komt 't programma uit. Er zijn in Holland 100 letterkundigen, en uit Belgie 90! — Wat een vruchtbaarheid van geniale koppen. En ga voor die lui nu eens iets serieus behandelen!
Als ik geld heb, kom ik einde September naar Brussel. Maar je begrijpt dat ik de dagen, die ik er te spendeeren heb, dàar blijf en dus van Antwerpen geen kwestie is. We zullen je intusschen heel graag in B[russel] zien. Gust stelde ik aan m'n Vrouw voor; je hoort misschien van hem wel over haar. Zij had dien dag juist haar beau jour en heldere stem, allerlevendigste oogexpressie; ik vlei me dus dat zijn indruk niet te ongunstig zal geweest zijn.
Ik zou nu erg gelukkig zijn zonder die vervloekt slechte spijsvertering van me. Zoodra je wat Arnhemsch nieuws hoort, schrijf me! —
Annotations
[2] In de
Oprechte Haarlemsche Courant, 217 (15 sept. 1893), p. 3, lezen we het volgende bericht:
"De initialen "L.S.", die gedurende ongeveer zes jaren onder zoovele stukken in deze rubriek hebben geprijkt, zijn naar eene andere, nl. het buitenland, verhuisd. Wat onze lezers hier verliezen, winnen zij dus daar. Wij hopen echter, dat zij in het geheel geen verlies zullen lijden en de artikelen over Kunst van "H", waarvan wij heden (tot ons leedwezen wegens bijzondere omstandigheden later dan wij gewenscht hadden) het eerste geven, weldra even gretig door hen zullen worden gelezen als vroeger die van "L.S.""
Wie "H" was, kon niet worden achterhaald. I.v.m. de medewerking aan de
Oprechte Haarlemsche Courant van
Simons vanuit Londen, zie
brief 89, noot 6.
[3] Waarschijnlijk zijn de plannen voor de "Congresmop" besproken op 30 juli 1893 in Brussel, waar
Vermeylen,
Simons en
De Bom elkaar hebben ontmoet. Zie
brief 186.
Vermeylen zou onder schuilnaam
"Dr. Gillekens uit Ieperen" een voorstel indienen. Zie
brief 199, noot 2.
Simons' visie op de aard van de voordrachten is, niet ondertekend, terug te vinden in: Leo Simons ([Anoniem]), 'Letterkundige pronostics van De Clown', in: De Clown, I, 31 (12 aug. 1893), p. 3. Daarin worden 24 spreekbeurten aangekondigd, waaronder Pol de Mont over 'De diplomatie van gevestigde reputaties tegenover opkomende jongeren' en J.M. Brans: 'Over het onzedelijke, dat de heer Simons in zijn berucht Gidsartikel over het vorige congres niet ook mij zelf genoemd heeft onder de schrijvers van beteekenis'.