<Resultaat 867 van 1419

>

Zaterdag 8 1/2 Baelden
Beste Kerel
Dadelijk na ontvangst van den jouwen[1] heb ik aan mijn vriend in Amsterdam over het zaakje geschreven[2] en zoo gauw als ik antwoord heb, zal ik je per expres schrijven. Beter nog: als zijn antwoord een toestemming is, telegrafeer ik je: Allright en je kunt haar dan verwijzen naar den heer J.C. Hertstein, Arts, Prinsengracht bij de Reestraat.
Dat [']t volhouden je af en toe harde, bittere strijd kost, kan ik me begrijpen. [']t Is juist niet mooi of nobel, wat ik je aan de hand deed. [']t Is alleen treurig onvermijdelijk. Jij kunt die vrouw niet trouwen, of later dat kïnd onderhouden, zonder zelf er bij ten onder te gaan. En dan was voor niemand iets gewonnen, maar alles verloren.
Een vrouw, die hij niet vereeren kan, mag geen man trouwen. Maar hij mag nog minder gunsten van haar aannemen, die hear in zulk perikel kunnen brengen als waarin zij nu verkeert. Zorgeloos met haar te gaan samenleven, zonder voorbereid te zijn de gevolgen te dragen, zonder die te kunnen dragen, is laffe zwakheid; onverantwoordelijk. Je hebt nu toegegeven aan je Passie, zij ook, licht dat je beiden daar nu voor lijdt. Denk je dat mijn Liefste en ik in die 2 1/2 jaar, waarin we elkaar àf en toe ontmoetten, niet in verzoeking geweest zijn. En wij hielden echt van elkaar. Misschien was dat juist ons Behoud. Intusschen, [']t is niet om je over het verleden te bekapittelen dat ik je dit alles zeg. Alleen om je sterk te maken voor de toekomst. Je wordt cyniek, zeg je. Dat zou een slechte uitkomst van deze beproeving zijn. Je moet gelouterd worden. Leeren voelen, hoe Passie zonder Liefde, d.i[.] zonder Innigheid & Vereering, alleen tot ellende kan leiden. Als ik wist dat jij ècht van haar hieldt, en zij van jou, ik zou je niet anders geraden hebben dan haar te trouwen, ondanks haar verleden. Maar ik vrees, [2] dat zij althans niet van jóu houdt en alleen speculeert op het herkrijgen van een maatschappelijke positie, en onder dat geval zou een huwelijk niets dan ellende en jouw ondergang zijn. Daarom intusschen behoef je haar niet hard en niet cyniek te behandelen; laat gerust je medelijden met haar zich uiten in de wijze, waarop je nu dit einde teweegbrengt. Wees sterk in den grond, maar zacht in den vorm. Dat zal je juist sterker maken in je eigen gevoel. Jij bent innerlijk noch cyniek, noch hard; en als jij je nu zoo voordoet en je medelijden onderdrukt, is het gevaar, dat dit je plotseling te machtig worden zou, te grooter. Behandel haar als een vrouw, die je vrijwillig gunstig heeft toegestaan, en die in een ellendigen toestand geraakt is, het verdient; als je iets voor haar kunt doen, om haar te verheffen, doe het (best zonder dat zij weet dat jij het doet) maar blijf met dat al, juist daarom ferm en krachtig in je verstandelijk: ik kan niet en weet wèl, dat nu nog, een halve zwakheid over je heele leven beslissen kan! — Tegen die Passie in je moet je vechten, of ze haalt je beneden in het slijk.
De brieven moeten weg. Later wel meer.
Houd je nu maar flink! — en handel niet buiten Gust of mij om.
Je trouwe
Leo

Annotations

[1] Nl. De Boms antwoord op brief 231.
[2] De Bom had problemen: Clara Gaesch zou een kind van hem verwachten. Met Simons en Vermeylen zocht hij een oplossing. De Bom zou Clara 10 gulden toesturen en de doktores Aletta Jacobs zou in Amsterdam de abortus uitvoeren. Zie brief 236 en Emmanuel de Bom, Notaboekje (AMVC, B708, 108862). Daarin staat de volgende aantekening: 'Drs Aletta Jacobs Tesselschadestr[aat] hoek Anna Roemerstraat nabij Rijksmuseum zijstraat Vondelstr[aat])
Simons bezorgt De Bom in deze brief ook nog het adres van een bevriende dokter in Amsterdam, J.C. Hertstein (zie ook brief 231). Clara ging met deze plannen akkoord (zie brief 232), maar uiteindelijk blijkt dat alle zorgen en plannen onnodig waren: ze was niet zwanger (zie brief 237). Waarom Clara Gaesch in Den Helder verbleef, is niet duidelijk. Zie brief 195, noot 4, brief 230 en brief 236 (noot 2).

Register

Naam - persoon

Baelden, Hendrik (° Bulskamp, 1851-10-19 - ✝ Antwerpen, 1901-08-12)

Burgerlijk ingenieur en toneelschrijver.

Leerling van het Koninklijk Atheneum in Brugge, waar hij kennismaakte met A.Cornette Sr., wiens intieme vriend hij bleef. Studeerde aan de Gentse universiteit, waar hij lid was van het Taalminnend Studentengenootschap 't Zal Wel Gaan en van 1872 tot 1880 talrijke bijdragen publiceerde in de Gentsche studentenalmanak. Werd in 1881 benoemd tot afdelingsoverste in de technische dienst van de Belgische Spoorwegen te Antwerpen. Was militant vrijzinnig en overtuigd vlaamsgezind.

Werkte mee aan De kleine gazet, waarin hij anti-papistische artikeltjes schreef. Was lid van het Taalverbond en van de Zuid-Nederlandsche Tooneelbond. Zijn literaire oeuvre is beperkt; het bestrijkt slechts dertien jaren (1874-1887). Hoogtepunten hierin zijn de drama's Varli de zanger (1884) en Christina Borluut (1886), beide in verzen.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.