Facsimile's
Londen 3 Oct[ober] '93
Waarde Heer Vermeylen
U heeft toch, hoop ik, mijn stilzwijgen niet opgevat als een teeken van boosheid, waartoe — tot die boosheid evenzeer als tot die opvatting — dan ook geenerlei aanleiding zou bestaan. Ik had willen wachten tot ik Ricketts gesproken had,[1] en U dán geschreven; maar van mijn bezoek is al tweemaal niets gekomen en ik moet dus niet langer wachten met eenige tijding. Van Mane hoorde ik dat alles voortreffelijk in orde gekomen is;[2] dat is wezenlijk een buitenkans en een verluchting; ik had hem juist nog een preek gestuurd,[3] die nu, mèt de ontvangen les, hem wel ineens zal genezen. Nu zal hij stellig de ouwe worden, flink en opgewekt en misschien meteen genezen van het spleen, dat hem zoo slecht staat. —
[']t Was zeker jàmmer, dat wij elkaar Zondag gemist hebben,[4] maar aan zulke dingen is moeilijk iets te doen. In elk geval kom ik medio November weer naar Brussel en dan kunnen we onze schade wel eens inhalen. Zoodra ik bij Ricketts geweest ben, zal ik U bericht zenden. Wenscht U nog een Karakteristiek van hem?
Gisteravond las ik een eerste stuk van "Majesteit".[5] Zeker interessant maar met iets te min er in, dat ik voel, maar nog niet pakken kan.
Met bizonder vriendschappelijken groet
Leo Simons Mz
[1] Zie brief 179, noot 2. Leo Simons schreef een bijschriftje bij de zinkografie van Ricketts (zie Van Nu en Straks, 5 [1894]), dat echter niet werd opgenomen in Van Nu en Straks. Zie ook de brief van Simons aan De Bom 8 januari 1894 (AMVC, S623, 91791/41).
Indextermen
Naam - instituut/vereniging
AMVC LetterenhuisNaam - persoon
Bom, Emmanuel deRicketts, Charles
Simons, Leo
Vermeylen, August
Naam - plaats
BrusselLonden