Emma. De Bom,
Dahliastraat, 21,
te Antwerpen
Nou dan: ik laboreer ijselijk aan de zenuwen,
en ben, als uwé[dele] 't permitteert, door de gal vreeslijk geluw,[*] en(1.)
dan constelleert de Hemel nog, met een legioen roode vlekken, mijn vel.
En buiten dit alles stel ik het, Goddank, volkomen wel.
Zie, dit is nu allemaal lichamelijke kwaal, anders gezegd: physisch.
Maar 't is in 't intellect ofte verstand dat het eerst mis is.
Daar schijnt me alles volkomen in de war
... Ik zoek naar een rijm en vind slechts: warenar.[1]