<Resultaat 1072 van 1419

>

Beste Vrienden alle twee!
't En is niet voor 't eene of voor 't andere dat we tot op heden schrijve-loos bleven, maar 't is omdat
Ziede wel! 'k Heb er weêr moeten uitscheiden, en der is een dag en twee nachten over geweest tot dat ik herbeginnen kon. 't Is dat we 't schromelijk lastig krijgen... Ik aan 't pennen (einde van 't jaar bij mij aan huis + Jezus-artikel[1] + nieuwe gedichten), en Mariette met het huis-houden van onzen kleinen: zijne wieg en zijn mandeken gereed maken, en zijn costumes, en de kamer van baker Julie, — en intusschen klaas-feest voor 't herstellende Madeleineke,[2] en voor de arme dutsekes van nevens de deur, en dan nog een kostelijk, een aller-kostelijkst bezoek van Miel Claus en Mevrouw Karelke Claus,[3] nu Maandag laatst, — en dat ge alle twee veel komplimenten hebt, en dat we te zamen van zomer moeten terugkeeren.
En intusschen al die goede zendingen van u die ik onbeantwoord moest laten, waarde Mane: uw artikel over Cath-van Rennes-de-blond-gekuifde,[4] uw (zeer goed en magnifiek-geïllustreerd) artikel over de boekententoonstelling[5] (en Paul sprong gelijk de lammeren bij 't zien van de opdracht!!)[6] en 't stuk Rotte met die verzen van mij,[7] en nu, eindelijk, gisteren, Nora's klaas-geschenk:[8] den admirabelen jongen, die ons doet waterbekken! — Zeggen dat het voor binnen een dag of veertien is! — Intusschen houdt Mariette zich struisch, — al wordt het toch tijd dat het eindigt...
— Hebt ge Prosper v[an Langendonck]'s stuk gelezen?[9] Het heeft me zeer, zeer aangedaan. Dat is buitengemeen-diep, en, heeft het me nu ook niet beschaamd gemaakt (het is niet noodig te liegen) het heeft me toch een beetje verdriet aangedaan... omdat ik niet kán doen, in de tegenwoordige omstandigheden, dat wat hij me als mijne vollediging aanwijst...[10] Het heeft me waarlijk gelukkig gemaakt, en ik kan niet zeggen hoe dankbaar ik Prosper ben, omdat hij dat zoo goed en zoo fijn heeft gedaan... Weet ge niet waar ik hem genoegen zou meê kunnen doen?...
Ik ben niet uitverteld, — maar de rest gaat mijn weder-helft u mede-deelen:
Ja, ik ben juist een beetje ongemakkelijk! maar t' is al over!...'k Geluve d'ak honger hè, Charles is naar de kelder om een glasje porto, om mij, "en hem" te herstellen. Ik begin me stillekens aan te vervelen, ik lang na die kleine,[*] gelijk (le cerf altéré désire l'eau des fontaines”[*] en ik begin zoo slecht op mijne pikkels[*] te staan, [x]k' ben zoo rap moe! Maar wat een zagerij niet waar![*] Wat schoon kind die kleine Aulit,[11] ik hoop op ook zoo een[12]..... daar komt de porto... [afbeelding] de flesch mankt een beetje! maar smaakt toch. We drenken op uwe gezondheid.
Van harte.
Karel en Mariette

Annotations

[2] In verband met de zieke Madeleine van Hende, zie brief 80 en brief 91.
[3] Emile Claus was in 1886 getrouwd met Charlotte Dufaux, die hier door Van de Woestijne 'Karelke' genoemd wordt.
[4] Zie brief 91. De Bom noemt Catharina van Rennes in zijn NRC-artikel een 'rijzige blond-gekuifde dame, met flinken neus, scherpen breeën mond, en, achter haar lorgnet, twee goeiige en geestige oogstrepen, de geijkte lach op 't vriendelijk wezen'.
[5] Van de Woestijne bedoelt wellicht het volgende artikel: Emmanuel de Bom, 'De tentoonstelling van het moderne boek in het Museum Plantin­Moretus te Antwerpen', in: Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, jrg. II, nr. 5, september-oktober 1904. De tekst is afzonderlijk uitgegeven bij De Nederlandsche Boekhandel (Antwerpen) / Martinus Nijhoff ('s-Gravenhage).
[6] Er is geen exemplaar van deze tekst teruggevonden, waarin een opdracht staat. Het lijkt erop dat Van de Woestijne hier verklapt dat hij zijn zoon Paul zal noemen.
[7] Het is niet duidelijk welk artikel Van de Woestijne bedoelt.
[8] Het valt niet te achterhalen wat Nora de Bom als Sinterklaasgeschenk naar de Van de Woestijnes heeft opgestuurd.
[9] Prosper van Langendonck, 'Het vaderhuis', in: Vlaanderen, jrg. 2, nr. 12 (december 1904), p. 568- 575.
[10] In zijn lovende artikel over Het vader-huis vraagt Van Langendonck aan Van de Woestijne dat hij in zijn lezers 'de pure "zindering" zijner geheele ziel' zou doen overgaan. Hij noemt het de 'wezenlijke toekomst' van de jonge dichter om 'de algemeene menschelijke onderwerpen' rechtstreeks aan te durven en 'tot groote menschenkunst' te verwerken.
[*] 'Ik lang na die kleine': ik verlang naar die kleine.
[*] 'Comme le cerf altéré désire l'eau des fontaines': tweede vers uit de psalm die in de Nederlandse Statenbijbel nummer 42 kreeg, en die vertaald is als 'Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen'. Het vervolg van dat vers luidt: 'alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!'
[*] 'Pikkels': poten, (onstabiele) benen.
[*] 'Zagerij': gezeur.
[11] Het is onduidelijk over welk kind uit de familie van Nora het hier gaat.
[12] De tweede 'e' is niet meer leesbaar door een pentekening van Van de Woestijne.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Claus, Emile (° 1849 - ✝ 1924)

Vlaamse impressionistische schilder die vanwege zijn luministische werken ook wel 'de zonneschilder' wordt genoemd.

Claus-Dufaux, Charlotte (° 1862 - ✝ 1952)

Echtgenote van Emile Claus. Vanaf 1905 moest ze de bijna permanente aanwezigheid van schilderes Jenny Montigny (1875-1937) in de buurt van haar man verdragen. Montigny was in 1905 in Deurle (nabij Astene) komen wonen, om zich door het werk van Claus te laten inspireren. Er ontstond een affaire tussen Claus en Montigny, die tot het einde van zijn leven bleef duren.

Hende, Madeleine van

Zus van Mariette en dus een schoonzus van Karel van de Woestijne. Ze trouwde in 1921 met Maurice Roelants.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Rennes, Catharina van (° 1858 - ✝ 1940)

Nederlandse componiste en zangpedagoge die in 1904 onder meer de Kleengedichtjes van Guido Gezelle op muziek heeft gezet.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Naam - uitgever

Titel - krant/tijdschrift