In aller ijl.
Manuël beste, 't geharrewar met de Meyere en eigen beslommeringen en leelijke zweeragieën in het oor — nu aan 't genezen — hebben me vooralsnog belet antwoord te geven op belangen van andere orde. Ik handel ze gauw af.
Volksbelang kon Maurits tot vóor een paar dagen niet bemachtigen in de verkoophuizen.[1] Hij zal nu naar de drukkerij-zelf zijn gegaan, en aldus krijgt ge het toch. 't Is alleen vervelend dat het zoolang zou duren... — A propos van Maurits. Hebt ge nog wat Joris-brochures?[2] Stuur ze hem dan a.u.b.: Fortlaan, 26, Gent, voor den studiekring van "Vooruit". Aan 't adres van professors-en-studenten kan geen gevolg worden gegeven: de professors willen na 't incident Gesché met de studenten geen gemeenschap meer hebben...[3]
Zaak-de Meyere nu. Van morgen: weêr een brief van de Meyere.[4] Hij wil hem buiten vlaanderen hebben. Streuvels' voorstel heeft echter de bovenhand gekregen: eerst de Meyere de middelen geven, zich te verrechtvaardigen. Dan heb ik heden morgen aan de Meyere geschreven, in deze voege: "Waarde Victor, Wij hebben in de redactie van Vlaanderen met verontwaardiging en spijt gelezen hoe men u in den groenen Linde behandelt. — Wij wenschen, als mederedacteurs, van harte, dat gij u in Vlaanderen verrechtvaardigen zult over die beschuldiging van plagiaat. Laat ons dus weten wat gij denkt te doen; want wij durven hopen, in uw eigen belang en met het oog op ons aller tijdschrift, dat ge niet zonder handelen zult blijven. — Intusschen etc...' (Textuëel.)[5]
Hoe vindt ge 't?
— Kloos wil niet. Hij is onvruchtbaar, beweert hij. Ik geloof hem. — Van Verwey: nog niets, al heb ik hem een boel leugens verteld over de dankbaarheid die ik hem toedraag om zijn opstel over mij in de Beweging, en ik hem meêwerking beloof. Morgen krijgt hij een nieuw epistel.
— Presidentschap Vermeylen.[6] Ik heb dezen loos om nieuws gevraagd. Antwoord: men heeft hem president gekozen in zijne afwezigheid. Hij heeft per brief ontslag ingediend, en... gij zult zien dat hij het tóch wordt.
En nu, alle klauwen uit, uw Karel, die u 't beste wenscht met Nora en minder sneeuw dan die ons hier in 't vooruitzicht van enkele gebroken beenen stelt![7]
Annotations
[1] Zie brief 156, noot 3.
[2] Zie brief 147, noot 8.
[3] Waarnaar hier precies wordt verwezen, werd niet achterhaald.
[5] Deze brief is niet bewaard.
[6] In G.H. 's-Gravesande, De geschiedenis van het tijdschrift Vlaanderen (Manteau, [1962]), is er geen enkele keer sprake van een conflict i.v.m. het 'presidentschap' van Vermeylen binnen de redactie van Vlaanderen omstreeks de periode waarin deze brief werd geschreven.
[7] De laatste drie woorden staan in de linkermarge geschreven, omdat Van de Woestijne de onderste rand van het briefpapier had bereikt.
