Karel, — In al dat lawaai heb ik geen rustig woord met u kunnen klappen.
[1] Ik wou u dit zeggen, er is een kostelijke kopij te maken met den
Hauptmann von Köpenick, die ergens aan Noordstation of in omtrek Varieteitentheater te vinden moet zijn.
[2] Hij is haast een week te
Antw[erpen] geweest, zonder dat ik het wist. Ge ziet van hier, wat daarmee te doen waar' geweest...
[3]
Vraag bijv. bij hoofdpolitiecomms adres Wilhelm Voigt en dineert samen...
Annotations
[1] De Bom en Van de Woestijne hebben elkaar gezien voor en na de opvoering van
Starkadd (zie
brief 279 en
brief 280). Door de aanwezigheid van vele bevriende auteurs en het liederlijke feestje na de voorstelling, hebben ze de kans niet gekregen om rustig met elkaar te praten.
[2] Nadat
Wilhelm Voigt (de 'Hauptmann von Köpenick') was vrijgekomen, werd hij uit Berlijn verbannen. Gekleed in zijn kapiteinsuniform toerde hij een tijdje door Europa. Het is dus niet uitgesloten dat hij omstreeks deze periode inderdaad in België is geweest. Van de Woestijne is niet op de suggestie van De Bom ingegaan om iets over
Voigt voor de
NRC te schrijven.
[3] De hele brief, die bewaard is in een kopieboek van De Bom, is zeer slecht leesbaar, doordat de inkt op het broze carbonpapier is uitgelopen. De juistheid van deze transcriptie (en van de laatste zin in het bijzonder) is dus niet gegarandeerd.
Register
Naam - persoon
Voigt, Wilhelm (° 1849 - ✝ 1922)
Duitse meesterdief die zich in oktober 1906 vermomde als Pruisische kapitein om de lei-ding te krijgen over een groepje soldaten. Samen met hen ging hij het gemeentehuis van Köpenick binnen, liet 'op bevel van de Keizer' de burgemeester arresteren en ging aan de haal met een deel van het geld. Sindsdien werd hij 'der Hauptmann von Köpenick' genoemd. Tien dagen later werd hij gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf. In 1908 kwam hij weer vrij.
Titel - krant/tijdschrift