<Hit 23 of 1419

>

Zeer Waarde Heer en Vriend!
Ik eindig zooeven de lezing van uw prachtig en vernietigend betoog over "het Fransch in onze lagere scholen" in de Toekomst![1]
't Moge wel wat ijdel schijnen — maar 't moet er uit! Ik gevoel behoefte U voor die goede daad uit 't diepste van mijn gemoed dank te zeggen! Gij hebt mij weggesleept door de macht van uw welsprekend woord. Ik zat daar in mijn handen te wrijven, U goedkeurend toe te knikken bij iederen mokerslag op een windblaas van uw tegenstrever.[2] En na uw slotrede, voelde ik zoo'n jeukte, dat ik in de handen had willen kletsen!
Ik herhaal nog eens: slechts uit innigen aandrang schrijf ik U deze regelen. Niet om zelfs maar 't geringste te voegen bij wat Gij zoo meesterlijk, zoo ontegensprekelijk hebt bepleit. Ik moet U bekennen, dat het mij zelden gebeurd is, zoo mijn ziel in me te voelen en te hooren juichen, bij 't lezen van gelijk welke verdediging van gelijk welke goede zaak.
Gelijk Gij zegt, de quaestie is van 't allergrootste gewicht voor onze nationaliteit.[3]. Zouden wij niet een beweging, een streven kunnen in 't leven roepen om tot 't afschaffen van 't onderwijs in de 2º taal (v[oo]r de volksschool) te geraken?[4] Zulke levensvraag diende voortaan als een mikpunt voor de eischen der Vlaamschgezinden beschouwd te worden. Waarom zouden eerst de speciaal–bevoegden, in het Taalverbond, — daarna de wapenknechten, in het Willems–Fonds, zich niet aan deze taak wijden?[5]
Het ware ook een reden om ons Antw[erpsche] Willems–Fonds, dat een marmottenslaap schijnt te slapen,[6] tot een nieuw leven op te wekken.[7] Wat dunkt U?...
Geloof mij uw dankbare en
steeds verkleefde
Emm[anuel] K[arel] de Bom
P[ost Scriptum] Ik open mijn brief, om U te vragen, of Gij mij wellicht niet een afdrukje van Uw artikel kunt afstaan? Ik krijg de Toek[omst] niet meer. En het tijdschrift was te slecht om er mij op te abonneeren, ten minste als men langs zoovele zijden reeds af te dokken heeft!

Annotations

[1] Zie Max Rooses, 'Het Fransch in onze lagere scholen', in: De toekomst, 7de reeks, IV, nr. 3 (maart 1890), p. 89-98. Het artikel is een antwoord op: Hippolyte Temmerman, 'Het Fransch in onze Vlaamsche scholen', in: De toekomst , 7de reeks, IV, nr. 2 (febr. 1890), p. 62-68. Zie brief 13, noot 8.
[2] Bedoeld wordt: Hippolyte Temmerman, directeur van de normaalschool te Lier, en hoofdredacteur van De Toekomst.
[3] In het artikel (zie [1]) en in heel de daarop volgende polemiek met Temmerman in De toekomst betwistte Rooses het standpunt van Temmerman, die meer tijd wilde besteden aan het Frans in de lagere school. Deze verfransingstendens betekende volgens Rooses een gevaar voor onze Vlaamse nationaliteit. Zie verder brief 13, noot 8.
[4] Van een systematische organisatie in 1890 in de zin van het voorstel van De Bom werden geen sporen gevonden. In 1891 zei Max Rooses trouwens zelf dat de hele polemiek met Hippolyte Temmerman in De toekomst van 1890 weinig weerklank had gevonden, hoewel zijn bewijsvoering zowel instemming als tegenspraak uitgelokt had. Rooses zei dat hij echter niet van plan was om het op te geven en de zaak als afgedaan te beschouwen. Zie Rooses' redevoering uitgesproken op het XXIste Nederlandsch taal– en letterkundig congres, die werd uitgegeven als: Max Rooses, Het Fransch in de lagere scholen van Vlaamsch België (Gent, Ad. Hoste, 1892), p. 2-20. Volgens H.J. Elias zouden van dan af al de krachten samengebundeld worden voor de vernederlandsing van het volledige onderwijs. Zie H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, dl. IV (Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1965), p. 33.
Enkele jaren voor die tijd kon men in Antwerpen wel van een beweging spreken contra de uitbreiding van het Frans in het lager onderwijs. Een eerste maal was er sprake van verzet toen de gemeenteraad, onder leiding van schepen van onderwijs Evarist Allewaert, besloot dat reeds in het tweede studiejaar van de lagere school Frans moest onderwezen worden. Edward Coremans had dat feit in de Kamer aangeklaagd. In de zitting van de gemeenteraad van 23 februari 1875 keerde Evarist Allewaert zich heftig tegen Coremans en verdedigde hij de beslissing van de raad. Zie het Gemeenteblad, 1875, dl. 1, nr. 5 (2 febr. 1875), p. 171 - 176.
Die reactie stond in verband met de geplande oprichting van de eerste betalende jongensschool in 1876. Toen richtten de Liberale Vlaamsche Bond, de Van Maerlantkring, de Olijftak en het Willemsfonds een verzoek tot de Antwerpse gemeenteraad om in de lagere burgerscholen het onderwijs met het Nederlands als basis in te richten, zoals dat het geval was in de kosteloze lagere gemeentescholen. In de zitting van 16 mei 1876 werd dit verzoek onderstreept met een krachtig pleidooi door Jan van Beers, en uiteindelijk werd besloten dat het onderricht in het Nederlands werd gegeven en men pas met Frans zou beginnen wanneer de eerste beginselen van het Nederlands gekend waren. Zie het Gemeenteblad, 1876, dl. 1, nr. 16 (16 mei 1876), p. 427 - 448 en dl. II, nr. 23 (8 juli 1876), p. 27 - 59.
Toen na 1891 de reactie tegen het Frans in de lagere school aan concentratie won, nam de Liberale Vlaamsche Bond weer een belangrijke plaats in in deze strijd. Op 28 december 1898 zond de Bond een vertoog naar het schepencollege van Antwerpen over de toestand van het onderwijs in de Franse taal in de lagere scholen, en laakte hij de zeer gebrekkige toepassing van de overeenkomst met Jan van Beers in 1876, voor wat de betalende instituten betrof, zodat men voor twee van de vier instituten van Franse scholen sprak. Ook voor de andere instituten sprak men van toenemende verfransing. Zie Ons woord, jrg. VII, nr. 7 (1 juli 1900), p. 185-188. Aangezien de gemeenteraad daarop niet reageerde, richtte de Liberale Vlaamsche Bond op 8 september 1900 andermaal een vertoog tot het schepencollege, en werd beslist om voortaan pas in het tweede halfjaar van het derde studiejaar met Frans te beginnen, in plaats van in het tweede studiejaar. Zie Ons woord, jrg. VII, nr. 11 (1 november 1900), p. 306-307.
Ook een aantal leerkrachten hadden rond 1900 het standpunt van Rooses uit de jaren 1890–1891 overgenomen, onder meer Hendrik Bellens, August Bossaerts, Frans van Laar en Lodewijk Plessers. Zie H. van Daele, 150 jaar stedelijk onderwijs te Antwerpen 1819–1969 (Antwerpen, Gemeentebestuur, 1969), p. 59-60; Hendrik Bellens, 'Geen tweede taal in de lagere school', in: Ons woord, jrg. VII, nr. 1 (jan. 1900), p. 1-9; nr. 2 (febr. 1900), p. 37-46 en Frans van Laar, Geschiedenis van het openbaar onderwijs te Antwerpen sedert 1872, dl. III (Antwerpen, De Sikkel, 1939), p. 105-115.
In 1906 stelden August Bossaerts, Frans van Laar en Lodewijk Plessers Het Vlaamsch programma op (Antwerpen, De Nederlansche Boekhandel, 1906), waarin ze een uitvoerig verslag uitbrachten over de Vlaamse grieven in heel het land, en waarin zij vooral over het taalvraagstuk in het onderwijs een grondige studie maakten. De taal in het lager onderwijs in de jaren na 1880 in het Vlaamse land werd besproken op p. 9-51. Het volksbelang had evenwel in 1890 meegedeeld dat de Antwerpse gemeenteraad het aanleren van het Frans in de lagere gemeentescholen zou afgeschaft hebben. Dat las men in 'Het onderwijzerscongres onder Vlaamsch opzicht', in Het volksbelang van 13 september 1890 (p. 1-2). Het volksbelangvermeldde dat feit op 11 oktober 1890 (p. 3) niet alleen, maar spoorde de Gentse gemeenteraad zelfs aan dit voorbeeld te volgen.
De mededeling werd overgenomen in 'Onze taal in het onderwijs', in: De taalstrijd, dl. VII, nr. 8 (1 okt. 1890), p. 212. De aangehaalde berichten uit 1900 lieten echter allerminst tot een afschaffing besluiten, want de beslissing van de gemeenteraad, na het vertoog van 8 september 1900, leek eerder rechtstreeks aan te sluiten bij de toestand van het Franse onderwijs zoals hij in 1874 door de gemeenteraad werd vastgelegd. In het Gemeenteblad uit de jaren van 1874 tot 1900 trof men nergens iets aan dat voor een eventuele afschaffing zou spreken. Wel was het aanleren van de Franse taal in de gemeentescholen van Antwerpen facultatief. Zie de Koophandel van Antwerpen (24-25 november 1889, p. 1 en 12-13 oktober 1890, p. 1).
De onderwijswet van 20 juli 1880 bepaalde dat het onderwijs in de tweede taal facultatief was. Zie H. van Dale, 150 jaar stedelijk onderwijs te Antwerpen 1819–1969, p. 58-59. De wet van 20 september 1884 bepaalde echter bij de opsomming van de verplichte vakken dat men in het lager onderwijs de beginselen van het Frans, het Nederlands of van het Duits moest aanleren, en dat volgens plaatselijke behoeften. Zie Receuil des lois et arrêtés royaux de Belgique, dl. LXXI (Brussel, Regie van het Belgisch staatsblad, 1884), p. 796-797. Het zou mogelijk zijn dat in Het volksbelang deze bepaling zeer ruim geïnterpreteerd werd, namelijk als zou de optie van de Antwerpse gemeenteraad voor Frans als niet–verplicht vak, de afschaffing van het Frans inhouden. Gedurende al de jaren tussen 1874 en 1900 werd te Antwerpen Frans niet alleen onderwezen, maar werd er ook veel belang aan gehecht. Voor het behalen van de getuigschriften van lager onderwijs mochten de niet–verplichte vakken als Frans en natuurwetenschappen bij de verplichte vakken gerekend worden voor het vereiste totaal der punten. In vergelijking met verplichte vakken zoals Nederlands en rekenen stonden op Frans veel punten (Nederlands: 25 p., rekenen: 20 p., Frans: 20 p.). Zie het Gemeenteblad, 1887, dl 1, nr. 11 (16 mei 1887), p. 317-321. Het was ook mogelijk dat Het volksbelang bedoelde dat zowel in de kosteloze als in de betalende scholen van Antwerpen het Frans als basistaal geweerd werd en er — in principe althans — het onderricht in de moedertaal werd gegeven.
[5] Noch het Taalverbond, noch het Willemsfonds ondernamen enige actie in die zin.
[6] De Antwerpse afdeling van het Willemsfonds werd op 25 juni 1871 opgericht, met Constant Jacob Hansen als voorzitter. In 1890 was Max Rooses voorzitter en telde de afdeling in Antwerpen 189 leden. in Brussel waren er 208 leden, in Gent 580, in Hasselt 13 en in Tongeren 36. Zie het Jaarboek van het Willemsfonds, XXXIX (juli 1889-1890); XX; XXVII; XXXI; XXXVIII; LVII.
[7] In het verslag over het bestuursjaar van juli 1889 tot juli 1890 van de Antwerpse afdeling van het Willemsfonds stond dat er gedurende het afgelopen jaar weinig activiteiten waren, en dat de meeste voordrachten moesten worden uitgesteld wegens de grote herstellingswerken die in de feestzaal in de Blindestraat werden uitgevoerd. Slechts drie voordrachten werden gedurende dat jaar gehouden, en het concert dat voor 1889 gepland was, werd pas uitgevoerd op 20 maart 1890. Die dag vond de eerste activiteit van het Willemsfonds van Antwerpen in de nieuwe feestzaal plaats. Het concert was georganiseerd met de ondersteuning van het Comiteit ter bevordering van den Nederlandschen Zang.
Het Antwerpse bestuur van het Willemsfonds bracht verder in zijn verslag hulde aan het bestuur van het Weldadigheidsbureel voor de uitmuntende inrichting van de nieuwe feestzaal in de Blindestraat, die aan zeer voordelige voorwaarden door het Armenbestuur ter beschikking van het Willemsfonds was gesteld. Zie het Jaarboek van het Willemsfonds, XXXIX (juli 1889-1890), p. 47-49.
Naar aanleiding van het concert op 20 maart schreef Emmanuel de Bom in de Koophandel van Antwerpen: "Als een Feniks uit zijn assche... zoo verrees gisteren avond onze Antwerpsche afdeeling van het Willems-Fonds." (zie Emmanuel de Bom, 'De liederenavond van het Willemsfonds', in: Koophandel van Antwerpen, 21 maart 1890, p. 2.

Register

Name - person

Beers Sr., Jan Van (° Antwerpen, 1821-02-22 - ✝ Antwerpen, 1888-11-14)

Schrijver.

Vader van Jan van Beers Jr.

Bellens, Hendrik (° Antwerpen, 1864-01-29 - ✝ Antwerpen, 1940-05-19)

Leraar.

Behaalde in 1883 het onderwijzersdiploma aan de Rijksnormaalschool in Lier. Werd datzelfde jaar nog benoemd tot gemeente-onderwijzer te Antwerpen. Stichtte er in 1892 met o.a. Jan Jaecks en Frits Tersago de modern geïnspireerde onderwijzersvereniging Diesterweg, waarvan hij voorzitter werd. Was een vurig voorvechter van het principe van het kosteloos onderwijs. Werd in 1911 tot leraar wiskunde benoemd aan de pas opgerichte jongensnormaalschool in Antwerpen. Werd evenwel in 1918 wegens activistisch geoordeelde sympathieën geschorst maar in 1925 als onderwijzer in eer hersteld.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bossaerts, August (° Antwerpen, 1883-08-02 - ✝ Antwerpen, 1962-09-19)

Leraar aan de Technische Lagere Hoofdschool en aan de Nijverheidsschool te Antwerpen.

Werd als activist geschrapt. Richtte in 1926 een handel in didactisch materiaal en uitgeverij op. Schreef enkele schoolboeken, o.m. De beschaafde uitspraak van de Nederlandsche taal. Regels en oefeningen (1917). Was actief in het Algemeen Nederlands Verbond, Antwerpse tak, dat van hem een aantal brochures publiceerde, o.m. De vervlaamsing van het mijnwezen (1906) en De toestand in ons middelbaar normaalonderwijs voor meisjes (1910).

In 1918 verschenen van hem nog: De middelbare technische school (uitgave van de Vlaamsch-nationale Onderwijsvereeniging) en De prikkelliteratuur. Een hinderpaal op den weg naar de verstandelijke en zedelijke ontwikkeling van ons volk (een voordracht gehouden in het kader van de activistische groep van de Liberale Volkspartij en uitgegeven ten voordele van het kies- en propagandafonds van Help U Zelve).

Coremans, (andries) Eduard (° Antwerpen, 1835-02-01 - ✝ Antwerpen, 1910-11-02)

Advocaat en politicus.

Oom van de gelijknamige toneelcriticus.

Hansen, Constant Jacob (° Vlissingen, 1833-10-04 - ✝ Brasschaat, 1910-04-14)

Letterkundige en bibliothecaris.

Laar, Frans Van (° Antwerpen, 1883-03-03 - ✝ Antwerpen, 1942-08-16)

Schooldirecteur.

Plessers, Lodewijk (° Niel-bij-As (thans As), 1862-03-06 - ✝ Amersfoort, 1915-08-05)

Studiemeester, schrijver en redenaar.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Temmerman, Hippolyte (° Wichelen, 1847-03-16 - ✝ Schaarbeek, 1930-06-31)

Pedagoog.

Name - publisher

Title - journal

Gemeenteblad Van Antwerpen, Het

Het oudst bewaarde exemplaar dateert van 1861; mogelijk werd dit blad reeds eerder uitgegeven, evenwel nà 1854, want het drukken ervan was nog niet opgenomen in het contract van 5 maart 1854 tussen de gemeenteraad en de drukker G.van Merlen en zoon. Vanaf 1868 werden de redevoeringen opgenomen in de taal waarin de sprekers ze opstelden (Frans of Nederlands). Van 1872 af verscheen een Franse en een Nederlandse uitgave. Tot 1862 was H.Simons, hoofdredacteur van La revue d'Anvers (liberaal-doctrinair), redacteur van het gemeenteblad, maar de raad besloot hem te verwijderen om zijn niet-objectieve mededelingen. Het gemeenteblad verscheen wekelijks; werd later verzorgd door het Stadssecretariaat.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Ons Woord (° 1894 - ✝ –, 1955)

Antwerps maandblad.

Tot 1920 luidde de ondertitel "Tolk van de Antwerpsche Onderwijsvereeniging Diesterweg" (vereniging van onderwijzers in officiële scholen die werd opgericht op 7 januari 1892). Hoofdredacteur was H.Bellens, pionier van de vervlaamsing van het onderwijs. Bedoeling was te ijveren voor de verbetering van de materiële situatie van de onderwijzers, te zorgen voor de verheffing van de onderwijzersstand in het algemeen en voor kosteloos, neutraal, wetenschappelijk en verplicht onderwijs. Naast wijsgerige, pedagogische en psychologische artikels, boekbeoordelingen, vertalingen, levensbeschrijvingen van stedelijk onderwijspersoneel, liederen en gedichten, bevatte het uiteenzettingen over de onderwijstoestanden en praktische informatie op onderwijsgebied. Ons woord was in naam neutraal, toonde zich echter zeer Vlaamsgezind en beslist liberaal.

Toekomst, De (° 1857 - ✝ 1898)

Maandschrift dat door J.M.Dautzenberg en J.F.Jacobs gesticht werd als "tijdschrift voor onderwijzers". Achtereenvolgens te Gent, Brussel, Antwerpen, Leuven en opnieuw te Gent uitgegeven, breidde het zijn interessesfeer uit tot het in 1894 "tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, taal- en letterkunde, land- en volkenkunde, kunst en wetenschappen" werd, dat tweemaal per maand verscheen en een tijdlang elke maand in bijlage een exemplaar van Volkskunde van P.de Mont en A.de Cock bevatte. Het motto bleef doorheen de negen reeksen gelijk: "Onderwijs door de moedertaal". Vanaf 1879 propageerde het voornamelijk de liberale onderwijsopvattingen. Redacteurs waren o.a. A.Cornette, P.de Mont en A.de Cock.

Volksbelang, Het (° 1867 - °)

Vlaams liberaal weekblad.

Name - institute

Antwerpse vereniging.

Werd in 1866 door J.de Geyter opgericht als drukkingsgroep binnen de Liberale Associatie, die hij gebrek aan waarachtige volks- en Vlaams-gezindheid verweet. Doel was de progressieve Vlaamse liberalen te verenigen in één front dat zou ijveren voor vrijzinnigheid, democratie en Vlaamse recht. Orgaan ervan was achtereenvolgens De vooruitgang (1866-'67) en Recht door zee (1868-1875; 1907-1914). Op het einde van de jaren tachtig en in het begin van de jaren negentig had de Bond onder impuls van de militante J.van Rijswijck Jr. een zekere neiging tot conservatisme overwonnen en was hij weer symbool geworden van strijdbare liberale Vlaamsgezindheid.

Olijftak, De (° 1510 - °)

Antwerpse rederijkerskamer.

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.