Facsimile's
Hooggeachte Heer,
Mijn innigsten dank voor Uwe aanmoedigende woorden die me ruimschoots schadeloosstellen voor al 't kleinsteedsch gemopper dat mijn krasse, doch meen ik geenszins overdreven hoofdstuk uit een te schrijven roman[2] hier heeft teweeggebracht. Men heeft me aangevallen in een gemeen blaadje,[3] men heeft op mijn braven ouden pà gewerkt en hem van me bang gemaakt — Kortom er zal een mooie "préface" te schrijven zijn, voor dat boek! X—
Ik zond naar Sythoff den oproep, waarvan kwestie op uw kaart. De photogr[aphische] proef van Boekwezendag is mislukt. Dus...
Wilt Gij dit al te vormlooze episteltje vergeven aan uwen
d[ienst]w[illigen] zeer verkleefden
Emm[anuel] de Bom
WelEd[ele Heer] Jan ten Brink— Ik hoop in 1891 te debuteeren in Nederland; ik heb een "moderne comedie" gemaakt, maar wil ze nog een keer of 2, 3 opnieuw maken tot ik er tevreden over ben.[4]
[1] Deze brief kan gedateerd worden op 2 of 3 november 1890, omdat het duidelijk gaat om een antwoord op de brief van Ten Brink aan De Bom van 2 november (zie brief 100).
[2] Zie ook brief 51, noot 9.
[4] Wellicht Madame van Reusel. Zie brief 82, noot 4.
Register
Naam - persoon
Sythoff, Albertus Willem (° Leiden, 1829-06-30 - ✝ Feldafing (bij München), 1913-07-29)
Nederlands uitgever.
Richtte in 1860 het Leidsch dagblad op en was verder betrokken bij de oprichting van de Haagsche courant, het Rotterdamsch nieuwsblad en Het vaderland. Stichtte in 1852 Sythoff's Uitgeversmaatschappij waar o.a. Brinkman's catalogus uitgegeven werd.
Indextermen
Naam - persoon
Bom, Emmanuel deBom, Petrus de
Sijthoff, A.W.
Ten Brink, Jan