81 rue Pachéco
Bruxelles.
Belgio
< | Resultaat 587 van 1419 | > |
---|
Devriese, Alfred Edmond (° Halle (Brussel), 1864-05-22 - ✝ ? na,)
Oogarts.
Deed Atheneumstudies te Brussel. In 1882-85 met onderscheiding kandidaat wetenschappen, in 1884-86 kandidaat medicijnen (aan de ULB). Na een eerste doctoraat aan de ULB in 1886-1887, studeerde hij medicijnen verder in Bologna van 1886 tot 1889 (einddiploma). Specialiseerde zich mogelijk daarna nog als oogarts. Werd ambtshalve geschrapt te St.-Joost-ten-Node op 26/10/1901, met onbekende bestemming verdwenen.
Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)
Filosoof.
Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.
Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)
Kunsthistoricus en militant anarchist.
Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.
In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.
In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.
Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.
Feron, Armand (° Brussel, 1866-08-11 - ✝ St.-Joost-ten-Node, 1919-05-27)
Jurist en officier. Zoon van Emile Féron.
Na een kandidatuur in de filosofie aan de ULB, studeerde hij van september 1886 tot eind 1887 met een Jacobsbeurs rechten in Bologna. Maakte zijn studies verder af aan de ULB, waar hij het diploma van doctor in de rechten behaalde in 1890. Hij werd nadien luitenant bij de militaire veiligheid.
Legros, René Robert (° Barvaux, 1872-11-05 - ✝ Barvaux, 1933-07-29)
Geneesheer.
Liep school op het Athénée Royal van Luik en, van de vierde Latijnse tot de retorica, op het Brusselse Atheneum, waar hij bevriend raakte met o.m. A.Vermeylen, J.Dwelshauvers en L.de Raet. Studeerde nadien geneeskunde aan de UEL (1890-1897). Publiceerde verzen in de Almanach des étudiants. Almanach de l'Université libre de Bruxelles (1891).
Pica, Vittorio (° Napels, 1864 - ✝ Milaan, 1930)
Kunstcriticus en -essayist.
Trachtte het Italiaanse publiek vertrouwd te maken met de grote Europese stromingen sinds het impressionisme. Verzette zich als aanhanger van de modernen tegen het quietisme. Was de animator van het artistiek leven in Venetië na 1900, en betrokken bij de oprichting van de Venetiaanse Biënnale. Schreef talrijke polamieken, o.a. in Emporium (1895-). Auteur van o.m. All' avanguardia (Napels, 1890).
Raet, Lodewijk De (° Brussel, 1870-02-17 - ✝ Vorst (Brussel), 1914-11-24)
Economist.
Studiegenoot van A.Vermeylen en J.Dwelshauvers op het Brussels Atheneum en aan de ULB, medestudent van J.Dwelshauvers, A.Walravens en H.Köttlitz in het Collegio dei Fiammenghi in Bologna (J.Jacobsstichting) in 1892-1893.
Sarolea, Charles (° Tongeren, 1870-10-25 - ✝ Edinburgh, 1953-03-12)
Hoogleraar, consul en publicist. Doctor in letteren en wijsbegeerte aan de UEL.
Studeerde er gedurende een jaar ook natuurwetenschappen. Werd in 1893 speciaal doctor in de wijsbegeerte aan de universiteit van Brussel met een controversieel proefschrift over vrijheid en determinisme m.b.t. de evolutieleer. Verkreeg studiebeurzen voor Palermo, Napels en Parijs. Had een zeer veelzijdige belangstelling. Werkte mee aan dagbladen en tijdschriften en schreef behalve zijn baanbrekende monografie over H. Ibsen nog tal van filosofische en politieke werken.
Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)
Brussels artistiek weekblad.
Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.
Gazzetta Letteraria, La (° 1876 - ✝ 1902)
Tijdschrift in 1876 door Vittorio Bersezio opgericht (in opvolging van de Gazzetta piemontese uit 1867) en vanaf 1880 door hem geleid. De Gazzetta piemontese werd later weer als afzonderlijk blad opgericht en voortgezet met La Stampa in 1895 (krant die al een eerste keer in 1861 startte).
Gil Blas (° 1879 - °)
Parijse krant.
Opgericht door Léon Bloy, die eraan meewerkte van 03/12/1888 tot 11/02/89 en van 29/09/92 tot 14/04/94. Directeur was Albiot. Andere medewerkers waren o.m. Cam.Lemonnier en de literair-criticus Jules Richepin. Art Moderne nam er haast wekelijks een stukje uit over. Als bijvoegsel verscheen van 1891 tot 1896 wekelijks de Gil Blas Illustré o.l.v. René Maizeroy.
Revue Universitaire
1891 -1898
Maandblad met enkele onderbrekingen in Brussel verschenen.
Werd achtereenvolgens uitgegeven door H. Lamertin en Weduwe Ferd. Larcier. De redactie berustte in 1891 bij de Brusselse student in de rechten E.Vinck en in 1892 bij zijn studiegenoot A.Hirsch; vanaf 1893 werd de redactie waargenomen door een driemanschap dat de universiteiten Brussel, Gent en Luik vertegenwoordigde. De stichting van de Revue Universitaire ging uit van de in 1887 te Brussel opgerichte Cercle Universitaire, die het contact en de samenwerking tussen enerzijds studenten en professoren en anderzijds tussen de verschillende faculteiten en zelfs universiteiten wilde stimuleren. Door de medewerking van professoren, docenten en studenten uit Gent, Brussel en Luik, fungeerde het inderdaad enige tijd als wetenschappelijk orgaan van deze drie universiteiten. Toch bleef de nadruk vallen op de activiteiten in de Brusselse universiteit. Na 1894 bevatte het tenslotte grotendeels nog slechts artikels en inlichtingen over de Université. Nouvelle (Brussel), omdat de meeste professoren, uit protest tegen de aandacht die de Revue aan deze alternatieve universiteit schonk, hun medewerking drastisch inkrompen.
Societe Nouvelle, La (° 1884 - ✝ 1897 - ✝ ;, 1907 - ✝ 1915)
Internationaal tijdschrift voor sociologie, kunsten, wetenschappen en letteren dat te Brussel en Parijs verscheen.
Van 1897 tot 1907 verscheen het onder de titel l'Humanité nouvelle. Dit progressief tijdschrift dat gesticht en geleid werd door F.Brouez, fungeerde als gangmaker voor de opkomende sociologie in België en besteedde heel wat aandacht aan binnen- en buitenlandse anarchistische en socialistische stromingen. Had vele correspondenten. Voor België werkten o.a. mee G. en J.Dwelshauvers, G.Eekhoud en E.Picard.
Beurs in 1650 gesticht door de naar Bologna (Italië) uitgeweken edelsmid Jean Jacobs (Brussel tussen 1574 en 1575 - Bologna 13/11/1650) en testamentair uit zijn nalatenschap van de nodige fondsen voorzien. Stelde studenten in de rechten, geneeskunde, wetenschappen en letteren en wijsbegeerte in staat in het Jacobscollege hun studies aan de universiteit van Bologna gedurende vijf jaar verder te zetten. De kandidaten moesten afkomstig zijn uit Brussel, Antwerpen of tenminste uit een gemeente in het Hertogdom Brabant. Vandaar de Italiaanse benaming 'Collegio dei Fiamminghi'. Het was een onafhankelijke instelling met een eigen gebouw (Via Guerrazzi 20), een besturende raad van drie commissarissen (een vertegenwoordiger van de Rechtsfaculteit, één van de Medische Faculteit, en een Bolognese notabele) en een inwonende rector (een Bolognese priester).
De kandidaten, tussen 16 en 18 jaar oud, werden geselecteerd door het Brusselse gilde van edelsmeden. In de 19de eeuw waren de oorspronkelijke reglementen in zoverre veranderd dat de Stad Brussel studenten uitzocht die houder waren van een kandidaatsdiploma: de limiet van 18 jaar werd dus niet meer in acht genomen, het volstond dat de beurshouders hun studies op hun 25ste konden voltooien. Dit laatste is wellicht de reden waarom Jacques Dwelshauvers na het academiejaar 1896-'97 zijn medische studies te Bologna afbrak en te Florence een aanvraag deed om daar zijn laatste examens in de geneeskunde te mogen afleggen. Het gebouw in de Via Guerrazzi werd in 1944 gedeeltelijk verwoest door een bombardement en na de oorlog heropgebouwd. Tot in de jaren vijftig zijn er beurzen toegekend, nadien werd het gebouw wederrechtelijk in bezit genomen door de universiteit van Bologna die er een deel van de Rechtsfaculteit in onderbracht. Deze situatie vormt al jaren een hangende betwisting tussen de Belgische en de Italiaanse staat waar geen schot in komt.