81 rue Pachéco,
Bruxelles
Belgio
- Verhaeren
- Gilkin
- Mallarmé
"Et qui sert de brioche au monde."
< | Resultaat 608 van 1419 | > |
---|
Choudens, Berthe-hélène-lucie De (° Parijs, 1868 - ✝ Parijs, 1940)
Actrice.
Ging op 14 jaar naar het Conservatorium als leerlinge van Worms, behaalde in 1885 een eerste prijs voor blijspel en debuteerde datzelfde jaar in Figaro's Bruiloft in de Parijse Odéon. Vervoegde in 1888 het Vaudeville-theater en in 1892 de Gymnase. Na een hele reeks boulevardtheaters begon ze in 1906 een nieuwe loopbaan bij de Comédie Française, waarvan ze erelid werd in 1930.
Devriese, Alfred Edmond (° Halle (Brussel), 1864-05-22 - ✝ ? na,)
Oogarts.
Deed Atheneumstudies te Brussel. In 1882-85 met onderscheiding kandidaat wetenschappen, in 1884-86 kandidaat medicijnen (aan de ULB). Na een eerste doctoraat aan de ULB in 1886-1887, studeerde hij medicijnen verder in Bologna van 1886 tot 1889 (einddiploma). Specialiseerde zich mogelijk daarna nog als oogarts. Werd ambtshalve geschrapt te St.-Joost-ten-Node op 26/10/1901, met onbekende bestemming verdwenen.
Doucet, Camille (° Parijs, 1812 - ✝ Parijs, 1895)
Toneelauteur.
Schreef blijspelen in verzen. Hield regelmatig feesttoespraken voor de Académie Française. Bekend zijn zijn Rapports sur les concours littéraires die hij jaarlijks op het Institut de France aflegde, en die in 1886 en 1896 werden gebundeld. Was lid van talrijke officiële en semi-officiële commissies en werkgroepen.
Doucet, Pierre Henri (° Brussel, 1823-12-09 - ✝ Brussel, 1894-09-01)
Rentenier.
Zoon van een koopman. Woonde aan de Wetstraat, nr. 152. Aan de ULB werd hij van de Algemene Raad der Hospitia vertegenwoordiger op 30/05/1874 en permanent lid op 07/08/1880. Hij was er ook lid van de Raad van Beheer. Verder gemeenteraadslid en ridder in de Leopoldsorde.
Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)
Filosoof.
Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.
Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)
Kunsthistoricus en militant anarchist.
Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.
In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.
In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.
Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.
Monti, Achille (° Arcisate (Varese), 1863 - ✝ Pavia, 1937)
Geneesheer.
Leerling van Golgi, Koch en Weichselbaum. Laureaat te Pavia in 1887, vrij docent pathologie aldaar in 1891. Of hij daarna in Bologna anatomie doceerde, kon niet worden achterhaald. Vast staat dat hij in 1895 gewoon hoogleraar werd in Palermo en vanaf 1898 te Pavia anatomie en histologische pathologie gaf.
Raet, Lodewijk De (° Brussel, 1870-02-17 - ✝ Vorst (Brussel), 1914-11-24)
Economist.
Studiegenoot van A.Vermeylen en J.Dwelshauvers op het Brussels Atheneum en aan de ULB, medestudent van J.Dwelshauvers, A.Walravens en H.Köttlitz in het Collegio dei Fiammenghi in Bologna (J.Jacobsstichting) in 1892-1893.
Tiberghien, Guillaume (° Brussel, 1819-08-09 - ✝ St.-Joost-ten-Node, 1901-12-28)
Filosoof.
Studeerde aan de Brusselse universiteit: trad in haar dienst in 1846; buitengewoon hoogleraar vanaf 1848; gewoon hoogleraar sedert 1853. Permanent lid van de Raad van Beheer van 1878 tot 1901. Strijdend vrijzinnig wijsgeer, die vulgariserende werken schreef over lekenmo-raal. Verspreidde de ideeën van de Duitse filosoof Karl Christian Friedrich Krause. Doceerde achtereenvolgens archeologie, esthetica, antropologie, moraalfilosofie, geschiedenis van de filosofie, metafysica, logica en psychologie. Schreef o.a. Théorie de l'infini (1846), Logigue de la science de la connaissance (1864), Eléments de la morale universelle (1879), Krause en Spencer (1882).
Revue Universitaire
1891 -1898
Maandblad met enkele onderbrekingen in Brussel verschenen.
Werd achtereenvolgens uitgegeven door H. Lamertin en Weduwe Ferd. Larcier. De redactie berustte in 1891 bij de Brusselse student in de rechten E.Vinck en in 1892 bij zijn studiegenoot A.Hirsch; vanaf 1893 werd de redactie waargenomen door een driemanschap dat de universiteiten Brussel, Gent en Luik vertegenwoordigde. De stichting van de Revue Universitaire ging uit van de in 1887 te Brussel opgerichte Cercle Universitaire, die het contact en de samenwerking tussen enerzijds studenten en professoren en anderzijds tussen de verschillende faculteiten en zelfs universiteiten wilde stimuleren. Door de medewerking van professoren, docenten en studenten uit Gent, Brussel en Luik, fungeerde het inderdaad enige tijd als wetenschappelijk orgaan van deze drie universiteiten. Toch bleef de nadruk vallen op de activiteiten in de Brusselse universiteit. Na 1894 bevatte het tenslotte grotendeels nog slechts artikels en inlichtingen over de Université. Nouvelle (Brussel), omdat de meeste professoren, uit protest tegen de aandacht die de Revue aan deze alternatieve universiteit schonk, hun medewerking drastisch inkrompen.