Hoe ik U zeggen moet
Wat ik al voor u voele;
Maar dit is zeker: 'k vind u goed,
En 'k denk aan u als aan
Een schuimend vollen beker (!)
Champagner–wijn — o zoete waan!
— flaneerend door der Kunsten paadjes —
die Flanor met zijn kiesche pen,
En met zijn nimmer stroeve praatjes; (*)
Zooveel van U, o waarde Vrind!
En 'k vraag mij af: wanneer, wanneer
Is 't lot ons weer eens goed gezind
En zien wij — Gust en ik — U in den Haag eens weer?
Met vreugde en klem:
Misschien wel eer
Dan hij het denkt.
In elk geval, zoo gauw
Mevrouw
Fortuin ons wenkt!
(*) Wie teekent al die witzige plaatjes?
Reeds in een wâ van grauwen mist
Als in een wollen deken. Aan gindsche kim,
Waar flauwtjes nog een zweem van goud glanst,
Werd even 't lijk der zon begraven,
Begraven met een vorstelijke plecht.
't Werd alles plotsling treurig toen.
Zwaarmoedig suisde 't windjen op de baren,
Waar pijnlijk bloed'ge tranen blonken,
Als leekten zij uit duizend oogen...
En toen de Vorst ter ruste was gebracht,
Heel 't Westen hulde zich in rouwkrep.
Zacht, zachte daalde toen de nacht,
Gedragen door den wind, die 'n droevig
Wijsje neurde, een ingehouden klacht...
Der golven, mengend zich met 't zoeven van den wind.
Nu komen vreemde schimmen weem'len op den vloed,
Als dartele sirenen — hoort gij die lokstem niet?
Geheimzinnig is 't uur... (Maar) Daar fonk'len
Eensklaps duizend lichten aan den oever.
Daar leeft in 't water een paleis,
Gebouwd op duizend gouden pijlers,
Die dansend krink'len met den stroom.
Daar waren feeën, dwergen om en houden een festijn.
Mij dunkt ik hoor het feestgedruisch, het schuimen van den wijn —
Een vreemde melodie, die dronken maakt, als edel druivenbloed...
Daar snijdt een zwart gevaart', een reuz'ge visch gelijk.
Door 't water heen, en doet de zuilen op hun vesten beven...
't Paleis schijnt in te storten — en mijne droomen meê...
Maar dàar ook worden, éen na éen, de lichtjes
Aangestoken, die telkens, dwaallichten gelijk, den grond ontschieten...
En schijnt de poez'le arm van eene reuzendochter,
Die 't slapend Vlaand'ren zou omhelzen...
16 Nov[ember] 90 Antw[erpen]